wordt herkend, is met de parameter "Tijd tussen schakelen en dimmen" op de parameterpagina
"Ex - algemeen" (x = 1, 2, 3) instelbaar.
Bedieningsprincipe
De parameter "Bediening" bepaalt het bedieningsprincipe. In de voorinstelling van de dimfunctie
is op deze plaats de tweevlakbediening vooringesteld. Dat betekent, dat de ingang bij een korte
signaallengte bijvoorbeeld een telegram voor inschakelen en bij een lange signaallengte een te-
legram voor opwaarts dimmen ("Lichter") zendt. Als alternatief kan het apparaat bij een korte
signaallengte een telegram voor uitschakelen en bij een langere signaallengte een telegram
voor terugdimmen ("Donkerder") zenden.
Bij een eenvlakdimfunctie zendt de ingang bij ieder kort signaal afwisselend inschakel- en uit-
schakeltelegrammen ("OM"). Bij lange signalen zendt het apparaat afwisselend de telegram-
men "Lichter" en "Donkerder".
i Bij eenvlakdimmen moet met het volgende rekening worden gehouden: wanneer een dim-
actor vanuit verschillende locaties moet worden aangestuurd, dan is het voor een storings-
vrije eenvlakbediening nodig, dat de aangestuurde actor de schakeltoestand aan het 1 bit
object van de ingang terugmeldt, en dat de 4 bit objecten van alle sensoren onderling zijn
verbonden. Anders zou het sensorapparaat niet herkennen, wanneer de actor door een an-
dere locatie is bestuurd, waardoor deze bij het volgende gebruik tweemaal bediend zou
moeten worden, om de gewenste reactie te verkrijgen.
Via de andere parameters van de ingang op de parameterpagina "Ex - algemeen" kan worden
bepaald, met welke stapgrootte lichter of donkerder wordt gedimd, of bij een dalende flank een
stop-telegram wordt gezonden en of het dimtelegram cyclisch moet worden herhaald.
Gedrag bij terugkeer busspanning
Het communicatie-object "Schakelen" van de ingang kan na een apparaatreset (terugkeer
busspanning of ETS-programmering) worden geïnitialiseerd. Daarvoor moet de parameter "Ge-
drag bij terugkeer busspanning" op de gewenste reactie worden geconfigureerd. bij de instellin-
gen "Aan-telegram" of "Uit-telegram" worden telegrammen actief op de bus verzonden.
Voor zover in de ETS voor de secundaire ingangen een vertraging na terugkeer van de
busspanning is ingesteld, verzendt het apparaat de telegrammen pas, wanneer de vertragings-
tijd is afgelopen.
Het object "Dimmen" wordt na een apparaatreset altijd met "0" geïnitialiseerd.
Functie "Jaloezie"
Voor iedere ingang, waarvan de functie is ingesteld op "jaloezie", toont de ETS de beide 1 bit
objecten "kortbedrijf" en "langbedrijf".
Voor de besturing van jaloezie-, rolluik-, markies- en dergelijke installaties ondersteunt het ap-
paraat voor de jaloeziefunctie twee bedieningsconcepten, waarbij de telegrammen met verschil-
lende verlopen in de tijd worden verzonden. Op die manier kunnen uiteenlopende bedienings-
concepten met het apparaat worden bediend. Het bedieningsconcept van een ingang wordt in
de ETS door de gelijknamige parameter op de parameterpagina "Ex - algemeen" (x = 1, 2, 3)
gedefinieerd. De volgende instellingen zijn mogelijk...
2273-1-7830 | Rev. 01 | 3.2012
Afbeelding 6: Bedieningsconcept "Kort-lang-kort"
Software "Ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 24 van 85