o
De Parameter "Dwangmatige stand door object" instellen op "vrijgeven". De parameter
"Waarde voor dwangmatige stand (0...100%)" op de benodigde dwangmatige ventielstand
configureren. De parameter "Waarde voor dwangmatige stand ..." is evt. tweemaal zicht-
baar, wanneer de bedieningsmodusomschakeling is vrijgegeven. In dit geval kunnen ver-
schillende dwangmatige ventielposities voor zomer- en winterbedrijf in de ETS worden in-
gesteld.
De functie dwangmatige stand is vrijgegeven en het 1 bit communicatie-object "Dwangma-
tige stand" is in de ETS zichtbaar. Zodra via het object een "AAN"-telegram wordt ontvan-
gen, activeert het apparaat voor de ventieluitgang de dwangmatige stand en stuurt de ven-
tielaandrijving naar de ingestelde waarde voor de dwangmatige ventielpositie. De ventiel-
uitgang kan dan niet meer door stelgrootheidtelegrammen vanuit de bus worden aange-
stuurd.
Wanneer het apparaat via het dwangmatige functie-object een "UIT"-telegram ontvangt,
deactiveert dit de dwangmatige stand en wordt de busaansturing via de stelgrooheid weer
vrijgegeven. De voor of tijdens de dwangmatige stand laatst ontvangen en in het apparaat
ontvangen stelgrootheid wordt na beëindiging van de dwangmatige stand als nieuwe ge-
wenste stelgrootheidswaarde overgenomen.
o
De Parameter "Dwangmatige stand door object" instellen op "geblokkeerd".
De functie dwangmatige stand is uitgeschakeld, waardoor het betreffende object in de ETS
niet zichtbaar wordt.
Toch is of zijn de parameters "Waarde voor dwangmatige stand" of "Waarde voor dwang-
matige stand zomer" en "Waarde voor dwangmatige stand winter" in de ETS zichtbaar en
instelbaar, omdat bij busspanningsuitval en na terugkeer van de busspanning en na een
ETS-programmering de dwangmatige waarde als gewenste stelgrootheidswaarde kan wor-
den overgenomen en dus een parametreerbare waarde in de ETS aanwezig moet zijn.
i De dwangmatige stand heeft een hogere prioriteit dan de begrenzing van de stelgrootheid.
Zo wordt bij een dwangmatige stand altijd de in de ETS geconfigureerde gewenste stel-
grootheidswaarde op de ventieluitgang ingesteld en niet door de begrenzing van de stel-
grootheid begrensd. Aan het eind van de dwangmatige stand wordt echter weer rekening
gehouden met de begrenzing van de stelgrootheid, indien deze op dat tijdstip actief is. In
dit geval wordt de bijgewerkte stelgrootheid aan het einde van de dwangmatige stand be-
grensd.
i De bedieningsmodus (zomer/winter) kan ook tijdens een actieve dwangmatige stand via
het object worden omgeschakeld. In dit geval past het apparaat direct na de omschakeling
de pulsbreedtemodulatie aan op de ventielpositiewaarde van de geldige bedieningsmodus.
i Actualiseringen van het dwangmatige object van "AAN" naar "AAN" of van "UIT" naar "UIT"
geven geen reactie.
i Gedrag van de functie dwangmatige stand na terugkeer van de busspanning: bij een
busspanningsuitval wordt de toestand van het object "Dwangmatige stand" in het apparaat
permanent opgeslagen.
Een voor de uitval van de busspanning via het dwangmatige standobject geactiveerde
dwangmatige functie kan na terugkeer van de busspanning weer worden geactiveerd en
verder worden uitgevoerd, wanneer het "Gedrag na terugekeer busspanning" van de ven-
tieluitgang is geconfigureerd als "Toestand als voor busuitval". Anders is de dwangmatige
stand na terugkeer van de busspanning altijd niet actief.
Na terugkeer van de busspanning wordt de bedieningsmodus (zomer/winter) conform de
parameter "Bedieningsmodus na apparaatreset" geïnitialiseerd.
Na een ETS-programmering is de dwangmatige standfunctie altijd uitgeschakeld.
i De vastloopbeveiliging heeft een hogere prioriteit dan een dwangmatige stand, waardoor
het dwangmatig bedrijf door de vastloopbeveiliging wordt overruled. Daarentegen heeft de
dwangmatige stand een hogere prioriteit dan het noodbedrijf of het bedrijf via stelgrootheid-
stelegrammen.
Omschakeling bedieningsmodus zomer-/winterbedrijf
Voor de functie dwangmatige stand en voor noodbedrijf kunnen in de ETS constante ventielpo-
sitiewaarden (0...100%) worden geconfigureerd. Voor zover een dwangmatige stand of een
noodbedrijf werd geactiveerd, stuurt het apparaat op de ventieluitgang de ingestelde ventiel-
stand door een pulsbreedtemodulatie uit.
2273-1-7830 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 34 van 85