Afbeelding 22: Verandering van de stelgrootheid bijv. van 30% naar 80% tijdens de sluitfase
Voor de instelling van een nieuwe gewenste ventielpositiewaarde (SN = 80%) was de oude ge-
wenste waarde (30%) actief. Gedurende de sluitfase van het ventiel wordt nu de nieuwe ge-
wenste waarde ingesteld. Op dit tijdstip herkent het apparaat, dat het nodig is, direct de sluitfa-
se af te breken en het ventiel te openen, zodat de toetsverhouding met de nieuwe ventielpositie
(80%) overeenkomt. De cyclustijd (T) blijft ongewijzigd, het starttijdstip van de periode wordt
echter automatisch verschoven.
Direct na de ontvangst van de nieuwe gewenste ventielpositiewaarde wordt de nieuwe toetsver-
houding ingesteld.
Cyclustijd van de pulsbreedtemodulatie:
De cyclustijd bepaalt de schakelfrequentie van een pulsbreedtegemoduleerd uitgangssignaal.
De variabele verstelmogelijkheid van de cyclustijd in de ETS maakt aanpassing op de verstelcy-
clustijden van de gebruikte aandrijvingen mogelijk (bewegingstijd, die de aandrijving nodig heeft
voor het verstellen van het ventiel van de volledig gesloten positie tot aan de volledig geopende
positie). Bij de instelling moet rekening worden gehouden met de dode tijden van de ventielaan-
drijvingen (tijd, waarbinnen de stelaandrijvingen bij in- of uitschakelen geen reactie vertonen).
Wanneer verschillende aandrijvingen met verschillende verstelcyclustijden worden ingezet, dan
moet met de grootste rekening worden gehouden.
De cyclustijd wordt op de parameterpagina "A1 - tijden" vastgelegd.
i Eventueel is het afhankelijk van de gebruikte aandrijvingen nodig, deze bij de eerste inbe-
drijfname gedurende langere tijd te activeren, zodat de aandrijvingen bedrijfsgereed wor-
den (houd de specificaties van de leverancier van de aandrijving aan)!
In principe kunnen bij de configuratie van de cyclustijd twee situaties worden onderscheiden...
Situatie 1: cyclustijd > 2 x verstelcyclustijd van de gebruikte elektrothermische aandrijving (ETA)
In dit geval zijn de in- en uitschakeltijden van de ventieluitgang zo lang, dat de aandrijvingen
voldoende tijd hebben, in een periode volledig open of dicht te bewegen.
Voordelen:
De gewenste gemiddelde waarde voor de stelgrootheid en dus de gevraagde kamertempera-
tuur wordt ook bij meerdere gelijktijdig aangestuurde aandrijvingen relatief nauwkeurig inge-
steld.
Nadelen:
Er moet op worden gelet, dat afhankelijk van de continu 'te doorlopen' volledige ventielslag de
2273-1-7830 | Rev. 01 | 3.2012
van het ventiel (sluitfase te lang)
Software "Ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 46 van 85