FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Van 13000 tpm tot 18000 tpm kan het con-
trolelampje worden ingesteld in stappen
van 200 tpm.
1. Druk de "RESET"-toets in om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten activeren.
2. Druk op de toets "SELECT" om het ge-
selecteerde motortoerental te bevesti-
3
gen. De instelfunctie gaat over naar de
functie deactiveren van het controle-
lampje schakelmoment.
Instellen van de functie deactiveren van het
controlelampje schakelmoment
OPMERKING
●
De functie deactiveren van het contro-
lelampje schakelmoment kan worden
ingesteld tussen 10000 tpm en 18000
tpm. Van 10000 tpm tot 13000 tpm kan
het controlelampje worden ingesteld in
stappen van 500 tpm. Van 13000 tpm
tot 18000 tpm kan het controlelampje
worden ingesteld in stappen van 200
tpm.
●
Denk eraan dat de deactiveerfunctie
op een hoger toerental moet worden
ingesteld dan de activeerfunctie, an-
ders zal het controlelampje schakel-
moment gedeactiveerd blijven.
1. Druk op de toets "RESET" om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten deactiveren.
2. Druk op de toets "SELECT" om het ge-
selecteerde motortoerental te bevesti-
gen. De instelfunctie gaat over naar de
functie helderheid van het controle-
lampje schakelmoment.
Instellen van de helderheid van het contro-
lelampje schakelmoment
1. Druk op de toets "RESET" om de ge-
wenste helderheid van het controle-
lampje te kiezen.
2. Druk de "SELECT"-toets in om de ge-
selecteerde helderheid van het contro-
lelampje
te
bevestigen.
rechterdisplay keert terug naar de kilo-
meterteller- of rittellerweergave.
3-13
Stuurschakelaars
Links
1. Lichtsignaalschakelaar "
2. Dimlichtschakelaar "
3. Richtingaanwijzerschakelaar "
Het
4. Claxonschakelaar "
5. Schakelaar alarmverlichting "
Rechts
1. Noodstopschakelaar "
2. Startknop "
"
DAU1234A
"
/
"
/
"
"
"
/
"