Samenvatting van Inhoud voor ABB Busch-ControlTouch 6136/APP-500
Pagina 1
2CKA002273B8903 │ 18.12.2018 Producthandboek ® Busch-ControlTouch 6136/APP-500...
Pagina 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ........................6 Veiligheid ................................7 Gebruikte aanwijzing en symbolen ...................... 7 Beoogd gebruik ............................. 8 Beoogd gebruik ............................. 8 Doelgroep / personeelskwalificatie ....................... 9 2.4.1 Installatie, inbedrijfname en onderhoud ....................9 Veiligheidsinstructies .......................... 10 Opmerkingen over milieubescherming ......................11 Milieu ..............................
Pagina 3
Inhoudsopgave 8.4.2 Eerste inbedrijfname apparaat (directe toegang) ................34 8.4.3 Uitnodiging aan klant verzenden .....................36 8.4.4 Aanmelding nieuwe Busch-ControlTouch bij MyBuildings portal met bestaande toegang ..37 ® Een project-systeemconfiguratie maken .................... 38 8.5.1 Algemene aanwijzingen ........................38 8.5.2 Project maken ..........................39 8.5.2.1 Configuratiepagina openen ................39 8.5.3 Groepsadressen ..........................42...
Pagina 4
Inhoudsopgave 8.6.12.14 Luchtvochtigheid weergeven ............... 102 8.6.12.15 RGB-bediening ..................... 103 8.6.12.16 Schakelaar ....................104 8.6.12.17 Paginalink ..................... 105 8.6.12.18 Statische tekst ....................106 8.6.12.19 Scène......................107 8.6.12.20 Impulsdrukkerreeks ..................108 8.6.12.21 Temperatuur weergeven ................110 8.6.12.22 Temperatuur wijzigen ................... 111 8.6.12.23 UPnP-schuifschakelaar ................
Pagina 6
Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot ABB of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.com Producthandboek 2CKA002273B8903 │6...
Pagina 7
Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. G ebruik te aa nwijz ing en s y mbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of...
Pagina 8
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 8 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. ABB is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Pagina 9
Veiligheid Doelgroep / pers oneels k walific atie 2.4.1 Ins tallatie, inbedrijfna me en o nderhoud De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen.
Pagina 10
Veiligheid V eilig heids ins truc ties G evaar – E lektris c he s panning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn.
Pagina 11
Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bes c herming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Pagina 12
Opbouw en functie Opbouw en functie A ppa raato verzic ht Afb. 1: Apparaatoverzicht [A] Aansluiting hulpspanning 5 ... 36 V DC [B] Aansluitbus 5 V DC [C] Resetknop [D] UTP-aansluiting (LAN) [E] Indicatie bedrijfsstatus (leds) [F] Aansluiting KNX-bus De Busch-ControlTouch ®...
Pagina 13
Opbouw en functie Meer productkenmerken: Eenvoudige visualisering via lijstmenu en kleurconcept ■ Wijzigingen kunnen online worden aangebracht ■ Eenvoudige app-afstandsbediening voor kNX (ook via VPN-verbinding) ■ Eenvoudige besturing van KNX-functie in huis ■ Integratie van UPnP-apparaten (bijv. Sonos) ■ Integratie van Philips Hue-lampen ■...
Pagina 14
Opbouw en functie L evering Inbegrepen bij de levering zijn: 4 TE-component voor montage op DIN-rail ■ UTP-kabel ■ De app kan gratis in de Apple Store of Google Store worden geladen. Een netvoeding voor de voeding (bijv. priOn-netvoeding CP-D 24/2.5) moet apart worden besteld! T ypenoverzic ht Artikelnummer P roduc tnaam...
Pagina 15
Opbouw en functie F unc ties 4.4.1 F unc tieoverz ic ht De onderstaande tabellen geven een overzicht van de bedieningselementen, mogelijke functies en toepassingen van het apparaat. B edienings elementen Schakelaar Luchtvochtigheidsindicatie Dimmer Windsnelheidsindicatie Jaloezie Overige indicaties Scène starten Waardezender Datum / tijd RTR temperatuur verstellen...
Pagina 16
Opbouw en functie F unc ties Aanwezigheidsdetectie-optie (bewijs van lokale Scène-editor gebruikers in wifi-netwerk via arpscan) Lokale gebruikersondersteuning (en rollen met Weekschakelklok (met astrofunctie) gebruikersrechten) KNXnet-/IP-tunnel -> ETS-programmering optie Logische scripts (bijv. IF then ELSE) (kan door de eindgebruiker worden vrijgegeven) ‘Lees verzoek’...
Pagina 17
Technische gegevens Technische gegevens T ec hnis c he gegevens B enaming W aarde Aansluitspanning Hulpspanning 5 … 36 VDC Stroomverbruik 250 mA (bij 5 VDC) KNX-aansluiting Busaansluitklem, schroefloos Ethernet 10 / 100 Mbit Geheugen 4GB eMMC (Flash), 256MB DDR2 RAM Processor Cortex A5 Omgevingstemperatuur...
Pagina 18
Technische gegevens Maats c hets en Afb. 3: Afmetingen Busch-ControlTouch ® Opmerking Alle afmetingen in mm. Producthandboek 2CKA002273B8903 │18...
Pagina 19
Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage G evaar – E lektris c he s panning! Levensgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V bij kortsluiting op de laagspanningsleiding. – Laagspannings- en 100 … 240 V-kabels mogen niet samen in een inbouwdoos worden gelegd! E is en aa n de ins tallateur G evaar –...
Pagina 20
Aansluiting, inbouw / montage Montage Het apparaat voor montage op DIN-rail mag uitsluitend op DIN-rails volgens DIN EN 500022 / DIN 60715 TH 35 (inclusief industriële uitvoering) worden gemonteerd. Monteren Om het apparaat te monteren, gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 21
Aansluiting, inbouw / montage E lek tris c he aa ns luiting Afb. 6: Elektrische aansluiting Producthandboek 2CKA002273B8903 │21...
Pagina 22
Bediening Bediening B ediening uitgebreid bedrijf Afb. 7: Impulsdrukkers en leds op het apparaat [A] Impulsdrukker: R1 [B] Impulsdrukker: R2 [C] Led: OK [D] Led: Network 7.1.1 R es etopties Aanwijzing Met de twee toetsen kan ofwel een soft-herstart (resetten van de toepassing) of een complete herstart worden uitgevoerd.
Pagina 23
Bediening 7.1.2 B edrijfs s tatus Aanwijzing De twee leds geven één van de volgende toestanden aan: – klaar voor gebruik – status LAN-verbinding – status KNX-verbinding W eergavemod L ed K leur F unc tie Knippert Groen Opstarten of afsluiten langzaam Groen Continu...
Pagina 24
Inbedrijfname Inbedrijfname K orte ha ndleiding typis c he inbedrijfname 8.1.1 Uitvoering door ins tallateur / vak k undige k lant Aanmelding bij MyBuildings portal Apparaat voor de toegang (account) MyBuildings portal registreren (invoer serienummer) App-toegang (account) maken Overnemen projectgegevens uit ETS Toewijzen naam en wachtwoord (groepsadressen instellen) Visualisering maken...
Pagina 25
Inbedrijfname Uitvoering door ins tallateur / vakkundige klant (vervolg vorige weergave) Apparaat in bedrijf nemen (inbedrijfnamewizard) Gegevens voor app-toegang (zie boven) invullen App op eindapparaat installeren Gegevens voor app-toegang (zie boven) invullen Profiel selecteren Startklaar 1. Uitnodiging aan eindklant (zie volgend overzicht) a) Hoofdstuk 8.3 “Toelichting op het inbedrijfnameproces“...
Pagina 26
Inbedrijfname 8.1.1.1 Uitvoering door eindgebruiker (vervolg vorige weergave) Ontvangst e-mail = aanmelding bij MyBuildings portal Apparaat voor de toegang (account) MyBuildings portal registreren (invoer serienummer) personaliseren App-toegang (account) maken Toewijzen naam en wachtwoord Visualisering maken App op eindapparaat van eindgebruiker installeren Gegevens voor app-toegang (zie boven) invullen Startklaar...
Pagina 27
Inbedrijfname ® Overzic ht s ys teem B us c h-C ontrolT ouc h Toegang via MyBuildings portal Toegang voor alle Toegang met eigen wachtwoord componenten met een wachtwoord App-toegang (account) → bewerking profielen en visualiseringen Apparaat → bewerking o.a. van Wachtwoord voor apparaat bij scènes en tijdprogramma's registratie (wachtwoord ook voor...
Pagina 28
Inbedrijfname V oorbereidende s tappen Opmerking De apparaten vormen een product in het KNX-systeem en voldoen aan de KNX- richtlijnen. Gedetailleerde vakkennis door KNX-scholingen wordt verondersteld. Bovendien moet men ook over voldoende kennis beschikken over verdere componenten van de huisautomatisering (bijvoorbeeld Philips Hue) als deze in het systeem worden gebruikt.
