Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 8300 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement
worden
[DCA10303]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 9900 tpm
achtereen draaien.
DAU16842
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
OPMERKING
Tijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
DAU17085
uitlaatpijp iets verkleuren, maar dit is volko-
men normaal.
vervangen.
Gebruik en belangrijke rij-informatie
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
DCA10311
De motor en het uitlaatsysteem
Parkeer nooit op een helling of een
Parkeer niet nabij gras of andere
6-4
WAARSCHUWING
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
DAU17214
DWA10312
6