PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
Voorwiel
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasklembouten, de wielas-
bout en dan de remklauwbouten van
het voorwiel los.
6
1. Klembout voorwielas
2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf
"Ondersteunen
motorfiets".
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bout en de moer
los te halen.
DAU24360
4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
DAU33925
2
DWA10821
4
5
1. Remslanghouder
2. Bout en moer
3. Remklauwbout
4. Remklauw
5. Wielasbout
5. Verwijder de wielasbout, druk de wie-
las vanaf de linkerzijde naar buiten en
verwijder dan het wiel. LET OP: Be-
krachtig de rem niet nadat de rem-
klauwen zijn verwijderd, hierdoor
worden de remblokken tegen elkaar
geknepen.
van
de
1
3
[DCA11051]
6-40
1. Wielas
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Breng de asbout aan, laat het voorwiel
zover zakken dat het op de grond rust
en klap vervolgens de zijstandaard uit.
4. Monteer de remklauw aan elke zijde
door de bouten aan te brengen en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
OPMERKING
Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.
DAU33935