Pagina 29
Inbedrijfname Opmerking Alle apparaten in het systeem moeten correct bedraad en op de buslijn aangesloten zijn! De Busch-ControlTouch moet in het netwerk geïntegreerd zijn. Pas dan mag het apparaat onder spanning worden gezet. 4. Inbedrijfname van het apparaat door directe toegang tot het apparaat. 5.
Pagina 30
Inbedrijfname Opmerking De installateur (vakkundige klant) kan het project maken en op het apparaat zetten. Natuurlijk kan de installateur (vakkundige klant) met een account meerdere projecten en apparaten beheren. Hij heeft ook toegang tot de configuratieomgeving van de eindklant. L et op! De eindklant kan met zijn persoonlijke toegang via de MyBuildings portal de toegang tot de profielen voor de vakkundige klant laten blokkeren.
Pagina 31
Inbedrijfname ® A a nmelding / regis tratie va n een B us c h-C ontrolT ouc h De registratie van uw product is onder andere belangrijk om uw garantieaanspraken veilig te stellen. Bovendien is registratie nodig om het apparaat te configureren. Ieder apparaat moet eerst door een installateur (vakkundige klant) geregistreerd worden zodat de eindklant daarna het apparaat naar eigen wensen kan configureren.
Pagina 32
Inbedrijfname ® 8.4.1.2 B us c h-C ontrolT ouc h via MyB uildings portal regis treren en inric hten Afb. 10: Menupunt ‘Mijn installatie’ 1. Open na de aanmelding ‘Mijn installaties’. 2. Klik/tik daarna op ‘Busch-ControlTouch ® ’ 3. Klik/tik daarna op ‘Busch-ControlTouch ®...
Pagina 33
Inbedrijfname 6. Bevestigen met ‘Volgende’. Nu kunt u beginnen met het maken van het project (zie hoofdstuk “Een project-systeemconfiguratie maken“ op pagina 38) Producthandboek 2CKA002273B8903 │33...
Pagina 34
Inbedrijfname 8.4.2 E ers te inbedrijfna me apparaat (direc te toegang) Opmerking Het apparaat moet correct bedraad en geïnstalleerd zijn ■ Voordat het apparaat onder spanning wordt gezet, moet het in het netwerk ■ geïntegreerd zijn. Er moet een internetverbinding aanwezig zijn. ■...
Pagina 35
Inbedrijfname 5. Selecteer een taal. Afb. 14: Menu Taal 6. Voer de gegevens over de locatie in. Afb. 15: Menu Locatie-instelling 7. Voer nu de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de persoonlijke toegang tot de Busch-ControlTouch ® in, die voor de app-toegang is toegewezen (zie hoofdstuk “Eerste aanmelding Busch-ControlTouch ®...
Pagina 36
Inbedrijfname 8. Controleer daarna de netwerkinstellingen voor het aangesloten apparaat. Afb. 17: Menu Netwerkinstelling 9. Sluit de eerste inbedrijfname af. De directe toegangspagina op het apparaat wordt geopend (zie hoofdstuk “Verdere instellingen (configuratiepagina)“ op pagina 132). Afb. 18: Installatie voltooid 8.4.3 Uitnodiging aa n k la nt verzenden De klant kan ook een persoonlijke toegang tot de configuratie van het apparaat krijgen als dit...
Pagina 37
Inbedrijfname ® 8.4.4 A a nmelding nieuwe B us c h-C o ntrolT ouc h bij My B uildings portal met bes taa nde toegang In MyB uildings portal portaal aanmelden Opmerking De installateur (vakkundige klant) kan één toegang hebben via welke hij meerdere apparaten beheerd! 1.
Pagina 38
Inbedrijfname E en projec t-s ys teemc onfig uratie mak en 8.5.1 A lgemene aa nwijzingen Ieder project bestaat uit de componenten van het huisautomatiseringssysteem. Iedere component bestaat uit een combinatie van type, naam en groepsadres, om de component eenduidig te identificeren. Het type (gegevenstype) van de component moet overeenkomen met de eigenschappen van de huisautomatiseringscomponent waarvoor deze moet worden gebruikt (bijvoorbeeld schakelaar voor ‘licht inschakelen’).
Pagina 39
Inbedrijfname Scènes kunnen ook via de visualisering (app) worden gewijzigd. De eindklant kan hiermee ook de naam van de scène aanpassen. Scènes kunnen op de actuele waarden van de in de scène opgenomen componenten worden gezet. Hiervoor wordt een KNX-leertelegram met de waardewijziging naar de KNX-bus voor het groepsadres verzonden.
Pagina 40
Inbedrijfname Afb. 20: Eindapparatuur De beschikbare eindapparaten worden weergegeven. 3. Klik op het pictogram. Afb. 21: Pictogram Afb. 22: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’...
Pagina 41
Inbedrijfname Afb. 23: Projectoverzicht 3. Tik op ‘+Nieuw project toevoegen’. Er wordt een nieuw project gemaakt. Opmerking Bij de registratie wordt automatisch een standaardproject [Standaardproject (apparaatnummer)] gemaakt. Dit kan ook worden gebruikt om te bewerken. 4. Vul de invoervelden correct in. Opmerking De velden voor de groepsadressen hoeven niet te worden ingevuld.
Pagina 42
Inbedrijfname 8.5.3 G roeps adres s en Opmerking De groepsadressen en gebouwgegevens moeten vooraf in de ETS worden aangemaakt en als projectbestand worden opgeslagen. Dit kan ook vooraf worden gedaan zonder dat alle KNX-apparaten reeds op het systeem aangesloten zijn. Via het menupunt ‘Groepsadressen’...
Pagina 43
Inbedrijfname Afb. 26: Groepsadressen 4. Tik op het schakelvlak ‘Bestand selecteren’. Via het dialoogventer kan het gewenste projectbestand worden geselecteerd. Dit wordt daarna in het project geïmporteerd. Producthandboek 2CKA002273B8903 │43...
Pagina 44
Inbedrijfname Afb. 27: Voorbeeld KNXproj import 5. Nu kunt u de groepsadressen definiëren die u in de visualisering wilt gebruiken. Dit kunt u op verschillende manieren doen. U selecteert een bepaald groepsadres uit de lijst en voert aan waarvoor u de groepsadressen wilt gebruiken (bijvoorbeeld voor een schakelaar of dimmer).
Pagina 45
Inbedrijfname Afb. 28: Functies Producthandboek 2CKA002273B8903 │45...
Pagina 46
Inbedrijfname De gegevens voor de groepsadressen kunnen in het bovenste blok (tabblad ‘Groepsadressen’) of in het onderste blok worden ingevoerd. Op het tabblad ‘Gebouw’ kunnen geen directe aanpassingen worden uitgevoerd (alleen link naar componenten via ‘Waarde verzonden’ en ‘Waarden ontvangen’). De volgende aanpassingen kunnen worden gerealiseerd: naam van component ■...
Pagina 47
Inbedrijfname 8.5.4 C amera's Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de MyBuildings portal moet worden verkregen. Open hier de toepassing ‘Busch-ControlTouch’ (pad: Startpagina -> Service & Tools ->...
Pagina 48
Inbedrijfname Afb. 30: Camera invoerveld 3. Voer hier de benodigde gegeven in de invoervelden in. Producthandboek 2CKA002273B8903 │48...
Pagina 49
Inbedrijfname De volgende lijst geeft toelichtingen: Naam: Vrij te kiezen naam (bijv. camera huisdeur) ■ Type: Naast Axis/Vapix of Mobotix kunnen ook andere typen worden vastgelegd. ■ URL: Afhankelijk van het cameratype moet ofwel de basis-URL van de camera ■ (Axis/Vapix of Mobotix) of de URL van de MJPEG-stream/-beeld (andere) worden aangegeven.
Pagina 50
Inbedrijfname 8.5.5 C ommando's Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de MyBuildings portal moet worden verkregen. Open hier de toepassing ‘Busch-ControlTouch’ (pad: Startpagina -> Service & Tools ->...
Pagina 51
Inbedrijfname 8.5.6 Datalogger Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de MyBuildings portal moet worden verkregen. Open hier de toepassing ‘Busch-ControlTouch’ (pad: Startpagina -> Service & Tools ->...
Pagina 52
Inbedrijfname Afb. 33: Datalogger invoerveld 3. Voer hier een naam in. 4. Leg het tijdvenster voor de opname vast. Er kunnen meerdere parallel geselecteerd zijn. 5. Bepaald het gegevenstype: Gemiddelde waarde, minimum Zender zendt schommelende waarden bijvoorbeeld temperatuur ■ en maximum (normaal opslaan van gegevens) Totalen/verschillen (totaal wordt bijvoorbeeld als een teller een tellerstand (totale waarde)
Pagina 53
Inbedrijfname 8.5.7 A a nwezigheids melding Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de MyBuildings portal moet worden verkregen. Open hier de toepassing ‘Busch-ControlTouch’...
Pagina 54
Inbedrijfname Opmerking Aanpassingen kunnen ook achteraf nog op ieder moment worden aangebracht: Gegevens aanpassen: ■ Pas de gegevens aan door ofwel een ander groepsadres te kiezen of de tijdsgegevens aan te passen. Ter afsluiting moet op het schakelvlak ‘Opslaan’ worden getikt. Wissen: ■...
Pagina 55
Inbedrijfname 8.5.8 T rigger Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de MyBuildings portal moet worden verkregen. Open hier de toepassing ‘Busch-ControlTouch’ (pad: Startpagina -> Service & Tools ->...
Pagina 56
Inbedrijfname Iedere triggerfunctie kan geactiveerd en gedeactiveerd worden. Deze functie kan ook in de overzichtslijst worden uitgevoerd door op de naam te klikken. 3. Voer hier een naam in. 4. Leg met ‘Voorwaarde’ vast welke triggerfunctie deze start. Op een groepsadressen gebaseerde voorwaarden kunnen ofwel een triggerende voorwaarde zijn of een voorwaarde die bij het triggeren van een andere voorwaarde wordt gevalideerd.
Pagina 57
Inbedrijfname De volgende triggerfuncties kunnen worden geselecteerd (afhankelijk van het triggertype zijn verdere instellingen mogelijk om de triggerfunctie verder te variëren): groepsadres (vastleggen van een groepsadres dat wordt getriggerd) ■ scène oproepen ■ script (oproepen van een vastgelegd script; dit script moet eerder aangemaakt worden) ■...
Pagina 58
Inbedrijfname 8.5.9 S c ripts Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de MyBuildings portal moet worden verkregen. Open hier de toepassing ‘Busch-ControlTouch’ (pad: Startpagina -> Service & Tools ->...
Pagina 59
Inbedrijfname 4. Voer hier een naam in. 5. Leg vast wat er na het booten moet gebeuren (bijvoorbeeld het starten van een script). 6. Bepaal of het script voor scènes en tijdprogramma's beschikbaar moet zijn. 7. Programmeer nu het script. Opmerking Aanbevolen wordt dat eerst het schakelvlak ‘Opslaan en controleren’...
Pagina 60
Inbedrijfname 8.5.9.1 S c ripts maken S c ript-editor Opmerking Voorbeeldscripts vindt u onder www.busch-jaeger-catalogue.com. Als u een script toevoegt of bewerkt, kunt u kiezen of het script moet worden geactiveerd. U aangeven dat het script voor de eindgebruiker voor gebruik in scène's of de scheduler beschikbaar moet zijn.
Pagina 61
Inbedrijfname Nadat u één of meerdere commando's in de editor heeft ingevoerd, kunt u deze op geldigheid controleren door op het schakelvlak ‘Opslaan en controleren’ te klikken. Het script waaraan u werkt wordt gecontroleerd en weer in de editor weergegeven. Alle correcte regels worden zwart weergegeven.
Pagina 62
Inbedrijfname C ommando's De paragraaf Commando's is in de verschillende beschikbare hoofdtypen van commando's onderverdeeld. B es turings c omponenten SET [component] TO [value] Met dit commando kunt u bit-, byte- en float-(2byte)-componenten op een bepaalde waarde instellen. Gebruik het ‘.’-teken als zwevendekommawaarden. U kunt ook andere componenten als waardedeel van dit commando gebruiken.
Pagina 63
Inbedrijfname B es turing van (meer) s c ripts STOP Dit commando stopt eenvoudig het uitgevoerde script. RESTART Dit commando start het uitgevoerde script opnieuw. Met andere woorden, het script wordt weer van voren af aan uitgevoerd. BELANGRIJK: Met de herstart van een script zonder toepassing van het WAIT-commando (zie volgende paragraaf) voert het script een eindeloze lus uit;...
Pagina 64
Inbedrijfname S c ène's , alarmen en s c hedulers Bestaande scène's, alarmen en schedulers kunnen in scripts met de volgende commando's worden gebruikt. CALL [scenario] Daarmee wordt de opgegeven scène opgeroepen. Vervang [scenario] door de daadwerkelijke scène die u wilt oproepen. LEARN [scenario] Het commando modificeert de scène.
Pagina 65
Inbedrijfname Waarden Als u een commando via de commandolijst van het script toevoegt, worden de waarden en componenten tussen [] haakjes weergegeven. Deze worden weergegeven om u erop te wijzen wat u op deze plek moet invoeren. Indien mogelijk maakt de editor een link naar de juiste lijst met componenten, scripts, alarmen, schedulers of scènes.
Pagina 66
Zwevendekommawaarden kunnen door het gebruik van de ‘.’ als separator worden gebruikt, bijvoorbeeld 2.42 Houd er rekening dat alle variabelen voor de hele ABB gelden. Als u dus een bepaalde variabele in een script instelt, kan een ander script de waarde ook gebruiken. Als u een bepaalde variabele alleen in één script wilt gebruiken, moet u erop letten dat u niet dezelfde...
Pagina 67
Inbedrijfname De volgende operators kunnen worden gebruikt: optellen aftrekken vermenigvuldigen delen modulair (delingsrest) macht & (resultaat = 1, als beide waarden groter dan 0, 0, indien onwaar) resp. (resultaat = 1, als één van de waarden groter dan 0, 0, indien onwaar) is gelijk aan (resultaat = 1, indien waar, 0, indien onwaar)
Pagina 68
Inbedrijfname F unc ties In scripts zijn verschillende functies beschikbaar voor de berekening van waarden. Deze functies kunnen in combinatie met commando's of met variabelen worden gebruikt. Wis kundig ROUND (value) or ROUND (value, precision) Geeft de afgeronde waarde van de gegeven waarde weer. Als geen nauwkeurigheid is aangegeven, wordt de nauwkeurigheid 0 gebruikt.
Pagina 69
Inbedrijfname T ijdfunc ties NOW() Geeft de actuele tijd als tijdstempel in seconden weer vanaf 1 januari 1970 (Unix-datum). Deze tijdstempel kan worden vergeleken met een eerdere waarde om vast te stellen hoeveel tijd verstreken is. DAYTIME() of DAYTIME(timestamp) Geeft een 1 weer als de zon is opgekomen en een 0 als de zon is ondergegaan. Als een tijdstempel is ingesteld, wordt deze tijd gebruikt, anders wordt de actuele tijd gebruikt.
Pagina 70
Inbedrijfname T eks tfunc ties CONCAT("abc", "def", ..) Teksten kunnen aan elkaar worden gekoppeld. Bijvoorbeeld: CONCAT (‘abc’, ‘def’, ‘ghi’) geeft als resultaat ‘abcdefghi‘ FORMAT(format, parameters..) Met deze functie kan de tekst worden opgemaakt. Daarbij beschrijft ‘format’ hoe dit moet gebeuren. De volgende parameters geven het tekstgedeelte aan waarvoor dit moet worden uitgevoerd.
Pagina 71
Inbedrijfname B es turings s truc turen IF en WHIL E U kunt IF-statements en WHILE-lussen alleen gebruiken om bepaalde acties uit te voeren als is voldaan aan een bepaalde voorwaarde. De voorwaarde kan zoals hierboven is toegelicht met behulp van alle rekenkundige operators worden gedefinieerd. Bijvoorbeeld: IF $LIGHT >...
Pagina 72
Inbedrijfname B E G IN en E ND Als u na een IF-, WHILE- of ELSE-statement meer dan één commando moet uitvoeren, kunt u BEGIN- en END-statements gebruiken. Deze zouden eveneens in een aparte regel moeten worden geschreven, bijvoorbeeld: $X = 0 WHILE $X <...
Pagina 73
Inbedrijfname 8.5.10 P rojec t aa n een apparaat toewijz en Er kunnen weliswaar meerdere projecten worden aangemaakt. Er kan echter in één apparaat slechts één project worden gebruikt. Aan ieder apparaat moet dus steeds één project worden toegewezen. Dit gebeurt met de functie ‘Project in apparaat’. Uit de keuzelijst kunnen alle bestaande projecten worden gekozen.
Pagina 74
Inbedrijfname 8.5.14 P rojec t (bac k -up) hers tellen U kunt een back-up herstellen. 1. Selecteer in de menukolom het menu Back-up. Daarna selecteert u de gewenste back-up. 2. Tik op het cloud-symbool (met pijl). Het project wordt weer naar de normale lijst gekopieerd. Opmerking De back-up kan echter ook vanuit het menu worden gewist.
Pagina 75
Inbedrijfname E en profiel mak en Het profiel bevat de vorm van de visualisering (user interface) voor smartphones en tablets voor de bediening van het huisautomatiseringssysteem via de Busch-ControlTouch ® . Bij de overdracht van het profiel naar een Busch-ControlTouch ®...
Pagina 76
Inbedrijfname Afb. 41: Eindapparatuur De beschikbare eindapparaten worden weergegeven. 3. Klik op het pictogram. Afb. 42: Pictogram Afb. 43: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’...
Pagina 77
Inbedrijfname 8.6.2 S tandaa rd-profiel oproepen Tik op ‘Profielen’. Het standaardprofiel wordt geopend. Afb. 44: Profielen invoerveld U kunt nu het standaardprofiel direct verder bewerken of een kopie aanmaken (zie hoofdstuk “Profiel kopiëren “ op pagina 79) en die vervolgens wordt bewerkt. 2.
Pagina 78
Inbedrijfname Opmerking Vaak is het eenvoudiger om eerst een profiel te selecteren, dat moet lijken op het nieuwe profiel dat moet worden aangemaakt. Dit kan dan gekopieerd (zie hoofdstuk “Profiel kopiëren “ op pagina 79) worden waardoor een volledige kopie van het profiel wordt gemaakt. Deze kopie kan vervolgens worden aangepast.
Pagina 79
Inbedrijfname 8.6.3 Nieuw profiel aa nmak en De werkwijze is dezelfde als beschreven onder het punt ‘(standaard-)profiel oproepen’. Hier wordt echter het menupunt ‘Nieuw profiel toevoegen’ opgeroepen. Hier wordt dan een nieuw profiel (net als ‘Standaardprofiel’) toegevoegd die in de menukolom wordt weergegeven.
Pagina 80
Inbedrijfname 8.6.7 P rofiel (bac k -up) hers tellen U kunt een back-up herstellen. 1. Selecteer in de menukolom het menu Back-up. Daarna selecteert u de gewenste back-up. 2. Tik op het cloud-symbool (met pijl). Het profiel wordt weer naar de normale lijst gekopieerd. Opmerking De back-up kan echter ook vanuit het menu worden gewist.
Pagina 81
Inbedrijfname 8.6.10 P rofiel blok k eren (blok k eerfunc tie) Een installateur kan een profiel tegen wijzigingen beveiligen. Door op het hangslotsymbool te klikken kan het profiel noch door de eindgebruiker noch de installateur weer worden gewijzigd. De eindgebruiker kan het profiel niet deblokkeren, dit kan alleen de installateur. Opmerking Iedere gebruiker kan het profiel echter kopiëren en vervolgens deze kopie wijzigen.
Pagina 82
Inbedrijfname 8.6.11 P agina 's mak en Elke zijde kan individueel vormgegeven worden. Het maken van een navigatiepagina verschilt uitsluitend van het maken van een besturingspagina in het selecteren van het paginatype. Daarmee wordt bepaald welke algemene profielinstellingen voor de pagina wordt weergegeven (zie hoofdstuk “Eerste inbedrijfname apparaat (directe toegang) “...
Pagina 83
Inbedrijfname 3. Klik op het pictogram. Afb. 47: Pictogram Afb. 48: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’ in de menubalk verplaatst. Hierdoor verschijnt het apparaat niet meer in de lijst.
Pagina 84
Inbedrijfname Afb. 49: Profiel invoerveld 2. Tik op het item ‘Pagina 1’ De pagina wordt geopend. Afb. 50: Pagina 1 invoerveld 3. U kunt nu deze standaardpagina direct verder bewerken of een kopie aanmaken (zie hoofdstuk 8.6.15 “Pagina's kopiëren “ op pagina 126) om deze vervolgens te bewerken. 4.
Pagina 85
Inbedrijfname 8. Bovendien kan ook de functie ‘TouchID aanvragen’ worden geactiveerd. Dit is alleen zinvol als uw mobiele apparaat deze functie ondersteunt. 9. Met de functie ‘Toevoegen’ kunnen nu verschillende profiel(pagina-)elementen (acties of paginalinks) worden toegevoegd aan de pagina. Hiervoor wordt in de keuzelijst een element geselecteerd.
Pagina 86
Inbedrijfname Het item ‘Uitgebreide opties’ is alleen beschikbaar als de installateur deze optie onder ‘Apparaten’ vrijgegeven heeft! De pagina-instellingen kunnen individueel worden aangepast. Hierbij kunnen de kleuren van verschillende bestanddelen van de pagina's worden gewijzigd. Anders worden de algemene pagina-instellingen voor de navigatie- en besturingspüagina's uit het profiel toegepast. Opmerking De verschillende opties moeten geactiveerd zijn om de aanpassingen te kunnen overzetten.
Pagina 87
Inbedrijfname 8.6.11.3 Nieuwe pagina maken De werkwijze is dezelfde als beschreven onder het punt ‘(standaard-)pagina oproepen’. Hier wordt echter het menupunt ‘Nieuwe pagina toevoegen’ opgeroepen. Hier wordt dan een nieuwe pagina (net als ‘Pagina 1) toegevoegd die in de menukolom wordt weergegeven.
Pagina 88
Inbedrijfname 8.6.12 L ijs t profiel(pagina-)elementen (ac ties ) 8.6.12.1 R T R -modus s elec teren Afb. 51: RTR-modus selecteren De volgende RTR-modi kunnen geactiveerd en als KNX-standaard verzonden worden (alleen bij activering wordt het bijbehorende symbool weergegeven): Comfort: De verwarming/koeling bevindt zich op het normale niveau.
Pagina 89
Inbedrijfname 8.6.12.2 C ommandozender Afb. 52: Commandozender Hiermee kunnen commando's naar aangesloten apparaatcomponenten worden verzonden die onder ‘Project → Commando's’ (zie hoofdstuk “Commando's“ op pagina 50) zijn aangemaakt. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam commandozender ■ Commando's toewijzen: Als er commando's beschikbaar zijn, kunnen deze worden ■...
Pagina 90
Inbedrijfname 8.6.12.3 V erlic htings s terkte weergeven Afb. 53: Verlichtingssterkte weergeven Hiermee kan de actuele verlichtingssterkte / lichtintensiteit van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie verlichtingssterkte ■ Verlichtingssterkte: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres. ■ Kleur functielijn: Vastleggen welke kleur de functielijn heeft.
Pagina 91
Inbedrijfname 8.6.12.4 Datalogger Afb. 54: Datalogger Via het element ‘Datalogger’ kunnen de gegevens van componenten grafisch worden weergegeven. Als deze componenten via groepsadressen aan sensoren zijn gekoppeld, kunnen bijvoorbeeld het energieverbruik van een huis, de prestatie van een fotovoltaïsch systeem of het peil van een olietank worden gevisualiseerd. De datalogger worden aangemaakt onder ‘Project →...
Pagina 92
Inbedrijfname Er kunnen 2 diagrammen worden weergegeven en bewerkt worden (bij diagram 2 kan aangegeven worden of alleen diagram 1 moet worden weergegeven)! Datalogger: Als er dataloggers beschikbaar zijn, kunnen deze worden ■ geselecteerd. Min. en max. waarde weergeven: Als ‘Ja’ is gekozen dan wordt een lijn steeds langs de ■...
Pagina 93
Inbedrijfname 8.6.12.5 Datum/tijd Afb. 55: Datum/tijd Hierdoor wordt de datum en/of de tijd weergegeven (verzonden). Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam datum-/tijdindicatie ■ Type: Tijdtype selecteren: ■ – Actuele tijd: Actuele systeemtijd die eventueel continu via het internet wordt doorgegeven. – Zonsopkomst: Het tijdstip van zonsopkomst op de locatie van het apparaat.
Pagina 94
Inbedrijfname 8.6.12.6 Dimmer Afb. 56: Dimmer Via het element ‘Dimmer’ kan een dimmerregeling worden ingericht. Hier kan dan een toegewezen lamp zowel worden gedimd als uit- en ingeschakeld worden. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam dimmer ■ Dimmer: Selecteren van een groepsadres voor een dimmer → de dimmer wordt via ■...
Pagina 95
Inbedrijfname 8.6.12.7 G a naar ac c ount Afb. 57: Ga naar account Hiermee kan direct naar een account van de app worden gelinkt. Deze wordt daarmee dus geopend. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam accountlink ■ Account: Als er accounts beschikbaar zijn, kunnen deze worden geselecteerd. ■...
Pagina 96
Inbedrijfname 8.6.12.8 G a naar menu Afb. 58: Ga naar menu Hiermee kan direct naar een menu van de app worden gelinkt. Deze wordt daarmee dus geopend. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam menulink ■ Ga naar menu: De volgende menu's van de app kunnen worden geselecteerd: ■...
Pagina 97
Inbedrijfname 8.6.12.9 G roeps kop Afb. 59: Groepskop Hier kunnen secties op een pagina worden gemaakt. Daarmee kunnen bijvoorbeeld paginalinks worden samengevat en benoemd worden (bijvoorbeeld begane grond als groepskopnaam → daaronder volgt een lijst met alle paginalinks voor deze etage). Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam groepskop...
Pagina 98
Inbedrijfname 8.6.12.10 J aloezie Afb. 60: Jaloezie Via het element ‘Jaloezie’ kan een jaloeziesturing worden ingericht. Hiermee kan dan een jaloezie worden bediend. Hiervoor moeten door de installateur 2 schakelaars worden ingericht. Bij het indrukken [lange bediening → van een impulsdrukker] wordt de beweging van de jaloezie gestart.
