(13) Kamerthermostaat in storing met cyclische telegramoverdracht van de stelgrootheden
(14) Gewenste ventielpositie voor noodbedrijf
(15) Ventielaandrijving
De bewakingstijd kan in het apparaat tussen 1 minuut en 59 minuten worden geconfigureerd,
waarbij het apparaat automatisch nog een veiligheidstijdvenster van 30 seconden bij de gepara-
metreerde tijd optelt.
Het apparaat verwacht in de bewakingstijd minimaal een stelgrootheidtelegram. Wanneer een
telegram wordt ontvangen, dan reset het apparaat de bewakingstijd voor de ventieluitgang en
start het tijdsinterval opnieuw.
De cyclische bewaking begint direct na de inbedrijfstelling door de ETS of na het inschakelen
van de busspanning.
Wanneer bij ingeschakelde busspanning een telegramontvangst tot afloop van de bewakingstijd
uitblijft, dan neemt de ventieluitgang direct de in de ETS geconfigureerde ventieltoestand van
het noodbedrijf in. Daarbij kan het apparaat bovendien een 1 bit alarmmelding via het object
"Alarm bewaking stelgrootheid" op de bus verzenden, voor zover het alarmobject in de ETS met
een groepsadres is verbonden. De telegrampolariteit van deze alarmmelding is in de ETS confi-
gureerbaar.
De ventieltoestand voor het noodbedrijf wordt in de ETS als continue ventielnoodpositie (0%...
100%) opgenomen, die bij actief noodbedrijf als gewenste ventielpositie wordt aangenomen en
door een pulsbreedtemodulatie wordt uitgevoerd. De ventielnoodpositie kan voor zomer- of win-
terbedrijf in de ETS verschillend worden ingesteld, indien de bedieningsmodusomschakeling is
vrijgegeven.
i Bij een actief noodbedrijf wordt de geconfigureerde pulsbreedtemodulatie ook uitgevoerd,
wanneer de ventieluitgang op een schakelende 1 bit stelgrootheid is geparametreerd.
Pas bij de ontvangst van een nieuw stelgrootheidtelegram reset het apparaat de bewakingstijd
weer, start deze opnieuw en stelt de ventieluitgang weer in conform de stelgrootheid. Het nood-
bedrijf wordt dan automatisch beëindigd. Daarbij wordt ook de alarmmelding weer terug geno-
men, doordat het apparaat een invers alarmtelegram op de bus verzendt.
Cyclische bewaking stelgrootheid vrijgeven
De cyclische bewaking van de stelgrootheid kan op de parameterkaart "A1 - stelgrootheid" wor-
den vrijgegeven.
o
De parameter "Cyclische bewaking stelgrootheid" instellen op "vrijgeven".
De "Tijd voor cyclische bewaking stelgrootheden" op de parameterpagina "A1 - tijden" op
de benodigde bewakingstijd configureren. De daar ingestelde tijd moet met de tijd voor het
cyclisch zenden van de stelgrootheid van de kamerthermostaat overeenstemmen.
De parameter "Waarde voor noodbedrijf (0...100%)" op de parameterpagina "A1 - Alge-
meen" op de benodigde ventielnoodpositie configureren. De parameter "Waarde voor
noodbedrijf..." is evt. tweemaal zichtbaar, wanneer de bedieningsmodusomschakeling is
vrijgegeven. In dit geval kunnen verschillende ventielnoodposities voor zomer- en winterbe-
drijf in de ETS worden ingesteld.
De cyclische stelgrootheidsbewaking is vrijgegeven en het communicatieobject "Alarm be-
waking stelgrootheid" wordt in de ETS zichtbaar.
In storingsvrij bedrijf moet het stelgrootheidobject van de betreffende ventieluitgang binnen
de bewakingstijd cyclisch met telegrammen worden beschreven.
o
De parameter "Cyclische bewaking stelgrootheid" instellen op "geblokkeerd".
De cyclische bewaking is volledig geblokkeerd. Er vindt geen telegrambewaking van het
stelgrootheidobject plaats.
2273-1-7830 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 49 van 85