h A1 - Stelgrootheid
Soort stelgrootheid
Cyclische bewaking
stelgrootheid
2273-1-7830 | Rev. 01 | 3.2012
Schakelend (1 bit)
Constant (1 byte)
geblokkeerd
Software "Ventiel, ingang/1.1"
ontvangen, dan activeert het apparaat
het noodbedrijf en stelt de aangesloten
ventielaandrijvingen in op een in de ETS
geparametreerde noodbedrijfventielposi-
tie.
De ventieluitgang kan naar keuze scha-
kelend door een 1 bit stelgrootheidtele-
gram of als alternatief continu via een 1
byte stelgrootheidtelegram worden aan-
gestuurd. Continue stelgrootheden wor-
den door een pulsbreedtemodulatie aan
de uitgang geconverteerd.
Het via het 1 bit object "Stelgrootheid"
ontvangen schakeltelegram wordt tij-
dens normale bediening direct aan de
ventieluitgang doorgegeven rekening
houdend met de werkingsrichting van
het ventiel (spanningsloos geopend /
spanningsloos gesloten). Zo wordt bij
een ontvangen "AAN"-telegram het ven-
tiel volledig geopend (uitgang onder
spanning bij ventielwerkingsrichting =
gesloten / uitgang niet onder spanning
bij ventielwerkingsrichting = geopend).
Het ventiel wordt volledig gesloten wan-
neer een "UIT"-telegram wordt ontvan-
gen (uitgang niet onder spanning bij
ventielwerkingsrichting = gesloten / uit-
gang onder spanning bij ventielwer-
kingsrichting = geopend).
Het via het 1 byte object "Stelgrootheid"
ontvangen waardetelegram wordt tijdens
normale bediening in een equivalent
pulsbreedtegemoduleerd schakelsignaal
aan de ventieluitgang omgezet. De uit
deze modulatie resulterende gemiddel-
de waarde van het uitgangssignaal is,
rekening houdend met de in het appa-
raat ingestelde cyclustijd, een maat voor
de gemiddelde ventielstand van het re-
gelventiel en dus een referentie voor de
ingestelde ruimtetemperatuur.
Het apparaat biedt de mogelijkheid, de
stelgrootte van een ventieluitgang te be-
waken. De bewaking controleert, of bin-
nen een in de ETS instelbaar tijdsinter-
val stelgrootheidtelegrammen worden
ontvangen. Wanneer binnen de bewa-
kingstijd geen telegrammen worden ont-
vangen, dan activeert het apparaat het
noodbedrijf en stelt de aangesloten ven-
tielaandrijvingen in op een in de ETS ge-
parametreerde noodbedrijfventielpositie.
Pagina 80 van 85
Parameter