Pagina 99
Inbedrijfname 8.6.12.11 C amera Afb. 61: Camera Hierbij kan direct toegang worden gekregen tot geïntegreerde intercomcamera's. De camerabeelden worden afhankelijk van het indicatietype in de app weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Cameranaam: Naam van de cameratoepassing ■ Indictietype: Hier kan worden vastgelegd, of er alleen tot één of tot meerdere camera's toegang ■...
Pagina 100
Inbedrijfname 8.6.12.12 L ege zone Afb. 62: Lege zone Hier kunnen lege zones (paginadelen zonder inhoud. zogenaamde ‘plaatshouders') op een pagina worden gemaakt. Daarmee kunnen pagina's overzichtelijker gestructureerd worden (zo kunnen delen beter van elkaar onderscheiden worden). Meer instel-/selectiemogelijkheden: Lage hoogte: De hoogte van de zone kan worden verkleind.
Pagina 101
Inbedrijfname 8.6.12.13 L uc htdruk weergeven Afb. 63: Luchtdruk weergeven Hiermee kan de actuele luchtdruk van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie luchtdruk ■ Luchtdruk: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres ■ Kleur functielijn: Vastleggen welke kleur de functielijn heeft. ■...
Pagina 102
Inbedrijfname 8.6.12.14 L uc htvoc htigheid weergeven Afb. 64: Luchtvochtigheid weergeven Hiermee kan de actuele luchtvochtigheid van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie luchtvochtigheid ■ Luchtdruk: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres ■ Kleur Vastleggen welke kleur de functielijn heeft. ■...
Pagina 103
Inbedrijfname 8.6.12.15 R G B -bediening Afb. 65: RGB-bediening Hiermee kan een RGB-bedieningselementen voor geschikte lampen (leds, Philips Hue etc.) worden ingericht. De toewijzing vindt plaats met geselecteerde elementen (groepsadressen). Voor de lampen kunnen dan bepaalde instellingen worden aangepast. Zo kunnen bijvoorbeeld de kleuren gewisseld of het aandeel warm wit aangepast worden.
Pagina 104
Inbedrijfname 8.6.12.16 S c hakelaar Afb. 67: Schakelaar Via het element ‘Schakelaar’ kan een lichtbesturing worden ingericht. Hier kan dan een toegewezen lamp uit- en ingeschakeld worden. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam schakelaar (bijvoorbeeld naam van lamp die wordt geschakeld) ■ Schakelaar: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres van een lichtaktor.
Pagina 105
Inbedrijfname 8.6.12.17 P aginalink AFb. 68: Paginalink Hiermee kan direct naar een aangemaakte pagina worden gelinkt. Deze wordt daarmee geopend. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Op pagina: Selecteren van de pagina waarnaar moet worden gelinkt. Deze pagina's moeten ■ vooraf worden aangemaakt. Pas dan worden ze weergegeven. De selectie wordt dan als naam weergegeven.
Pagina 106
Inbedrijfname 8.6.12.18 S tatis c he teks t Afb. 69: Statische tekst Hiermee kan een statische tekst in de app worden weergegeven. Dit is alleen een tekstindicatie en heeft daarnaast geen functie. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: De tekst die hier wordt ingevoerd, wordt zo in de app weergegeven. ■...
Pagina 107
Inbedrijfname 8.6.12.19 S c ène Afb. 70: Scène Via het element ‘Scène’ kan een scène worden toegewezen. Door op dit element te klikken/tikken wordt de scène gestart. De scènes moeten vooraf door de installateur worden aangemaakt. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam scène (bijvoorbeeld wekken) ■...
Pagina 108
Inbedrijfname 8.6.12.20 Impuls drukkerreeks Afb. 71: Impulsdrukkerreeks Bij een impulsdrukkerreeks kunnen tot 6 individuele impulsdrukkers worden weergegeven. Iedere impulsdrukker kan een andere functie activeren of verschillende waarden versturen. De symbolen kunnen verschillen afhankelijk van de toestand. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Aantal Selecteren hoeveel impulsdrukkers (tot 6) in een reeks moeten worden ■...
Pagina 109
Inbedrijfname Status GA Toewijzing van een bijbehorend status-groepsadres. De volgende mogelijkheden ■ zijn er: – Schakelaar (DPT 1.x) – Dimmer (DPT 5.001) – 1-bit-waarde (DPT 1.x) – 1-byte-waarde (DPT 5.010) – 2-byte-waarde (DPT 9.x float) – 2-byte-waarde (DPT 7.x) – 2-byte-waarde (DPT 8.x) –...
Pagina 110
Inbedrijfname 8.6.12.21 T emperatuur weergeven Afb. 72: Temperatuur weergeven Hiermee kan de actueel gemeten temperatuurwaarde van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie temperatuur ■ Temperatuur: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres ■ Aantal Hiermee kan worden vastgelegd hoeveel cijfers achter het decimale teken ■...
Pagina 111
Inbedrijfname 8.6.12.22 T emperatuur wijzigen Afb. 73: Temperatuur wijzigen Via het element ‘Temperatuur wijzigen’ kan een temperatuurregeling worden ingesteld. Hiermee kan dan bij een toegewezen temperatuurregelaar (thermostaat) de temperatuur verlaagd of verhoogd worden. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam van thermostaat (bijvoorbeeld naam van de RTR die wordt ■...
Pagina 112
Inbedrijfname Afb. 74: Objecten / groepsadressen (De nummer van de groepsadressen zijn slechts voorbeelden) 2. Deze groepsadressen moeten dan in een project Busch-ControlTouch ® worden aangemaakt: Afb. 75: Groepsadressen 3. De aangemaakte functies moeten dan met het bedieningselement ‘Temperatuur wijzigen’ worden verbonden: Afb.
Pagina 113
Inbedrijfname 8.6.12.23 UP nP -s c huifs c hakelaar Afb. 77: UPnP-schuifschakelaar Hiermee kunnen commando's (bijvoorbeeld volume aanpassing) naar aangesloten uPnP- apparaatcomponenten worden verzonden die onder ‘Project → Commando's’ (zie hoofdstuk “Commando's“ op pagina 50) zijn aangemaakt. In dit geval vindt de besturing plaats via een schuifschakelaar / toetsregelaar als bedieningselement.
Pagina 114
Inbedrijfname 8.6.12.24 V ariabele teks t Afb. 78: Variabele tekst Hiermee kunnen variabele teksten van KNX- of uPnP-apparaten worden weergegeven. Zo kan bijvoorbeeld de actuele artiest worden weergegeven van het lied dat op dat moment wordt afgespeeld. Bij het wisselen van het lied verschijnt dan ook een andere tekst. Voor deze functie moeten geschikte apparaten in het systeem beschikbaar zijn, zodat deze kunnen worden toegewezen.
Pagina 115
Inbedrijfname Afhankelijk van de selectie worden beschikbare apparaten weergegeven. Deze kunnen worden geselecteerd. Kleur Vastleggen welke kleur de functielijn heeft. Voor dit soort functies is eigenlijk grijs ■ functielijn: gepland. Voor de ‘Variabele tekst UPnP’ kunt u de volgende bijzondere waarden gebruiken. ■...
Pagina 116
Inbedrijfname 8.6.12.25 Webs ite Afb. 79: Website Hiermee kan een directe link worden gemaakt naar een website (internetsite). Deze wordt daarmee geopend. Deze functie kan bijvoorbeeld ook voor de bediening van een alarmsysteem of een audioserver via het internet worden gebruikt. Via deze link kan echter ook bijvoorbeeld een app worden geopend.
Pagina 117
Inbedrijfname 8.6.12.26 Waarde weergeven Afb. 80: Waarde weergeven Hiermee kunnen actueel verzonden waarden van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam waarde-indicatie: ■ Toewijzing van een bijbehorend status-groepsadres. De volgende Waarden: ■ mogelijkheden zijn beschikbaar: – Schakelaar (DPT 1.x) –...
Pagina 118
Inbedrijfname Opmerking U kunt de volgende speciale combinaties in het veld voor de eenheden gebruiken: [deg] voor ° - [2] voor ² - [3] voor ³ Als geen weergavewaarde wordt geselecteerd, wordt niets weergegeven. Waardefactor: = alle waarden worden met de aangegeven factor vermenigvuldig en het ■...
Pagina 119
Inbedrijfname 8.6.12.27 Waarderegelaar Afb. 81: Waarderegelaar Hiermee kunnen waarden van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven en tegelijkertijd met impulsdrukkers worden aangepast. Bij een verstelling worden de waarden altijd direct geactualiseerd weergegeven. Daarmee kunnen hiermee waarden worden verstuurd en ontvangen. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam van waarderegelaar (bijvoorbeeld beschrijving van apparaat).
