Actor / Sensor Model: UP (inbouw) Art.-Nr. 6164/11 U-500 1.2 Toepassingsdoel Het apparaat beschikt over een elektronische schakeluitgang (A1), waardoor de geluidloze aan- sturing van elektrothermische aandrijvingen (ETA) voor verwarmings- of koelinstallaties moge- lijk si. Via deze tegen overbelasting en kortsluiting beveiligde elektronische uitgang kunnen maximaal 2 elektrothermische aandrijvingen worden aangesloten.
Montage, elektrische aansluiting en bediening 2 Montage, elektrische aansluiting en bediening 2.1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Daarbij moeten de geldende ongevallenpreventievoorschriften wor- den aangehouden. Als de handleiding niet wordt opgevolgd, kunnen schade aan het apparaat, brand of an- dere gevaren ontstaan.
Montage, elektrische aansluiting en bediening 2.2 Constructie apparaat Afbeelding 1: Constructie apparaat (1) Stuurkabel (busaansluiting en secundaire ingangen) (2) Programmeertoets en programmeer-LED (rood) (3) Aansluitkabels voor netspanning en last Aansluitbezetting van de stuurkabel (1) RD (rood): KNX Busspanning + BK (zwart): KNX Busspanning - GN (groen): Ingang 1 YE (geel): Ingang 2...
Montage, elektrische aansluiting en bediening 2.3 Montage en elektrische aansluiting GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, moet het stroomloos worden geschakeld en moeten spanningvoerende delen in de om- geving worden afgedekt! GEVAAR! Bij het aansluiten van de bus-/nevenaansluiting- en netspanningaders in een...
Pagina 7
Montage, elektrische aansluiting en bediening Afbeelding 3: Montage van het apparaat in een elektronicadoos (voorbeeld) (4) Apparatuurdoos (bijv. elektronicadoos) (5) Scheidingswand (6) Serieschakelaar (7) Potentiaalvrij contact, bijv. raamcontact Netspanning en elektrothermische stelaandrijvingen met behulp van de meegeleverde veersteekklemmen aansluiten (afbeelding 4). Afbeelding 4: Aansluiting van de netspanning en de last Apparaat op KNX aansluiten.
Pagina 8
Montage, elektrische aansluiting en bediening i Het referentiepotentiaal "com" mag alleen met het referentiepotentiaal van andere appara- ten van hetzelfde model (!) worden samengeschakeld. Afbeelding 5: Aansluiting van de secundaire ingangen Apparaat in inbouwdoos monteren. i Sluit op de elektronische schakeluitgang maximaal 2 elektrothermische stelaandrijvingen aan.
Montage, elektrische aansluiting en bediening 2.4 Inbedrijfname De inbedrijfstelling beperkt zich in wezen tot het programmeren van het fysische adres en de applicatiedata met behulp van de ETS. ETS-inbedrijfname uitvoeren Projectering en inbedrijfstelling van het apparaat door de ETS3.0d met patch A of door nieuwe- re versies.
Montage, elektrische aansluiting en bediening 2.5 Bediening Het apparaat kan na de inbedrijfname uitsluitend via de bus door communicatieobjecten worden bediend. In uitleveringstoestand (niet geprogrammeerd apparaat zonder ETS-inbedrijfname) is een aansturing van de elektronische schakeluitgang niet mogelijk. Na de inbedrijfstelling door de ETS gedragen de secundaire ingangen zoals deze in de ETS zijn geconfigureerd.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functionaliteit 4.2 Software "Ventiel, ingang/1.1" 4.2.1 Functionaliteit Algemeen 1 x elektronische ventieluitgang (A1) voor geruisloze aansturing van maximaal 2 elektro- thermische stelaandrijvingen (ETA) voor verwarmings- of koelinstallaties. Omzetting van schakelende of continue stelgrootheidtelegrammen in een schakelend of pulsbreedtegemo- duleerd uitgangssignaal.
Pagina 14
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functionaliteit Detailinformatie voor de functie "Jaloezie": Commando bij stijgende flank instelbaar (geen functie, OP, NEER, OM). Bedieningsconcept parametreerbaar (kort - lang - kort of lang - kort). Tijd tussen kort- en langbedrijf instelbaar (alleen bij kort-lang-kort). Lamellenversteltijd instelbaar (tijd, waarbinnen een move-commando door loslaten van een knop op de ingang kan worden beëindigd).
Software "Ventiel, ingang/1.1" Opmerkingen over de software 4.2.2 Opmerkingen over de software ETS projectering en inbedrijfname Voor de projectering en de inbedrijfstelling van het apparaat is de ETS3.0 vanaf versie "d" no- dig. Alleen bij gebruik van deze ETS-patchversie of nieuwere versies komen de voordelen met betrekking tot het downloaden (duidelijk kortere downloadtijden) en parameter-projectering tot hun recht.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Objecttabel 4.2.3 Objecttabel Aantal communicatieobjecten: (max. objectnummer 86 - daartussen ruimte) Aantal adressen (max): Aantal toekenningen (max): Dynamisch tabellenbeheer: Maximale tabellengte: 4.2.3.1 Objecten nevenaansluitingsingangen Functie: Schakelen Object Functie Naam Type Flag Schakelobject X.1 Ingang 1 ... 3 1 bit 1.001 C, W, T...
Pagina 17
Software "Ventiel, ingang/1.1" Objecttabel Functie: Jaloezie Object Functie Naam Type Flag Kortbedrijf Ingang 1 ... 3 1 bit 1.008 C, -, T Omschrijving 1 bit object voor kortbedrijf van een jaloezie. Functie: Jaloezie Object Functie Naam Type Flag Langbedrijf Ingang 1 ... 3 1 bit 1.007 C, W, T...
Pagina 18
Software "Ventiel, ingang/1.1" Objecttabel Functie: Blokkeerfunctie Object Functie Naam Type Flag Blokkeren schakelobject X.1 Ingang 1 ... 3 1 bit 1.003 C, W, - Omschrijving 1 bit object voor blokkeren van het eerste schakelobject van een secundaire ingang (polariteit parametreerbaar). Alleen bij de functie "Schakelen"! Functie: Blokkeerfunctie...
Software "Ventiel, ingang/1.1" Objecttabel 4.2.3.2 Objecten ventieluitgang Functie: Stelgrootheid Object Functie Naam Type Flag Stelgrootheid Uitgang 1 1 bit 1.001 C, W, - Omschrijving 1 bit object voor het instellen van een schakelende stelgrootheid van een ka- merthermostaat. Functie: Stelgrootheid Object Functie Naam...
Software "Ventiel, ingang/1.1" Objecttabel Functie: Kortsluiting / overbelast Object Functie Naam Type Flag Alarm kortsluiting/overbelast. Uitgang 1 1 bit 1.005 C, -, T Omschrijving 1 bit object voor overbelastings- of kortsluitmelding van de ventieluitgang op de bus. Het object blijft net zolang actief (polariteit parametreerbaar), tot de overbelasting of de kortsluiting is opgeheven.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4 Functiebeschrijving 4.2.4.1 Algemene functies voor de secundaire ingangen Vertraging na terugkeer van de busspanning Voor iedere ingang kan afzonderlijke worden vastgelegd, of een reactie na een apparaatreset (busspanningsterugkeer of ETS-programmering) moet plaatsvinden. Zo kan afhankelijk van het ingangssignaal of dwangmatig gestuurd een gedefinieerde telegram op de bus worden verzon- den.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4.2 Algemene functies voor de ventieluitgang Vertraging na terugkeer van de busspanning Voor het verminderen van het telegramverkeer op de buskabel na het inschakelen van de busspanning (busreset), na de aansluiting van het apparaat op de bus of na een ETS-program- mering is het mogelijk, alle actief zendende terugmeldingen van de actoruitgang te vertragen.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4.3 Kanaalgeoriënteerde functies voor de secundaire ingangen 4.2.4.3.1 Functieconfiguratie van de secundaire ingangen Hierna worden de verschillende functies beschreven, die onafhankelijk voor iedere ingang in de ETS kunnen worden geconfigureerd. De functies "Schakelen", "Dimmen", "Jaloezie" of "Sensor" kunnen worden ingesteld.
Pagina 24
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving wordt herkend, is met de parameter "Tijd tussen schakelen en dimmen" op de parameterpagina "Ex - algemeen" (x = 1, 2, 3) instelbaar. Bedieningsprincipe De parameter "Bediening" bepaalt het bedieningsprincipe. In de voorinstelling van de dimfunctie is op deze plaats de tweevlakbediening vooringesteld.
Pagina 25
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Bedieningsconcepten van de jaloeziefunctie Bedieningsconcept "Kort-lang-kort" Bij de keuze van het bedieningsconcept "Kort-lang-kort" toont de ingang het volgende gedrag: Direct na een stijgende flank (gesloten knop of schakelaar) zendt de ingang een kortbedrijf- telegram via de bus. Daarmee wordt een bewegende aandrijving gestopt en de tijd T1 ("Tijd tussen kort- en langbedrijf") wordt gestart.
Pagina 26
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving richting om van het kort- en langbedrijftelegram. Meerdere opeenvolgende kortbedrijftelegram- men hebben telkens dezelfde richting. i Wanneer de actor vanuit meerdere plaatsen moet worden aangestuurd, is het voor een storingsvrije eenvlakbediening noodzakelijk, alle langobjecten van de sensorapparaten met elkaar te verbinden.
Pagina 27
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Waardeverstelling bij dimsensor, temperatuur- en helderheidssensor Bij dimsensor en bij temperatuur- en helderheidssensor is tijdens bedrijf van het apparaat altijd een verstelling van de te zenden waarde mogelijk. Een waardeverstelling is in de ETS alleen configureerbaar, wanneer de waarde alleen bij stijgende of alleen bij dalende flank moet worden uitgezonden, dus een knop op de ingang is aangesloten.
Pagina 28
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Nevenaansluiting lichtscenario Bij een parametrering als nevenaansluiting lichtscenario zonder geheugenfunctie is het moge- lijk, een lichtscenario op te roepen, die in een externe busdeelnemer is opgenomen (bijv. licht- scenariotastsensor). Bij stijgende, dalende of stijgende en dalende flank wordt het in de ETS geparametreerde lichtscenarionummer dan direct op de bus gezonden.
Pagina 29
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving moet de parameter "Gedrag bij terugkeer busspanning" op de gewenste reactie worden gecon- figureerd. De instelling is afhankelijk van de in de ETS gekozen sensorfunctie en flankverwer- king. Bij de instellingen "Reactie als stijgende flank" of "Reactie als dalende flank" worden actief telegrammen op de bus gezonden conform de parametrering in de ETS.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4.3.2 Blokkeerfunctie voor secundaire ingangen De secundaire ingangen kunnen via de bus afzonderlijk door 1 bit objecten worden geblok- keerd. Bij de functie "Schakelen" is het mogelijk, de beide schakelobjecten van een ingang on- afhankelijk van elkaar te blokkeren. Bij een actieve blokkeerfunctie worden signaalflanken op de ingang door het apparaat gerela- teerd aan de betreffende objecten genegeerd.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4.4 Kanaalgerichte functies voor de ventieluitgang 4.2.4.4.1 Algemene instellingen Ventiel-werkingsrichting Op de ventieluitgang kunnen zowel ventielaandrijvingen, die in spanningsloze toestand sluiten, als ook ventielaandrijvingen, die in spanningsloze toestand openen, worden aangesloten. De werkingsrichting van een ventielaandrijving in spanningsloze toestand wordt door de fysische opbouw van de aandrijving bepaald en wordt in de regel door de leverancier van deze appara- ten voorgeschreven.
Pagina 32
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Afbeelding 11: Omzetting van een continue gewenste ventielpositie in een uitgangssignaal bij spanningsloos gesloten ventielaandrijvingen (voorbeeld) De parameter "Ventiel-werkingsrichting (ventiel in spanningsloze toestand") instellen op "Geopend". Bij schakelende stelgrootheden wordt he via het object "Stelgrootheid" ontvangen schakel- telegram direct op de uitgang doorgegeven.
Pagina 33
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Afbeelding 13: Omzetting van een continue gewenste ventielpositie in een uitgangssignaal bij spanningsloos geopende ventielaandrijvingen (voorbeeld) i Vanwege de omzetting van de PWM-inschakeltijd naar de gewenste ventielpositie is er bij de verschillende ventieltypen geen ongewenste gemiddelde waardeverschuiving. Voorbeeld: Stelgrootheid: 60 % ->...
Pagina 34
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving De Parameter "Dwangmatige stand door object" instellen op "vrijgeven". De parameter "Waarde voor dwangmatige stand (0...100%)" op de benodigde dwangmatige ventielstand configureren. De parameter "Waarde voor dwangmatige stand ..." is evt. tweemaal zicht- baar, wanneer de bedieningsmodusomschakeling is vrijgegeven. In dit geval kunnen ver- schillende dwangmatige ventielposities voor zomer- en winterbedrijf in de ETS worden in- gesteld.
Pagina 35
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Het is voor de genoemde functies mogelijk, voor zomer en winter verschillende ventielpositie- waarden in de ETS in te stellen. Zo kan bijvoorbeeld een noodbedrijf, die bij een storing in het kader van de stelgrootheidbewaking is geactiveerd, in zomerbedrijf een andere ventielopening tot gevolg hebben dan in winterbedrijf.
Pagina 36
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving i De bedieningsmodus kan ook tijdens een actief noodbedrijf of tijdens een geactiveerde dwangmatige stand via het object worden omgeschakeld. In dit geval past het apparaat di- rect na de omschakeling de pulsbreedtemodulatie aan op de ventielpositiewaarde van de geldige bedieningsmodus.
Pagina 37
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving i De cyclustijd van de vastloopbeveiliging wordt alleen dan opnieuw gestart, nadat de busspanning op het apparaat weer is ingeschakeld of het apparaat opnieuw door de ETS werd geprogrammeerd. In deze gevallen moeten dus minimaal eerst ca. 6 dagen verlopen, tot de vastloopbeveiliging voor de eerste keer automatisch wordt uitgevoerd.
Pagina 38
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Parameter instellen op "Ventiel op waarde voor noodbedrijf". Het apparaat stelt de ventielaandrijving in op de in de ETS geconfigureerde waarde voor het noodbedrijf (0...100%). Bij de instellingen 0% wordt de uitgang volledig gesloten, bij de instelling 100% volledig geopend.
Pagina 39
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Gedrag na ETS-programmering instellen De parameter "Gedrag na ETS-programmering" is op de parameterpagina "A1 - algemeen" aangemaakt. Via deze parameter kan het gedrag van de ventieluitgang onafhankelijk van het gedrag na busspanningsterugkeer worden geparametreerd. Parameter instellen op "Ventiel sluiten". Het apparaat sluit de aangesloten ventielaandrijvingen volledig na een ETS-programme- ring.
Pagina 40
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving i Na een ETS-programmering wordt de in de ETS geconfigureerde ventieltoestand ingesteld. Daarbij wordt ook de statusmelding "Ventiel gesloten" door het apparaat conform de actue- le toestand geactualiseerd en een telegram op de bus gezonden, voor zover de statusmel- ding is vrijgegeven.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4.4.2 Instellingen voor de stelgrootheid Stelgrootheidsverwerking De ventieluitgang kan naar keuze schakelend door een 1 bit stelgrootheidtelegram of als alter- natief continu via een 1 byte stelgrootheidtelegram worden aangestuurd. Continue stelgroothe- den worden door een pulsbreedtemodulatie aan de uitgang geconverteerd. Daarbij is over het algemeen de cyclustijd van het uitgangssignaal parametreerbaar.
Pagina 42
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Het via het 1 byte object "Stelgrootheid" ontvangen waardetelegram wordt tijdens normale bediening door het apparaat in een equivalent pulsbreedtegemoduleerd schakelsignaal op de ventieluitgangen omgezet (afbeelding 15). De uit deze modulatie resulterende gemid- delde waarde van het uitgangssignaal is, rekening houdend met de in het apparaat instel- bare cyclustijd (T), een maat voor de gemiddelde ventielstand van het regelventiel en dus een referentie voor de ingestelde ruimtetemperatuur (zie "pulsbreedtemodulatie bij conti- nue stelgrootheden en continue gewenste ventielposities").
Pagina 43
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Afbeelding 16: Pulsbreedtemodulatie van een ventieluitgangssignaal (12) Ventieltoestand (0 = ventiel gesloten / I = ventiel geopend) Een verschuiving van de gemiddelde waarde en daarmee een verandering van het verwar- mings- of koelvermogen wordt door de verandering van de toetsverhouding van de in- en uit- schakelimpulsen van het uitgangssignaal gerealiseerd.
Pagina 44
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving gewenste waarde ingesteld. Op dit tijdstip herkent het apparaat, dat het nog mogelijk is, de ope- ningsfase te verkorten, zodat deze met de nieuwe ventielpositie (30%) overeenkomt. De cyclus- tijd (T) wordt door dit proces niet beïnvloed. Direct na de ontvangst van de nieuwe gewenste ventielpositiewaarde wordt de nieuwe toetsver- houding ingesteld.
Pagina 45
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Situatie 4: Afbeelding 20: Verandering van de stelgrootheid bijv. van 30% naar 80% tijdens de openingsfase van het ventiel Voor de instelling van een nieuwe gewenste ventielpositiewaarde (SN = 80%) was de oude ge- wenste waarde (30%) actief. Gedurende de openingsfase van het ventiel wordt nu de nieuwe gewenste waarde ingesteld.
Pagina 46
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Afbeelding 22: Verandering van de stelgrootheid bijv. van 30% naar 80% tijdens de sluitfase van het ventiel (sluitfase te lang) Voor de instelling van een nieuwe gewenste ventielpositiewaarde (SN = 80%) was de oude ge- wenste waarde (30%) actief. Gedurende de sluitfase van het ventiel wordt nu de nieuwe ge- wenste waarde ingesteld.
Pagina 47
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving levensverwachting van de aandrijvingen kan afnemen. Onder bepaalde omstandigheden kan bij zeer lange cyclustijden (> 15 minuten) en een geringe traagheid van het systeem de warmte-af- giftet aan de ruimte in de nabijheid van de radiatoren ongelijkmatig zijn en als storend worden ervaren.
Pagina 48
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Afbeelding 24: Ideaal verloop van de ventielslag als voorbeeld weergegeven voor een stelgrootheid van eerst ca. 60% van een spanningsloos gesloten ventiel Door de constante waterstroom door het ventiel en dus door de constante opwarming van de aandrijving veranderen de dode tijden van de aandrijvingen bij de openings- en sluitfase.
Pagina 49
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving (13) Kamerthermostaat in storing met cyclische telegramoverdracht van de stelgrootheden (14) Gewenste ventielpositie voor noodbedrijf (15) Ventielaandrijving De bewakingstijd kan in het apparaat tussen 1 minuut en 59 minuten worden geconfigureerd, waarbij het apparaat automatisch nog een veiligheidstijdvenster van 30 seconden bij de gepara- metreerde tijd optelt.
Pagina 50
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving i Na terugkeer van de busspanning en na een ETS-programmering wordt het object "Alarm bewaking stelgrootheid" geïnitialiseerd, zodat door het apparaat ook een telegram op de bus wordt uitgezonden. Na terugkeer van de busspanning en na een ETS-programmering volgt het automatisch verzenden van het alarmtelegram echter pas, wanneer ook de in de ETS geconfigureerde "Vertraging na terugkeer busspanning"...
Pagina 51
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving i Na een ETS-programmering en bij terugkeer van de busspanning kan een continue ge- wenste ventielpositiewaarde (0...100%) als "Waarde voor dwangmatige stand" of "Waarde voor noodbedrijf" in de ETS worden geparametreerd en geactiveerd. In dit geval moet op het volgende worden gelet: Het apparaat grijpt alleen op de in de ETS geconfigureerde ventielpositiewaarde (0...100%) terug.
Pagina 52
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving De begrenzing van de stelgrootheid moet vooraf in de ETS zijn vrijgegeven. De parameter "Minimale stelgrootheid" op de benodigde waarde instellen. De instelling kan in stappen van 5% in het gebied van 0 % ... 50 % worden uitgevoerd. Bij actieve begrenzing van de stelgrootheid wordt de ingestelde minimale stelgrootheids- waarde door stelgrootheden van de bus of het noodbedrijf niet onderschreden.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4.4.3 Instellingen voor de statusfunctie Statusmelding voor ventielstand Het apparaat stelt voor de ventieluitgang een stelgrootheidstatusmelding ter beschikking. Daar- bij kan via het communicatie-object "Status stelgrootheid" de actuele gewenste ventielpositie af- hankelijk van het geprojecteerde dataformaat van de stelgrootheid (1 bit of 1 byte) via de bus worden verzonden.
Pagina 54
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving i Het is mogelijk, ook bij een actief meldobject de "Lezen"-flag naderhand in de ETS in te stellen, om niet de uitleesfunctionaliteit van het object te hoeven missen. De parameter "Status ventielstand zenden ?" Op "Statusobject is passief uitleesbaar" in- stellen.
Pagina 55
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving De statusfunctie "Ventiel gesloten" is volledig gedeactiveerd. Telegrampolariteit voor statusmelding "Ventiel gesloten" instellen De telegrampolariteit van het 1 bit communicatie-object "ventiel gesloten" kan in de ETS worden ingesteld. De statusmelding moet vooraf zijn vrijgegeven. De parameter "Polariteit object ventiel gesloten" op de parameterpagina "A1 - status" op "Objectwaarde bij 'Ventiel gesloten' = 0"...
Pagina 56
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Afbeelding 26: Kortsluit- en overbelastingsherkenning bij storing van de ventieluitgang of ventielaandrijving Kortsluitings- en overbelastingsherkenning met uitschakeling en testprocedure: Zodra het apparaat een kortsluitings- of overbelastingsstoring herkent, schakelt het de ventiel- uitgang direct spanningsloos en gaat over in de storingstoestand. In de storingstoestand is aan- sturen van de ventieluitgang via de bus niet meer mogelijk.
Pagina 57
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving Voor het opnieuw in bedrijf stellen van een eerder door een kortsluiting of overbelasting ge- stoorde ventieluitgang zijn de volgende procedures mogelijk... Uitschakelen en weer inschakelen van de busvoeding, ETS-programmering. Na het resetten wordt direct de alarmmelding door het uitzenden van een alarmtelegram over- eenkomstig de in de ETS ingestelde polariteit (geen alarm) teruggenomen.
Pagina 58
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving De parameter "Polariteit object 'Alarm overbelasting/kortsluiting'" instellen op "objectwaarde bij overbelasting/kortsluiting = 1". Een kortsluitings- of overbelastingsstoring wordt door een "AAN"-telegram gesignaleerd (alarm). Bij het resetten van de storing wordt een "UIT"-telegram op de bus verzonden (geen alarm).
Software "Ventiel, ingang/1.1" Functiebeschrijving 4.2.4.5 Prioriteiten voor de uitgang Het apparaat maakt onderscheid tussen verschillende functies, die op de ventieluitgang kunnen inwerken. Om te zorgen dat er geen toestandsconflicten ontstaan, is aan iedere mogelijke func- tie een bepaalde prioriteit toegekend. De functie met de hogere prioriteit overruled die met de lagere prioriteit.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Uitleveringstoestand 4.2.5 Uitleveringstoestand Uitleveringstoestand In Uitleveringstoestand gedraagt het apparaat zich passief, d.w.z. er worden geen telegrammen via de bus verzonden. Het apparaat kan via de ETS worden geprogrammeerd en in bedrijf ge- nomen. Het fysieke adres is vooringesteld op 15.15.255. Verder zijn bij levering af fabriek de volgende eigenschappen geconfigureerd...
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter 4.2.6 Parameter 4.2.6.1 Algemene parameters Omschrijving Waarde Commentaar h Algemeen Uitgang (A1)... Vertraging na busspan- 0...59 Voor het verminderen van het telegram- nings- verkeer op de buskabel na het inschake- terugkeer len van de busspanning (busreset), na Minuten (0...59) de aansluiting van het apparaat op de bus of na een ETS-programmering is...
Pagina 62
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter de bus verzonden, dan door de parame- ter "Telegrammen per 17 s" wordt ge- specificeerd. Daardoor kan worden voorkomen, at snelle flankwisselingen op de ingangen een ontoelaatbaar hoge busbelasting veroorzaken. Telegrammen per 17 s 30, 60, 100, 127 Instelling van de telegramfrequentie (te- legrammen per 17 s) voor de begren- zing telegramfrequentie.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter 4.2.6.2 Parameters voor de secundaire ingangen Omschrijving Waarde Commentaar h Ingang X - algemeen (X = 1, 2, 3) Functie ingang X Geen functie Hier wordt de basisfunctie van de betref- (X = 1...3) Schakelen fende secundaire ingang gedefinieerd. Dimmen Bij de instelling "geen functie"...
Pagina 64
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Bij deze configuratie wordt na een appa- raatreset een "AAN"-telegram actief op de bus verzonden. Uit-telegram sturen Bij deze configuratie wordt na een appa- raatreset een "UIT"-telegram actief op de bus verzonden. Actuele ingangstoestand Bij deze instelling analyseert het appa- zenden raat de statische signaaltoestand van de ingang en zendt afhankelijk daarvan het...
Pagina 65
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Tijd tussen schakelen Tijd, vanaf welke de dimfunctie ("lange en dimmen signaallengte") wordt uitgevoerd. Seconden (0...59) Instelling van de seconden van de tijd. Milliseconden (4...9 x 4...9 Instelling van de milliseconden van de 100) tijd. Gedrag bij busspan- Het communicatie-object "Schakelen"...
Pagina 66
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Tijd tussen twee tele- 0...1...59 Tijd tussen twee telegrammen bij inge- grammen stelde telegramherhaling. Telkens na af- Seconden (0...59) loop van deze tijd wordt een nieuw dim- telegram gezonden. Instelling van de seconden van de tijd. Milliseconden (5...9 x 5...9 Instelling van de milliseconden van de...
Pagina 67
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Kort – Lang - Kort Met een stijgende flank wordt een STEP gezonden en de "Tijd tussen kort- en langbedrijf" gestart. Deze STEP is be- doeld om een lopende beweging te stoppen. Wanneer binnen de gestarte tijd een dalende flank wordt herkend, zendt de ingang geen volgend telegram.
Pagina 68
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Waarde / Lichtscenario- Stijgende flank (knop als Deze parameter bepaalt de flank, die nummer zenden bij maakcontact) een signaalverwerking in het apparaat activeert. Dalende flank (knop als De instelling "stijgende en dalende flank verbreekcontact) (schakelaar)" is bij de sensorfunctie "Oproepen lichtscenario met geheugen- Stijgende en dalende flank functie"...
Pagina 69
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Waarde bij dalende Deze parameter bepaalt de tempera- flank tuurwaarde, die bij een dalende flank wordt uitgezonden. Alleen zichtbaar bij "Temperatuursen- sor" en "Waarde zenden bij = stijgende flank (knop als verbreekcontact)" en "Waarde zenden bij = stijgende en da- lende flank (schakelaar)"! Waarde bij stijgende 0 Lux...200 Lux...1.500 Lux Deze parameter bepaalt de helderheids-...
Pagina 70
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Deze instelling is alleen bij "Waarde zenden bij = stijgende en dalende flank (schakelaar)" configureerbaar. Verstelling via lange be- Bij dimsensor en bij temperatuur- en hel- diening derheidssensor is tijdens bedrijf van het apparaat altijd een verstelling van de te zenden waarde mogelijk.
Pagina 71
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter den geblokkeerd. Bij de functie "Schake- len" is het mogelijk, de beide schakelob- jecten van een ingang onafhankelijk van elkaar te blokkeren. Bij een actieve blok- keerfunctie worden signaalflanken op de ingang door het apparaat gerelateerd aan de betreffende objecten genegeerd.
Pagina 72
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Gedrag bij begin blok- Geen reactie Bij actieve blokkering is het tweede kering schakelobject geblokkeerd! Deze para- Schakelobject 1.2 meter bepaalt het commando, die aan het begin van de blokkering via dit ob- ject wordt verzonden. Bij "OM" wordt de actuele objectwaarde omgeschakeld.
Pagina 73
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter geblokkeerd De secundaire ingangen kunnen via de vrijgegeven bus afzonderlijk door 1 bit objecten wor- den geblokkeerd. Bij een actieve blok- keerfunctie worden signaalflanken op de ingang door het apparaat gerelateerd aan de betreffende objecten genegeerd. Deze parameter geeft blokkeerfunctie van de ingang vrij.
Pagina 74
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter lende flank). De keuze van de instellingen van deze parameter is afhankelijk van de geconfi- gureerde flankverwerking van de in- gang. Gedrag bij einde blok- Geen reactie Bij actieve blokkering is de ingang ge- kering blokkeerd! Deze parameter bepaalt het Reactie als stijgende flank commando, die aan het einde van de blokkering via het waarde-object wordt...
Pagina 75
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Cyclisch zenden Op deze plaats wordt vastgelegd, of via Schakelobject 1.1 ? het eerste schakelobject van de ingang cyclisch moet worden gezonden. Tijd voor cyclisch zen- 0...23 Voor zover via het eerste schakelobject cyclisch moet worden gezonden, kan op Uren (0...23) deze plaats de cyclustijd worden gecon- figureerd.
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter 4.2.6.3 Parameters voor de ventieluitgang Omschrijving Waarde Commentaar h Uitgang 1 - Algemeen Ventiel-werkingsrichting Gesloten Op de ventieluitgang van het apparaat (ventiel in spanningslo- kunnen zowel ventielaandrijvingen, die ze toestand) geopend in spanningsloze toestand sluiten, als ook ventielaandrijvingen, die in span- ningsloze toestand openen, worden aangesloten.
Pagina 77
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter De bedieningsmodusomschakeling voor zomer- en winterbedrijf is vrijgescha- keld. In de ETS wordt het 1 bit commu- nicatieobject "Omschakeling zomer/win- ter" zichtbaar. De bedieningsmodusomschakeling voor zomer- en winterbedrijf is geblokkeerd. In de ETS kan slechts één ventielposi- tiewaarde afzonderlijk voor de functie dwangmatige stand en voor het noodbe- drijf worden geconfigureerd.
Pagina 78
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Deze parameter is bij vrijgegeven bedie- ningsmodusomschakeling (zomer/win- ter) tweemaal aanwezig. Vastloopbeveiliging geblokkeerd Het apparaat beschikt over een automa- tische vastloopbeveiliging, om verkalken vrijgegeven of vastlopen van een langer niet aange- stuurd ventiel te verhinderen. Gedrag na busspan- Hier kan de toestand van de ventieluit- nings- gang bij busspanningsterugkeer worden...
Pagina 79
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Het apparaat sluit de aangesloten ven- tielaandrijvingen volledig na een ETS- programmering. Ventielen openen Het apparaat opent de aangesloten ven- tielaandrijvingen volledig na een ETS- programmering. Ventielen op waarde voor Het apparaat stelt de aangesloten ven- dwangmatige stand tielaandrijvingen in op de in de ETS ge- configureerde waarde voor de dwang-...
Pagina 80
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter ontvangen, dan activeert het apparaat het noodbedrijf en stelt de aangesloten ventielaandrijvingen in op een in de ETS geparametreerde noodbedrijfventielposi- tie. h A1 - Stelgrootheid Soort stelgrootheid De ventieluitgang kan naar keuze scha- kelend door een 1 bit stelgrootheidtele- gram of als alternatief continu via een 1 byte stelgrootheidtelegram worden aan- gestuurd.
Pagina 81
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter De cyclische stelgrootheidsbewaking is vrijgegeven en het communicatieobject "Alarm bewaking stelgrootheid" wordt in de ETS zichtbaar. In storingsvrij bedrijf moet het stelgrootheidobject van de ventieluitgang binnen de bewakingstijd cyclisch met telegrammen worden be- schreven. vrijgegeven De cyclische bewaking is volledig ge- blokkeerd.
Pagina 82
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter door een dwangmatige stand van de ventieluitgang kan in normaal bedrijf van het apparaat de begrenzing van de stel- grootheid worden overruled. Minimale stelgrootheid 0 %...50 % Zodra de begrenzing van de stelgroot- (in stappen van 5%) heid actief is, worden via de bus ontvan- gen stelgrootheden en ook gewenste ventielposities, die door het noodbedrijf...
Pagina 83
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter worden geconfigureerd, omdat dan de begrenzing altijd actief is. In dit geval is de parameter vast voor "geactiveerd" in- gesteld. h Uitgang 1 - Status Status ventielstand zen- Het apparaat stelt voor de ventieluitgang den? een stelgrootheidstatusmelding ter be- schikking.
Pagina 84
Software "Ventiel, ingang/1.1" Parameter Statusobject"Ventiel ge- geblokkeerd Het apparaat kan via een 1 bit statuste- sloten" legram de informatie op de bus verzen- vrijgegeven den, dat het ventiel is gesloten, dus via de stelgrootheid geen verwarmings- of koelenergie meer wordt gevraagd. De statusmelding kan op deze plaats worden vrijgeschakeld.
Pagina 86
Busch-Jaeger Elektro GmbH document aan te brengen zonder voorafgaande melding. Bij bestelingen gelden de overeengekomen gedetailleerde Postbus opgaven. ABB aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid 58505 Lüdenscheid voor eventuele fouten of onvolledige gegevens in dit document. Freisenbergstraße 2 Wij behouden ons alle rechten op dit document en de 58513 Lüdenscheid...