Achteruitkijkspiegels
De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
2
1
2
1. Rijstand
2. Parkeerstand
WAARSCHUWING
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-
pen alvorens weg te rijden.
Functies van instrumenten en bedieningselementen
DAU39672
De voorvork afstellen
Dit model is voorzien van instelbare vering.
De veervoorspanning, uitgaande demping
en ingaande demping van beide vorkpoten
kunnen worden ingesteld.
WAARSCHUWING
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
1
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.
LET OP
Let erop dat u de geanodiseerde af-
werking van de stelmoeren en -bou-
ten niet beschadigt bij het afstellen
van de vering.
Probeer nooit voorbij de maximum-
DWA14372
of minimuminstellingen te draaien
om schade aan de interne mecha-
nismen van de vering te voorko-
men.
Veervoorspanning
Draai de stelmoer in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelmoer in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.
Draai om de veervoorspanning in te stellen
DAU79923
de versteller in de richting (b) tot deze niet
verder kan en tel vervolgens het aantal sla-
gen in de richting (a).
1
DWA10181
(a)
DCA24120
1. Stelmoer veervoorspanning
OPMERKING
Als de versteller voor de veervoorspanning
in de richting (a) wordt gedraaid kan deze
mogelijk voorbij de aangegeven specifica-
4-23
(b)
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
0 Slag(en) in de richting (a)
Standaard:
6 Slag(en) in de richting (a)
Maximum (hard):
15 Slag(en) in de richting (a)
4