Pagina 121
Inbedrijfname 8.6.12.28 Waardezender Afb. 82: Waardezender Hiermee kunnen waarden naar een geselecteerd element (groepsadres) worden verzonden. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam van waardezender (bijvoorbeeld beschrijving van apparaat). ■ Waarde zenden: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres. Waarden worden verzonden. ■ De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: –...
Pagina 122
Inbedrijfname 8.6.12.29 Waardetas ter Afb. 83: Waarde-impulsdrukker Hiermee kunnen waarden naar een geselecteerd element (groepsadres) via een impulsdrukker worden verzonden. Het is mogelijk dat bij het indrukken van de impulsdrukker andere waarden worden verstuurd dan bij het loslaten van de impulsdrukker. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam van waarde-impulsdrukker (bijvoorbeeld beschrijving van apparaat).
Pagina 123
Inbedrijfname van de tekst wordt weergegeven. Kleur functielijn: Voor functies van dit type is grijs gepland. ■ Voor dit soort functies is grijs gepland. Producthandboek 2CKA002273B8903 │123...
Pagina 124
Inbedrijfname 8.6.12.30 Winds nelheid weergeven Afb. 84: Windsnelheid weergeven Hiermee kan de actuele windsnelheid van een geselecteerd element (groepsadres) worden weergegeven. Meer instel-/selectiemogelijkheden: Naam: Naam statusindicatie windsnelheid ■ Windsnelheid: Toewijzing van een bijbehorend groepsadres ■ Kleur functielijn: Voor functies van dit type is grijs gepland. ■...
Pagina 125
Inbedrijfname 8.6.13 P agina 's wis s en Ieder profiel(pagina-)element kan ook weer worden gewist. 1. Selecteer in de rechter menukolom het profiel. Het profiel wordt geopend. 2. Selecteer daarna in de rechter menukolom de pagina met het element dat moet worden gewist.
Pagina 126
Inbedrijfname 8.6.15 P agina 's k opiëren Iedere pagina kan met alle gegevens ervan ook worden gekopieerd. Dat heeft het voordeel dat men een pagina kan toepassen waarbij men bijvoorbeeld voor een andere eindklant slechts enkele instellingen hoeft aan te passen. 1.
Pagina 127
Inbedrijfname 8.6.17 A larmen Alarmmeldingen kunnen via push-notificatie of e-mail naar vermelde ontvangers / mobiele toestellen worden verstuurd. De alarmmeldingen kunnen worden geconfigureerd. Hieronder wordt in het algemeen toegelicht hoe de functie ‘Alarmen’ wordt geopend en aangepast kan worden. De verschillende aanpassingsmogelijkheden worden in de onderstaande paragrafen beschreven.
Pagina 128
Inbedrijfname Afb. 88: Configuratiepagina De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’ in de menubalk verplaatst. Hierdoor verschijnt het apparaat niet meer in de lijst. Gearchiveerde apparaten en projecten kunnen nog steeds worden bewerkt.
Pagina 129
Inbedrijfname Opmerking Eerst moet vooraf een profiel worden aangemaakt . Afb. 89: Profiel invoerveld 1. Selecteer in de menukolom het profiel in de menukolom. Het profiel wordt geopend. Afb. 90: Overzicht alarmen 2. Tik op ‘Alarmen’ in de menukolom. Het overzicht van de aangemaakte alarmen en de ontvangers ervan worden in een overzichtslijst weergegeven.
Pagina 130
Inbedrijfname 8.6.17.3 Alarm maken en toevoegen Er kunnen op ieder moment extra alarmen worden aangemaakt en toegevoegd. 1. Open de functie ‘Alarmen’. Afb. 91: Alarm toevoegen 2. Tik in de menukolom op ‘Alarm toevoegen’. U kunt een alarm aanmaken en de benodigde instellingen aanpassen. Naam: Wijs een typische naam tot voor de alarmmelding die de alarmsituatie omschrijving ■...
Pagina 131
Inbedrijfname 8.6.17.4 Alarm aanpas s en Bestaande alarmen kunnen op ieder moment worden aangepast. 1. Open de functie ‘Alarmen’. 2. Tik in de menukolom op het alarm dat moet worden aangepast. Het alarm wordt geopend. U kunt nu de instellingen aanpassen. 3.
Pagina 132
Inbedrijfname V erdere ins tellingen (c o nfiguratiepagina ) Via de configuratiepagina kunnen verdere instellingen voor het apparaat worden aangepast. In de volgende paragrafen volgt een toelichting op de menu-items in de menukolom (uitzondering: uitnodiging aan eindklant verzenden). 8.7.1 C onfig uratiepagina openen Open de pagina MyBuildings portal en meld u aan.
Pagina 133
Inbedrijfname De configuratiepagina verschijnt. Opmerking De gebruiker kan apparaten en projecten archiveren, door op het activeringschakelvlak (pijl wijst naar archief) te klikken. Daardoor wordt het apparaat of project onder ‘Archief’ in de menubalk verplaatst. Hierdoor verschijnt het apparaat niet meer in de lijst. Gearchiveerde apparaten en projecten kunnen nog steeds worden bewerkt.
Pagina 134
Inbedrijfname Opmerking Alleen geactiveerde gebruikers kunnen in de app-instellingen worden geselecteerd. De verbindingsparameters van de gebruiker worden weergegeven. Een QR-code wordt automatisch gegenereerd. 8.7.3 L ok ale gebruik er Op de configuratiepagina kan worden bepaald, welke gebruiker van het apparaat en de app welke toegangsrechten heeft.
Pagina 135
Inbedrijfname 8.7.3.2 G ebruiker maken en toevoegen Er kunnen op ieder moment extra gebruikers worden aangemaakt en toegevoegd. 1. Open de functie ‘Lokale gebruiker’. Ga hiervoor te werk zoals beschreven in Hoofdstuk 8.7.3 “Lokale gebruiker “ op pagina 134. 2. Klik/tik in de rechter menukolom op ‘Nieuwe toevoegen’. Afb.
Pagina 136
Inbedrijfname 8.7.3.3 G ebruiker aanpas s en Bestaande gebruikers kunnen op ieder moment worden aangepast. 1. Open de functie ‘Lokale gebruiker’. 2. Tik in de menukolom op de gebruiker die moet worden aangepast. De gebruiker wordt geopend. U kunt nu de instellingen aanpassen. 3.
Pagina 137
Inbedrijfname 8.7.4.2 R ollen maken en toevoegen Er kunnen op ieder moment extra gebruikers worden aangemaakt en toegevoegd. Opmerking De rol ‘Standaard' wordt automatisch aangemaakt. Deze bevat de belangrijkste basisinstellingen en kan niet worden gewist. Deze kan echter met het ‘kopieersymbool’ rechtsboven worden gekopieerd en dan als een nieuwe rol worden bewerkt.
Pagina 138
Inbedrijfname 8.7.4.3 R ollen aanpas s en Bestaande rollen kunnen op ieder moment worden aangepast. 1. Open de functie ‘Toegangsrechten’. 2. Tik in de menukolom op de rol die moet worden aangepast. De rol wordt geopend. U kunt nu de instellingen aanpassen. 3.
Pagina 139
Inbedrijfname 8.7.6 Ins tallateurs ac c o unt afmelden A a nmelding va n ins tallateur beves tigen Via de configuratiepagina van het apparaat kan de eindgebruiker dwingend vastleggen dat het account van een installateur van een apparaat wordt afgemeld (echter alleen als de eindgebruiker en de installateur niet dezelfde persoon zijn).
Pagina 140
Inbedrijfname 1. Open de functie ‘iOS Widget’. Afb. 100: iOS Widget 2. Daarna klikt/tikt u op ‘+’ om een impulsdrukker toe te voegen. 3. Kies een impulsdrukker. Pas de instellingen van het type impulsdrukker aan (zie soortgelijke elementen). 4. Klik/tik ter afsluiting op het schakelvlak ‘Opslaan’. De impulsdrukker wordt vervolgens op het beeld van de iPhone weergegeven.
Pagina 141
Inbedrijfname ® C onfig uratie in de B us c h-C o ntrolT ouc h laden Om de instellingen van de configuratiepagina in een Busch-ControlTouch ® te laden, moet een verbinding met het apparaat bestaan. Deze verbinding kan eenvoudig via een speciaal programma, de zogenaamde ‘IP-Finder’...
Pagina 142
Inbedrijfname Ins tellingen in het apparaat (direc te toeg ang) Enkele instellingen kunnen alleen via een directe toegang op het apparaat worden aangepast. Deze instellingen zijn dan ook alleen speciaal voor dit apparaat beschikbaar. Voor dit doel met een verbinding met het apparaat bestaan. Deze verbinding wordt reeds bij het laden van de configuratie op het apparaat gemaakt.
Pagina 143
Inbedrijfname 8.9.1 A lgemene ins tellingen Via ‘Instellingen’ kunnen algemene instellingen voor het systeem worden aangepast. Afb. 103: Instelling systeem Informatie over de inbouwplaats van het apparaat (aanpassingen na de eerste inbedrijfname, bijvoorbeeld na locatiewissel van apparaat) Taal: Vastleggen in welke taal de teksten worden weergegeven ■...
