Inhoudsopgave
Advertenties
7.4 Configureer de CZV- en BZV-instellingen
Optie
RANGE LOCKED
(bereik vergrendeld)
PROGRAMMED
STREAMS
(geprogrammeerde
stromen)
VOC CYCLE (VOC-
cyclus)
TC CHECK STM (TC-
controle STM) 1 t/m 3
STREAM (stroom) x, x
RANGE (bereik) x
Stel de analyser zo in dat CZV- en/of BZV-informatie op het scherm Reactiegegevens
wordt weergegeven, indien nodig. Stel de waarden in die worden gebruikt om de CZV-
en/of BZV-resultaten te berekenen.
Beschrijving
Opmerking: De instelling RANGE LOCKED (bereik vergrendeld) is
beschikbaar als een of meer instellingen van de RANGE (bereik)
voor de stroomreeks is ingesteld op AUTO.
Hiermee stelt u in dat het werkbereik automatisch wijzigt (NO (nee))
of dat de instelling voor START-UP RANGE (opstartbereik) (YES
(ja), standaard) behouden blijft.
Toont het aantal geïnstalleerde en geconfigureerde stromen.
Opmerking: VOC CYCLE (VOC-cyclus) is alleen beschikbaar op
analysers die zijn geconfigureerd als VOC-systeem.
Hiermee stelt u de frequentie van TC-analysecycli en TC TIC- en
NPOC-analysecycli in (standaard 1). Wanneer VOC CYCLE (VOC-
cyclus) is ingesteld op 1, voert de analyser continu TC TIC- en
NPOC-analysecycli uit.
Wanneer VOC CYCLE (VOC-cyclus) is ingesteld op 10, voert de
analyser één TC TIC- en NPOC-analysecyclus uit en vervolgens
negen TC-analysecycli.
Opmerking: TC CHECK STM (TC-controle STM) is alleen
beschikbaar op analysers die zijn geconfigureerd als VOC-systeem.
Hiermee stelt u het %- en mgC/L-bereik voor TC-analyse in.
Wanneer VOC CYCLE (VOC-cyclus) groter is dan 1, voert de
analyser een TC TIC- en NPOC-analysecyclus voor de stroom uit
als het TC-resultaat niet binnen het %- en mgC/L-bereik ligt
(standaard: 10%, 5.000 mgC/L). Als de TC-resultaten binnen het %-
en mgC/L-bereik vallen, voert de analyser de geplande TC-
analysecycli uit.
Opmerking: Als CONTROL (controle) is ingesteld op EXTERNAL
(extern), regelt een extern apparaat (bijvoorbeeld Modbus-master)
de stroomvolgorde en het meetbereik.
Stelt het aantal reacties en het meetbereik voor elke stroom in.
STREAM (stroom) : De eerste instelling is het nummer van de
stroomklep. De tweede instelling is het aantal reacties dat op de
monsterstroom wordt uitgevoerd voordat de analyser reacties op de
volgende monsterstroom uitvoert. Wanneer STREAM (stroom) is
ingesteld op "- , -" en RANGE (bereik) is ingesteld op "-", wordt de
stroom niet gemeten.
RANGE (bereik) : Hiermee stelt u het meetbereik in voor elke
monsterstroom. Opties: 1, 2, 3 (standaard) of AUTO. Selecteer
OPERATION (bediening) > SYSTEM RANGE DATA (data
systeembereik) om de drie werkingsbereiken te bekijken.
Opmerking: De bereikoptie AUTO is uitgeschakeld in analysers
met meer dan één stroom.
Configuratie
59
Advertenties
Inhoudsopgave
