PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1. Remlichtschakelaar achterrem
2. Stelmoer remlichtschakelaar achterrem
Afstellen van de
remlichtschakelaar achterrem
De remlichtschakelaar, die wordt geacti-
6
veerd door het rempedaal, is correct afge-
steld wanneer het remlicht gaat branden
vlak voordat de remwerking intreedt. Stel zo
nodig de remlichtschakelaar als volgt af.
Terwijl de stelmoer wordt gedraaid, moet de
remlichtschakelaar op zijn plaats worden
gehouden. Draai de stelmoer richting a om
het remlicht eerder te laten branden. Draai
de stelmoer richting b om het remlicht later
te laten branden.
Controleren van de
voorremblokken en de
achterremschoenen
De remblokken van de voorremmen en de
remschoenen van de achterremmen die-
nen op de aangegeven tijden in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema te
worden gecontroleerd op slijtage.
DAU00713
DAU00720
Voor
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan worden
gecontroleerd zonder de rem te demonte-
ren. Let op de slijtage-indicatorgroef om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-
tage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
6-22
DAU00725