Pagina 144
Inbedrijfname Afb. 104: Configuratie en diagnose Configuratie Persoonlijke configuratie laden (ook Gegevens van de configuratiepagina van het apparaat laden ■ schakelvlak ‘Configuratie laden’): Configuratie exporteren: Een bestand met configuratiegegevens opslaan. Dit bestand ■ kan dan via ‘Configuratie importeren’ in andere apparaten worden geïmporteerd.
Pagina 145
Inbedrijfname 8.9.2 S tatus indic aties Via ‘Status’ kan de actuele systeemstatus worden ingezien. Bovendien kan via het schakelvlak ‘Internetverbinding controleren’ de internetverbinding worden getest. Afb. 105: Status Opmerking Als de tijdinstelling niet correct is, wordt op de statuspagina een ‘Sync-symbool’ weergegeven.
Pagina 146
Inbedrijfname 8.9.3 O ptioneel s c ènes mak en Via ‘Scènes’ kunnen scènes worden gemaakt en beheerd. Opmerking De groepsadressen en componenten voor de scènes moeten vooraf in de ETS zijn aangemaakt. S c ène aanmaken In de onderste lijst worden alle componenten weergegeven waaraan scènes zijn toegewezen. Afb.
Pagina 147
Inbedrijfname ’Alles selecteren’ wordt gebruikt, kunnen bijvoorbeeld ook alle bestanddelen in één keer worden geactiveerd. 4. Bestanddelen van een scène kunnen ook met het vuilnisbaksymbool worden gewist. 5. Sla de aanpassingen op met het schakelvlak ‘Wijzigingen toepassen’. 6. Voor deze scène worden dan de geactiveerde scènebestanddelen weergegeven. 7.
Pagina 148
Inbedrijfname 8.9.4 O ptioneel mak en va n tijdprog ramma's (tijds c hak elk lok ) Via ‘Tijdschakelklok’ kunnen tijdprogramma's worden gemaakt en beheerd. Opmerking De tijdprogramma's kunnen ook in de app worden gemaakt en aangepast! T ijdprogramma aanmaken Afb. 108: Tijdschakelklok Hieronder worden de instelmogelijkheden voor de tijdprogramma's beschreven: Naam: Voer een naam in voor het tijdprogramma dat wordt gemaakt.
Pagina 149
Inbedrijfname – Datum/tijd wordt verzonden – Er kan een scène worden geselecteerd – Groepsadres Afhankelijk van de geselecteerde actie kunnen verdere instellingen (bijvoorbeeld aan of uit) plaatsvinden. 1. Ter afsluiting wordt het tijdprogramma via het schakelvlak ‘Aan’ opgeslagen. Het tijdprogramma verschijnt in de overzichtslijst. Met ‘+’...
Pagina 150
Inbedrijfname Afb. 109: Netwerkinstellingen De DHCP-functie kan hier worden gedeactiveerd/geactiveerd. Bovendien kunnen ook uitgebreide netwerkinstellingen worden aangepast. Hier kan bijvoorbeeld een andere poort toegewezen worden. De poort ‘2199’ is de veilige toepassingspoort voor de verbinding van het apparaat met het internet. Het apparaat kan dan ook via het internet worden bediend. De poort is reeds vooraf ingesteld.
Pagina 151
Inbedrijfname HT T P S -toegang voor lokale ins tellingen Naast HTTP (poort 80 en 8000) is ook HTTPS beschikbaar. Bij de start na een update maakt de apparaateenheid automatisch een zelf gesigneerd certificaat en maakt verbinding met de HTTPS (standaardpoort 443). Voordat de toegang wordt toegestaan, moet in de meeste browsers het zelf gesigneerde certificaat handmatig worden geaccepteerd.
Pagina 152
Inbedrijfname 8.9.6 Integratie uP nP -appa raten Met ‘Instellingen – protocollen’ kan de functie ‘uPnP’ worden gedeactiveerd/geactiveerd. Als de functie geactiveerd is, worden uPnP-apparaten automatisch in het netwerk gevonden. Ze kunnen aan in functies van de Busch-ControlTouch ® worden toegewezen. Afb.
Pagina 153
Inbedrijfname 8.9.7 K NX -ins tellingen aa npas s en Met ‘Instellingen – protocollen’ kunnen de KNX-instellingen worden aangepast. Afb. 112: KNX-instelling De volgende instellingen kunnen worden aangepast: KNX-protocol: De-/activering mogelijk. Bij activering wordt het protocolverkeer ■ ook onder ‘Status’ weergegeven. Fysiek adres KNX>...
Pagina 154
Inbedrijfname 8.9.8 G ebruik ers protoc ollen Met ‘Instellingen protocollen’ kunnen de gebruikersprotocollen geactiveerd/gedeactiveerd worden. Bij activering wordt het protocolverkeer ook onder ‘Status’ weergegeven. Afb. 113: Gebruikersprotocol 1. Ter afsluiting worden de aanpassingen met het schakelvlak ‘Toepassen’ opgeslagen. Opmerking Het protocolvenster (zie onder ‘Status’) wordt na enkele seconden vernieuwd. Bovendien worden twee schakelvlakken weergegeven waarmee de vernieuwing kan worden gestopt of weer worden gestart.
Pagina 155
Inbedrijfname 8.9.9 W ac htwoo rd wijzigen Via ‘Instellingen – protocollen’ kunnen ook de gebruikersnaam en het wachtwoord achteraf worden aangepast. Afb. 114: Gebruikersnaam en wachtwoord 1. Ter afsluiting worden de aanpassingen met het schakelvlak ‘Toepassen’ opgeslagen. 8.9.10 A uto ris atie verlenen Via instellingen –...
Pagina 156
Inbedrijfname 8.9.11 C onfig uratie P hilips H ue Via ‘Instellingen – protocollen’ kan een configuratie met Philips Hue worden gemaakt. Afb. 115: Instelling protocollen 1. Voer het IP/adres van de Hue Bridge in. [1] Impulsdrukker Afb. 116: Impulsdrukker Phillips HUE 2.
Pagina 157
Inbedrijfname 3. Daarna moet het schakelvlak ‘Toepassen’ worden ingedrukt. De volgende configuratievereisten moeten worden opgevolgd. Alle Hue-componenten moeten vooraf via het Hue-systeem correct geconfigureerd zijn. ■ Een Hue-component moet zowel een zendend groepsadres als een statusgroepsadres ■ afbeelden. Dit vindt volgens het onderstaande schema plaats: ‘HUE : ’...
Pagina 158
Inbedrijfname Afb. 117: Apparaat opnieuw starten Met ‘Instellingen – Systeem’ kan een apparaat opnieuw worden gestart. 8.9.15 R es etten op fabriek s ins tellingen Afb. 118: Fabrieksinstellingen Met ‘Instellingen – systeem’ kan het apparaat worden gereset op de fabrieksinstellingen. Het .xec-exportbestand bevat ook de gegevens en instellingen van de aanwezigheidssimulatie.
Pagina 159
Inbedrijfname 8.9.16 R emote-toegang (toegang op afs ta nd) via MyB uildings po rtal ac tiveren Opmerking De functie kan worden gebruikt zonder portforwarding of VPN. Voor de activering is een registratie vereist. Registreert u zich eerst voor deze service (registratie via MyBuildings portal) voor de activering op het apparaat en in de app.
Pagina 160
Inbedrijfname 8.9.17 A a nwezigheids s imulatie – zelfleerfunc tie Op de pagina ‘Aanwezigheidssimulatie’ kan de simulatiestatus worden gewijzigd (met schakel:vlakken: afspelen/opnemen/stoppen). Verdere functies: Het aantal per dag opgenomen telegrammen wordt weergegeven. ■ Bovendien kunnen opgenomen telegrammen geëxporteerd (csv-formaat) en opgenomen ■...
Pagina 161
Inbedrijfname 8.10 A pp ins talleren en ins tellen Via de app kan het huisautomatiseringssysteem direct worden bestuurd. Hiermee kunnen bijvoorbeeld lampen handmatig in- of uitgeschakeld worden. Opmerking Als het apparaat in het lokale netwerk geïntegreerd is, is voor de bedienen ■...
Pagina 162
Inbedrijfname 8.10.3 Ins tellingen Opmerking Het apparaat moet in bedrijf worden genomen en in het netwerk geïntegreerd zijn. Voor de toegang is een internetverbinding nodig. In de regel wordt de verbinding met het apparaat automatisch gemaakt. Gevraagd wordt dan welk profiel moet worden gebruikt. Anders moeten de verbindingsparameters ingevuld worden. In de volgende werkstappen wordt beschreven hoe de verbindingsparameters handmatig kunnen worden ingevoerd.
Pagina 163
Inbedrijfname 4. Activeer ‘Meerdere configuraties’ zodat tot 5 accounts (configuraties) kunnen worden geselecteerd. Daarmee kunnen bijvoorbeeld tot 5 apparaten met de app worden bediend. De apparaten bevinden zich als voorbeeld in 5 verschillende gebouwen. 5. Selecteer nu het account. Hiervoor zijn meerdere mogelijkheden beschikbaar: Selecteren door scrollen van rechts naar links (via menupagina ‘Configuratie’) ■...
Pagina 164
Inbedrijfname 6. Selecteer nu het profiel. Klik/tik op ‘Profiel’. 7. Bepaal nu een profiel dat de app moet toepassen. De invoer moet hier met het vinkje worden bevestigd. 8. Laad nu het configuratieprofiel (→ ‘Configuratieprofiel laden’) Producthandboek 2CKA002273B8903 │164...
Pagina 165
Inbedrijfname V erdere ins tellingen: P IN Via ‘PIN’ kan worden bepaald of voor de aanpassing van functie in de app een wachtwoord moet worden ingevoerd. Het volgende venster verschijnt: 1. Voer een pincode in. 2. Bepaal bovendien voor welke functie een pincode moet worden ingevoerd. 3.
Pagina 166
Inbedrijfname V erdere ins tellingen: toegang op afs tand Via ‘Toegang op afstand’ kan worden bepaald of de KNX-toegang op afstand gedeactiveerd/geactiveerd wordt. Bij activering wordt de KNX-interface vrijgegeven. Dan is voor de afstandsbediening geen VPN-tunnel nodig. De vrijschakeling voor de toegang via de app wordt voor 8 uur gegeven.
Pagina 167
Inbedrijfname 8.10.4 V oorins tellingen Via ‘Voorinstellingen’ kunnen instellingen voor de weergave en andere waarden worden aangepast. 1. Open de app. 2. Klik/tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: 3. Klik/tik op ‘Voorinstellingen’. Het volgende venster verschijnt: Producthandboek 2CKA002273B8903 │167...
Pagina 168
Inbedrijfname 4. De volgende instellingen kunnen voor de weergave worden aangepast (aanpassingen worden meteen toegepast): Uitlijning: Hier wordt vastgelegd of de uitlijning van de app horizontaal of ■ verticaal is. Paginaschaal: Hier wordt vastgelegd in welke schaal de app wordt weergegeven ■...
Pagina 169
Inbedrijfname 8.10.5 S c ènes Opmerking Toegang kan worden beveiligd met een pincode (zie hoofdstuk “Instellingen “ op pagina 162) Met scènes kan de eindklant een hele reeks van acties activeren door bijvoorbeeld slechts één keer een schakelaar te bedienen. De eindklant kan de scènes zelf in de app samenstellen. Hiervoor moet de installateur (vakkundige klant) vooraf echter een basisconstructie met scènes gemaakt heffen waarop de Busch-ControlTouch ®...
Pagina 170
Inbedrijfname S c ène toevoegen 1. Tik op ‘Scènes’. 2. Tik op ‘Scène toevoegen’. 3. Wijs een naam toe. 4. Scènebestanddelen toevoegen 5. Tik daarna op ‘Functie toevoegen’. 6. Selecteer uit de lijst een scènebestanddeel. In de overzichtslijst van de scène kunnen de toegevoegde scènebestanddelen nu door direct tikken worden gedeactiveerd/geactiveerd.
Pagina 171
Inbedrijfname V erdere func ties 1. Voor de live-preview moet u de gewenste scène selecteren. 2. Tik daarna op ‘Live-preview’. Er wordt een haakje geplaatst. Daarna kan de scène via de visualisering (user interface) worden opgeroepen. De scène wordt dan voor testdoeleinden direct afgespeeld. 1.
Pagina 172
Inbedrijfname 8.10.6 T ijds c hak elk lok – tijdprogra mma's Opmerking Toegang kan worden beveiligd met een pincode (zie hoofdstuk “Instellingen “ op pagina 162) Hiermee kunnen tijdprogramma's worden gemaakt en beheerd. 1. Open de app. 2. Tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: Tik op ‘Tijdschakelklok’.
Pagina 173
Inbedrijfname 1. Kies het gewenste tijdprogramma. In het venster kan het tijdprogramma worden aangepast. De instelmogelijkheden zijn zoals beschreven in Hoofdstuk 8.9.4 “Optioneel maken van tijdprogramma's (tijdschakelklok) “ op pagina 148. T ijdprogramma wis s en 1. Veeg van rechts naar links over het tijdprogramma-item in de lijst. ‘Wissen’...
Pagina 174
Inbedrijfname 8.10.7 A larmenlijs t Opmerking Toegang kan worden beveiligd met een pincode (zie hoofdstuk “Instellingen “ op pagina 162) 1. Open de app. 2. Tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: 1. Om de alarmenlijst te openen tikt u op ‘Alarmenlijst’. In het venster worden alle gemelde alarmmeldingen weergegeven.
Pagina 175
Inbedrijfname 8.10.8 C onfig uratieprofiel laden 1. Open de app. 2. Tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: 3. Laad nu het configuratieprofiel (→ ‘Configuratieprofiel laden’) Opmerking Het profiel kan op ieder moment worden vernieuwd, door de menuweergave naar onderen te trekken. Afb.
Pagina 176
Inbedrijfname QR-codescanner 8.10.9 In het configuratiemenu kan de functie QR-scanner worden geopend. Met deze functie kunnen gebruikers direct een ControlTouch configuratie-QR-code voor het instellen van een account scannen. Na het scannen wordt het wachtwoord gevraagd en het beeldscherm voor het instellen van het gebruikersaccount weergegeven.
Pagina 177
Inbedrijfname 8.10.10 Informatie o ver gegevens bes c herming 1. Open de app. 2. Tik op het gereedschapssymbool. Het volgende venster verschijnt: 1. Tik op ‘Over’. In het venster wordt informatie over gegevensbescherming weergegeven. Producthandboek 2CKA002273B8903 │177...
Pagina 178
Inbedrijfname 8.10.11 A a nwezigheids s imulatie Opmerking Toegang kan worden beveiligd met een pincode (zie hoofdstuk “Instellingen “ op pagina 162) In het menu ‘Aanwezigheidssimulatie’ kan de gebruiker componenten (groepsadressen) aan de aanwezigheidssimulatie toevoegen die later moeten worden opgenomen en afgespeeld. Alle voor scènes en tijdschakelklokken beschikbare KNX-componenten worden hier weergegeven.
Pagina 179
Inbedrijfname 8.11 A pp voor A pple W atc h ins talleren en ins tellen Het huisautomatiseringssysteem kan direct met de app worden bestuurd. Hiermee worden bijvoorbeeld lampen handmatig in- en uitgeschakeld. In de app worden alleen de voor de Apple Watch vrijgegeven menupagina's en pagina weergegeven.
Pagina 180
Inbedrijfname Opmerking Deze functie is in de basisinstelling altijd geactiveerd. P rofielen overdragen Nadat een profiel in de app van de smartphone (voorbeeld) is geladen () is het direct in deze app beschikbaar. Voor de overdracht van deze app naar de app van de Apple Watch gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 181
Inbedrijfname 8.12 A ppa raat wis s en Opmerking U dient er rekening mee te houden dat bij aanpassingen van een apparaat altijd toegang via de MyBuildings portal moet plaatsvinden. Open de toepassing ‘Busch-ControlTouch’ (pad: Startpagina -> Service & Tools -> MyBuildings portal->...
Pagina 182
Updatemogelijkheden Updatemogelijkheden F irmware-update Opmerking Hiervoor is toegang tot het apparaat nodig (zie hoofdstuk “Instellingen in het apparaat (directe toegang) “ op pagina 142). Met ‘Instellingen – systeem’ kan de firmware worden geüpdatet. Afb. 123: Firmware-update 1. Tik op het schakelvlak ‘Zoeken’. Het zoeken wordt gestart.
Pagina 183
Onderhoud Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op garantie! Het apparaat moet toegankelijk zijn om een correcte werking, keuring, visuele controle, onderhoud en reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
Pagina 184
Index Index Eerste inbedrijfname apparaat (directe toegang) ... 34, 37, 82, 83, 142 Aanmelding ........... 37 Eisen aan de installateur ........19 Aanmelding / registratie ......26, 28, 31 Elektrische aansluiting ........ 21, 28 Aanmelding van installateur bevestigen ....139 Aansluiting, inbouw / montage ......
Pagina 185
Index Nieuwe pagina maken ........87 Scène............107 Scènes ............169 Onderhoud ..........183 Schakelaar ..........104 Opbouw en functie .......... 12 Scripts ............58 Opmerkingen over de handleiding ......6 Scripts maken ..........60 Opmerkingen over milieubescherming ....11 Standaard-pagina oproepen .......
Pagina 186
Bij bestellingen gelden de Frankeneng 15 overeengekomen gedetailleerde 6716 AA Ede opgaven. ABB aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor eventuele fouten of onvolledige www. B US C H-J AE G E R . c om info.bje@de.abb.com gegevens in dit document.