4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-9
voor de bediening van de choke.)
5. Start de motor door de startknop in te
drukken.
OPMERKING:
_
Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit
langer dan 10 seconden aaaneen draaien.
_
LET OP:
_
Als de contactsleutel naar "ON" wordt
gedraaid moet het waarschuwings-
lampje voor motorstoring enkele secon-
den branden en dan doven. Als het
waarschuwingslampje voor motorsto-
ring na starten gaat branden of knippert,
zet dan de motor onmiddellijk af en
vraag een Yamaha dealer het zelfdia-
gnosesysteem te testen.
_
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
6. Zet na het starten van de motor de
chokehendel tot halverwege terug.
LET OP:
_
De motor gaat het langst mee als hij
steeds eerst warmdraait alvorens weg te
rijden. Trek nooit snel op terwijl de mo-
tor nog koud is!
_
7. Zet de choke uit zodra de motor warm
is.
OPMERKING:
_
De motor is warm wanneer hij normaal rea-
DCA00101
geert op de gasbediening terwijl de choke
uit is gezet.
_
Starten van een warme motor
Volg dezelfde procedure als bij starten van
DCA00055
een koude motor, alleen is het gebruik van
de choke niet nodig als de motor warm is.
5-2
DAU01258
5