Stabiliteitsproblemen
De toerentalregeling bevat een "PID-regelaar". Deze garandeert een exacte en snelle
aanpassing van de gemeten waarde aan de gewenste waarde. In toepassingen zoals
solarsystemen of laadpompen garanderen de parameters van de fabrieksinstelling een
stabiel bedrijf. In het bijzonder bij de hygiënische warmwaterbereiding middels een externe
warmtewisselaar is een aanpassing noodzakelijk. Daarnaast is in dit geval het gebruik van
een ultrasnelle sensor (accessoire) aan de warmwater-uittredezijde noodzakelijk.
PRO 5
Proportionele deel van de PID-regelaar 5. Dit geeft de versterking van de afwijking
tussen de gewenste en de gemeten waarde weer. Het toerental wordt per 0,5K
afwijking t.o.v. de gewenste waarde met een stap gewijzigd. Een groot getal leidt
tot een stabiel systeem, echter ook tot meer afwijking van de ingestelde
temperatuur. Instelbereik: 0 tot 100 (standaard = 5)
INT 5
Integrerend deel van de PID-regelaar 5. Deze stelt het toerental aan de hand van
het P-deel resterende afwijking periodiek bij. Per 1K afwijking van de gewenste
waarde wijzigt het toerental iedere 5 seconden met een stap. Een groot getal leidt
tot een stabieler systeem, maar de aanpassing aan de gewenste waarde gaat
langzamer. Instelbereik:
DIF 5
Differentiërend deel van de PID-regelaar 5. Hoe sneller een afwijking tussen
gewenste en gemeten waarde optreedt, hoe groter de "overreactie" is, om zo snel
mogelijk de gewenste waarde te bereiken. Wijkt de gewenste waarde met een
snelheid van 0,5K per seconde af, wordt het toerental met een stap aangepast.
Hoge waardes geven een stabieler systeem, maar de aanpassing aan de
gewenste waarde gaat langzamer. Instelbereik: 0 tot 100 (standaard = 0)
De parameters PRO, INT, en DIF kunnen ook door uitproberen bepaald worden:
Uitgaande van een bedrijfsklaar systeem met bijbehorende temperaturen, dient de pomp in
automatisch bedrijf te lopen. Indien I en D op nul ingesteld zijn, wordt het proportionele deel
P, uitgaande van 9, alle 30 seconden zo ver verlaagd totdat het systeem onstabiel wordt, en
daardoor het pompentoerental ritmisch verandert. Deze is in het menu onder IST afleesbaar.
Ieder proportioneel deel waarbij de instabiliteit begint, wordt als P
de periodetijd van de fluctuatie (= tijd tussen twee hoogste toerentallen) als t
aangegeven. Met de volgende formules kunnen de correcte waardes worden bepaald.
Een typische instelling bij hygiënische tapwaterbereiding met ultrasnelle sensor is PRO= 8,
INT= 9, DIF= 3. Rekentechnisch niet controleerbaar, maar praktisch heeft zich de instelling
PRO= 3, INT= 1, DIF= 4 bewezen. Vermoedelijk is daarbij de regelaar zó instabiel, dat deze
zeer snel fluctueert en door de traagheid van het systeem en medium zich evenwichtig
gedraagt.
0 tot 100 (standaard = 0)
aangeduid, net zoals dat
krit
krit
wordt
37