Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ABB 6164/11 U-500 Handleiding pagina 57

Inhoudsopgave

Advertenties

Voor het opnieuw in bedrijf stellen van een eerder door een kortsluiting of overbelasting ge-
stoorde ventieluitgang zijn de volgende procedures mogelijk...
-
Uitschakelen en weer inschakelen van de busvoeding,
-
ETS-programmering.
Na het resetten wordt direct de alarmmelding door het uitzenden van een alarmtelegram over-
eenkomstig de in de ETS ingestelde polariteit (geen alarm) teruggenomen.
Indien de ventieluitgang na het resetten altijd nog overbelast of kortgesloten is, herkent het ap-
paraat in ingeschakelde toestand de storing en start de testcyclus opnieuw zoals hiervoor be-
schreven.
i Bij een kortsluiting aan de ventieluitgang worden de aangesloten ventielaandrijvingen elek-
trisch niet meer aangestuurd, waardoor de aandrijvingen in de door de leverancier opgege-
ven spanningsloze toestand overgaan (spanningsloos geopend/spanningsloos gesloten).
Een door een kortsluiting volledig geopend ventiel (ventiel-werkingsrichting spanningsloos
geopend) wordt bij de statusmeldingen ("Status stelgrootheid", "Ventiel gesloten") als een
gesloten ventiel verwerkt, omdat de ventieltoestand door een storing is veroorzaakt.
Alarmobject voor kortsluiting-/overbelastingsherkenning vrijschakelen
De kortsluitings- en overbelastingsherkenning is in principe voor de ventieluitgang actief. Als op-
tie kan op de parameterpagina "A1 - Status" een 1 bit alarmobject worden vrijgeschakeld, waar-
door de signalering van een storing door kortsluiting of overbelasting in de bus mogelijk is.
o
De parameter "Alarmobject voor overbelasting / kortsluiting" instellen op "vrijgegeven".
De kortsluit- en overbelastingssignalering door het object "Alarm kortsluiting / overbelas-
ting" is vrijgeschakeld. Wanneer het apparaat op de ventieluitgang een storing heeft her-
kend, zendt deze na afloop van de 6 minuten herkenningstijd een alarmtelegram via de
bus, voor zover de storing nog aanwezig is. De alarmmelding wordt pas dan weer terugge-
nomen, wanneer de storing is gereset.
o
De parameter "Alarmobject voor overbelasting / kortsluiting" instellen op "geblokkeerd".
De kortsluit- en overbelastingssignalering door het object "Alarm kortsluiting / overbelas-
ting" is uitgeschakeld. Wanneer het apparaat op de ventieluitgang een storing herkent,
wordt de uitgang uitgeschakeld en naar storingsbedrijf overgegaan, zonder dat een alarm-
telegram wordt verzonden.
i Het apparaat neemt een voor de uitval van de busspanning gezonden alarmmelding na te-
rugkeer van de busspanning terug door het uitzenden van een alarmtelegram overeenkom-
stig de in de ETS ingestelde polariteit (geen alarm). Indien de ventieluitgang na het reset-
ten altijd nog overbelast of kortgesloten is, herkent het apparaat in ingeschakelde toestand
de storing en start de testcyclus opnieuw.
i Na een ETS-programmering is de alarmmelding in eerste instantie niet actief. Het apparaat
zendt voor de initialisatie een alarmtelegram overeenkomstig de in de ETS ingestelde pola-
riteit (geen alarm) via de bus. Pas, wanneer een ventieluitgang na de ETS-programmering
werd ingeschakeld en een storing werd herkend, gaat het apparaat voor de ventieluigang
in storingsbedrijf en start de hiervoor beschreven testprocedure.
Telegrampolariteit voor alarmobject voor kortsluiting/overbelasting instellen
De telegrampolariteit van het 1 bit object "Alarm kortsluiting/overbelast." kan worden ingesteld.
De configuratie van de polariteit is op de parameterpagina "A1 - status" mogelijk.
Het alarmobject moet vooraf zijn vrijgeschakeld.
o
De parameter "Polariteit object 'Alarm overbelasting/kortsluiting'" instellen op "objectwaarde
bij overbelasting/kortsluiting = 0".
Een kortsluitings- of overbelastingsstoring wordt door een "UIT"-telegram gesignaleerd
(alarm). Bij het resetten van de storing wordt een "AAN"-telegram op de bus verzonden
(geen alarm).
2273-1-7830 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 57 van 85

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave