Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ABB 6164/11 U-500 Handleiding pagina 39

Inhoudsopgave

Advertenties

Gedrag na ETS-programmering instellen
De parameter "Gedrag na ETS-programmering" is op de parameterpagina "A1 - algemeen"
aangemaakt. Via deze parameter kan het gedrag van de ventieluitgang onafhankelijk van het
gedrag na busspanningsterugkeer worden geparametreerd.
o
Parameter instellen op "Ventiel sluiten".
Het apparaat sluit de aangesloten ventielaandrijvingen volledig na een ETS-programme-
ring. Daarbij wordt rekening gehouden met de in de ETS geconfigureerde ventielwerkings-
richting, zodat bij spanningsloos gesloten ventielen de uitgang wordt uitgeschakeld en bij
spanningsloos geopende ventielen de uitgang wordt geactiveerd.
o
Parameter instellen op "Ventiel openen".
Het apparaat opent de aangesloten ventielaandrijvingen volledig na een ETS-programme-
ring. Daarbij wordt rekening gehouden met de in de ETS geconfigureerde ventielwerkings-
richting, zodat bij spanningsloos geopende ventielen de uitgang wordt uitgeschakeld en bij
spanningsloos gesloten ventielen de uitgang wordt geactiveerd.
o
Parameter instellen op "Ventiel op waarde voor dwangmatige stand".
Het apparaat stelt de aangesloten ventielaandrijvingen in op de in de ETS geconfigureerde
waarde voor de dwangmatige stand (0...100%). Bij de instellingen 0% wordt de uitgang vol-
ledig gesloten, bij de instelling 100% volledig geopend. Het activeren van de ventieluitgang
wordt in principe uitgevoerd rekening houdend met de ingestelde werkingsrichting van de
ventielen.
Bij de instellingen 1...99% voor de dwangmatige standwaarde voert het apparaat na een
ETS-programmering zolang een PWM op de ventieluitgang uit, tot een nieuwe stelgrootte
of een andere functie wordt ingesteld of geactiveerd. In dit geval wordt de PWM na een
ETS-programmering uitgevoerd, en wel ook voor het geval, dat de uitgang op een schake-
lende stelgrootheid (1 bit) is geconfigureerd.
o
Parameter instellen op "Ventiel op waarde voor noodbedrijf".
Het apparaat stelt de aangesloten ventielaandrijvingen in op de in de ETS geconfigureerde
waarde voor het noodbedrijf (0...100%). Bij de instellingen 0% wordt de uitgang volledig ge-
sloten, bij de instelling 100% volledig geopend. Het activeren van de ventieluitgang wordt in
principe uitgevoerd rekening houdend met de ingestelde werkingsrichting van de ventielen.
Bij de instellingen 1...99% voor de noodbedrijfwaarde voert het apparaat na een ETS-pro-
grammering zolang een PWM op de ventieluitgang uit, tot een nieuwe stelgrootte of een
andere functie wordt ingesteld of geactiveerd. In dit geval wordt de PWM na een ETS-pro-
grammering uitgevoerd, en wel ook voor het geval, dat de uitgang op een schakelende
stelgrootheid (1 bit) is geconfigureerd.
i Bij de instellingen "Ventiel op waarde voor dwangmatige stand" en "Ventiel op waarde voor
noodbedrijf" moet op het volgende worden gelet:
Het apparaat grijpt alleen op de in de ETS geconfigureerde ventielpositiewaarde (0...100%)
terug. De dwangmatige standfunctie of het noodbedrijf worden daarbij niet geactiveerd! Er
moet echter op worden gelet, dat de waarde voor de dwangmatige stand een hogere priori-
teit heeft dan de begrenzing van de stelgrootheid. Daarom wordt een na een ETS-program-
mering ingestelde waarde voor de dwangmatige stand niet door de begrenzing van de stel-
grootheid begrensd! Een waarde voor het noodbedrijf kan echter worden begrensd.
De waarden voor dwangmatige stand en noodbedrijf zijn bovendien afhankelijk van het zo-
mer-/winterbedrijf van het apparaat. Indien de bedieningsmodusomschakeling voor de ven-
tieluitgangen is vrijgegeven (zie pagina 34-35), dan worden in de ETS twee afzonderlijke
ventielpositiewaarden voor zomerbedrijf en winterbedrijf geconfigureerd en onderscheiden.
i Het op deze plaats geparametreerde gedrag wordt na iedere applicatie- of parameter-
download door de ETS uitgevoerd. De eenvoudige download van alle het fysisch adres of
een gedeeltelijk programmeren van alleen de groepsadressen heeft tot gevolg, dat niet de-
ze parameter wordt gevolgd, maar dat het geparametreerde "gedrag na busspanningste-
rugkeer" wordt uitgevoerd!
i Als optie kan na een ETS-programmering de begrenzing van de regelgrootheid voor 1 byte
grote stelgrootheidswaarden actief zijn (zie pagina 51). In dit geval moet erop worden ge-
let, dat de na een ETS-programmering ingestelde reacties door de begrenzing van de stel-
grootheid worden beïnvloed en dus worden begrensd (uitzondering: "ventiel op waarde
voor dwangmatige stand").
2273-1-7830 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 39 van 85

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave