Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Hach BioTector B3500c Installatie En Bediening
Verberg thumbnails Zie ook voor BioTector B3500c:
Inhoudsopgave

Advertenties

DOC023.56.90713
BioTector B3500c/B3500s Online TOC Analyzer
Installatie en bediening
01/2024, Uitgave 2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Hach BioTector B3500c

  • Pagina 1 DOC023.56.90713 BioTector B3500c/B3500s Online TOC Analyzer Installatie en bediening 01/2024, Uitgave 2...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Specificaties ......................... 3 Hoofdstuk 2 Specificaties IECEx/ATEX-analyser ................ 7 Hoofdstuk 3 Algemene informatie ....................11 3.1 Veiligheidsinformatie........................11 3.1.1 Veiligheidssymbolen en -markeringen................11 3.1.2 Gebruik van gevareninformatie ..................12 3.1.3 Voorzorgsmaatregelen voor ozon..................12 3.2 Conformiteit met elektromagnetische compatibiliteit (EMC)............13 3.3 Naleving en certificeringsmarkeringen..................
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 6.10 Analyserbehuizing........................51 Hoofdstuk 7 Configuratie ........................ 57 7.1 Het meetinterval instellen......................57 7.2 De monsterpomptijden instellen....................57 7.2.1 Een test van de monsterpomp uitvoeren................57 7.3 De stroomvolgorde en het meetbereik instellen................. 58 7.4 Configureer de CZV- en BZV-instellingen.................. 59 7.5 De instellingen van het DW PROGRAM (DW-programma) configureren........
  • Pagina 5: Hoofdstuk 1 Specificaties

    Hoofdstuk 1 Specificaties Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd. Dit product voldoet niet aan de eisen voor, en is niet bedoeld om te worden gebruikt in, gereguleerde hoeveelheden water of vloeistof, waaronder drinkwater of materialen die in contact komen met voedsel in voedingsmiddelen en dranken. Tabel 1 Algemene specificaties Specificatie Gegevens...
  • Pagina 6 Specificaties Tabel 1 Algemene specificaties (vervolg) Specificatie Gegevens Monsterstromen Een of twee monsterstromen en één handmatig steekmonster. Raadpleeg Tabel 2 voor monstervereisten. Gegevensopslag 6000 metingen en 99 foutinvoeren in het analysergeheugen Gegevens verzenden MMC/SD-kaart voor het opslaan van gegevens, software-updates en configuratie-updates Analoge uitgangen Vier 4–20mA-uitgangssignalen, programmeerbaar (direct- of multiplexmodus), optisch geïsoleerd, zelfbekrachtigd, impedantie maximaal 500 Ω...
  • Pagina 7 Specificaties Tabel 2 Monstervereisten (vervolg) Specificatie Gegevens Monsterdruk Omgevingstemperatuur bij monsterinlaat en handmatige inlaat (voor steekmonsters) Opmerking: Gebruik bij monsterstromen onder druk de optionele monsteroverloopkamer om het monster met omgevingsdruk aan de analyser te leveren. Aftapdruk Omgeving Opmerking: Gebruik voor aftappen onder druk de beschikbare optionele systemen. Monstertemperatuur 2 tot 60 °C (36 tot 140 °F) Monsterdebiet...
  • Pagina 8 Specificaties...
  • Pagina 9: Hoofdstuk 2 Specificaties Iecex/Atex-Analyser

    Hoofdstuk 2 Specificaties IECEx/ATEX-analyser Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd. Dit product voldoet niet aan de eisen voor, en is niet bedoeld om te worden gebruikt in, gereguleerde hoeveelheden water of vloeistof, waaronder drinkwater of materialen die in contact komen met voedsel in voedingsmiddelen en dranken. Tabel 6 Algemene specificaties Specificatie Gegevens...
  • Pagina 10 Specificaties IECEx/ATEX-analyser Tabel 6 Algemene specificaties (vervolg) Specificatie Gegevens Monsterstromen Een of twee monsterstromen en één handmatig steekmonster. Raadpleeg Tabel 7 voor monstervereisten. Gegevensopslag 6000 metingen en 99 foutinvoeren in het analysergeheugen Gegevens verzenden MMC/SD-kaart voor het opslaan van gegevens, software-updates en configuratie-updates Analoge uitgangen Drie 4–20mA-uitgangssignalen, programmeerbaar (direct- of multiplexmodus), optisch geïsoleerd, zelfbekrachtigd, impedantie maximaal 500 Ω...
  • Pagina 11 Specificaties IECEx/ATEX-analyser Tabel 7 Monstervereisten (vervolg) Specificatie Gegevens Monsterdruk Omgevingstemperatuur bij monsterinlaat en handmatige inlaat (voor steekmonsters) Opmerking: Gebruik bij monsterstromen onder druk de optionele monsteroverloopkamer om het monster met omgevingsdruk aan de analyser te leveren. Aftapdruk Omgeving Opmerking: Gebruik voor aftappen onder druk de beschikbare optionele systemen. Monstertemperatuur 2 tot 60 °C (36 tot 140 °F) Monsterdebiet...
  • Pagina 12 Specificaties IECEx/ATEX-analyser...
  • Pagina 13: Hoofdstuk 3 Algemene Informatie

    Hoofdstuk 3 Algemene informatie In geen geval is de fabrikant aansprakelijk voor schade die het gevolg is van onjuist gebruik van het product of het niet opvolgen van de instructies in de handleiding. De fabrikant behoudt het recht om op elk moment, zonder verdere melding of verplichtingen, in deze handleiding en de producten die daarin worden beschreven, wijzigingen door te voeren.
  • Pagina 14: Gebruik Van Gevareninformatie

    Algemene informatie Ruisvrije (schone) aarding. Dit symbool duidt op een werkende aardingsklem (bijv. een speciaal ontworpen aardingssysteem) om een storing van de apparatuur te voorkomen. Dit symbool duidt op gevaar van inademing. Dit symbool geeft aan dat er een hefgevaar bestaat omdat het voorwerp zwaar is. Dit symbool duidt op een brandgevaar.
  • Pagina 15: Conformiteit Met Elektromagnetische Compatibiliteit (Emc)

    Algemene informatie • Voorhoofdshoofdpijn • Druk op de borst • Vernauwing of afklemming • Zure smaak in de mond • Astma Bij ernstigere ozonvergiftiging kunnen de symptomen zijn kortademigheid, hoesten, gevoel van verstikking, hartritmestoornis, hoogtevrees, verlaging van de bloeddruk, krampen, pijn op de borst en algemene malaise. Ozon kan een of meerdere uren na blootstelling een longoedeem veroorzaken.
  • Pagina 16: Naleving En Certificeringsmarkeringen

    Algemene informatie 3. Plaats het apparaat weg van het apparaat waarop de storing van toepassing is. 4. Verplaats de ontvangstantenne voor het apparaat dat de storing ontvangt. 5. Probeer verschillende combinaties van de hierboven genoemde suggesties. 3.3 Naleving en certificeringsmarkeringen De CE-markering ("Conformité...
  • Pagina 17 Algemene informatie Raadpleeg voor informatie over de theorie van de werking de BioTector B3500-video's op youtube.com en Hach Support Online (https://support.hach.com). De analyser is in de fabriek geconfigureerd als een van de volgende systemen: • TIC + TOC-systeem -Meet het totale anorganische koolstofgehalte (TIC) en het totale gehalte organische koolstof (TOC) van een monster.
  • Pagina 18: Productcomponenten

    Algemene informatie Afbeelding 2 Reagens-, monster- en aftapaansluitingen 1 Analyser met één stroom 2 Analyser met dubbele stroom 3.6 Productcomponenten Controleer of alle componenten zijn ontvangen. Raadpleeg de meegeleverde documentatie. Neem onmiddellijk contact op met de fabrikant of een verkoopvertegenwoordiger in geval van ontbrekende of beschadigde onderdelen.
  • Pagina 19: Hoofdstuk 4 Checklist Voor Installatie En Opstarten

    Hoofdstuk 4 Checklist voor installatie en opstarten Gebruik de volgende controlelijst om de installatie en het opstarten te voltooien. Voer de taken uit in de aangegeven volgorde. Als de analyser is gecertificeerd voor gevaarlijke omgevingen, lees dan de documentatie voor gevaarlijke omgevingen die bij de analyser is geleverd. De documentatie voor gevaarlijke omgevingen bevat belangrijke informatie voor naleving van voorschriften voor explosiebeveiliging.
  • Pagina 20 Checklist voor installatie en opstarten Taak Initiaal Controleer of er geen losse slangaansluitingen zijn in de analyser. Als de analyser als een "airpurge ready"-systeem wordt geleverd (geen ventilator) of als er corrosieve gassen in het gebied aanwezig zijn, sluit dan de luchtzuivering aan op de analyser. Raadpleeg De luchtzuivering aansluiten op pagina 46.
  • Pagina 21 Checklist voor installatie en opstarten Taak Initiaal Configuratie: Stel de instelling INTERVAL in om de tijd tussen reacties in te stellen. Raadpleeg Het meetinterval instellen op pagina 57. Stel de tijden voor vooruit lopen van de monsterpomp in voor elke monsterstroom. Raadpleeg monsterpomptijden instellen op pagina 57.
  • Pagina 22 Checklist voor installatie en opstarten Taak Initiaal Sla de wijzigingen op: Plaats de meegeleverde MMC/SD-kaart in de MMC/SD-kaartslot als dit nog niet is gedaan. Raadpleeg Afbeelding 24 op pagina 91. Druk op om naar het hoofdmenu te gaan en selecteer vervolgens MAINTENANCE (onderhoud) (onderhoud) >...
  • Pagina 23: Hoofdstuk 5 Installatie

    Hoofdstuk 5 Installatie G E V A A R Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van het document beschreven taken uitvoeren. 5.1 Installatierichtlijnen • Installeer de analyser in de buurt van een open afvoer. Het analyserafval heeft gewoonlijk een lage pH (zuur) en kan gevaarlijk zijn.Raadpleeg de instructies van de plaatselijke regelgevende instantie voor verwijdering.
  • Pagina 24 Installatie Afbeelding 3 Afmetingen montagegaten...
  • Pagina 25: Elektrische Installatie

    Elektrocutiegevaar. Koppel altijd het instrument los van de netvoeding voordat u elektrische aansluitingen tot stand brengt. V O O R Z I C H T I G Diverse gevaren. Dit instrument moet worden geïnstalleerd door een door Hach getrainde installatietechnicus in overeenstemming met lokale en regionale elektrische voorschriften.
  • Pagina 26: Stroom Aansluiten

    Installatie 5.3.3 Stroom aansluiten G E V A A R Elektrocutiegevaar. Een verbinding met beschermende aarding is vereist. G E V A A R Gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Identificeer de lokale onderbreker duidelijk voor de montage. W A A R S C H U W I N G Potentieel gevaar van elektrische schok.
  • Pagina 27 Installatie...
  • Pagina 28: De Relais Aansluiten

    Installatie 5.3.4 De relais aansluiten G E V A A R Elektrocutiegevaar. Haal hoogspanning en laagspanning niet door elkaar. Zorg ervoor dat alle relaisaansluitingen ofwel AC-hoogspanningsaansluitingen ofwel DC- laagspanningsaansluitingen zijn. W A A R S C H U W I N G Potentieel gevaar van elektrische schok.
  • Pagina 29: Aansluiten Van De Analoge Uitgangen

    Installatie Raadpleeg Voedings-, analoge uitgangs- en relaisklemmen op pagina 27 en Tabel 11 voor het aansluiten van een extern apparaat op een relais. Zie De relais configureren op pagina 66 voor het selecteren van de toestand waarin elk relais wordt ingeschakeld. De relaisklemmen zijn geschikt voor aders met een doorsnede van 1,0 tot 1,29 mm (18 tot 16 AWG) (afhankelijk van de toegepaste belasting) .
  • Pagina 30 Installatie Er zijn twee digitale ingangen. Neem contact op met de technische ondersteuning voor informatie over de functies en configuratie van de digitale ingangen. Maak elektrische aansluitingen door de kabeltrekontlasting aan de zijkant van de analyser. Koppel altijd het instrument los van de netvoeding voordat u elektrische aansluitingen tot stand brengt.
  • Pagina 31: Modbus Rtu (Rs485) Aansluiten

    Installatie Tabel 12 Beschrijving aansluitklemmen (vervolg) Klem Beschrijving Klem Beschrijving Relais 1, NC RS232-uitgang: TX (niet gebruikt) Relais 2, NO RS232-uitgang: RX (niet gebruikt) Relais 2, COM RS232-uitgang: Massa (niet gebruikt) Relais 2, NC 4-20 mA signaal in 1+ Relais 3, NO 4-20 mA signaal in 1- Relais 3, COM 4-20 mA signaal in 2+...
  • Pagina 32 Installatie 7. Zorg ervoor dat de draad die is aangesloten op aansluiting 71 (D+) positief is vergeleken met aansluiting 72 (D-) wanneer de bus in een niet-actieve toestand is. 8. Aan het einde van de bus bevestigt u een jumper op J18 van het moederbord. Zie Afbeelding Het moederbord bevindt zich in de elektronische behuizing op de deur achter de afdekking.
  • Pagina 33 Installatie Tabel 13 Informatie over bedrading Klem Signaal D– Modbus-massa Modbus-voeding Afbeelding 7 Locatie van Modbus RTU-terminals en busafsluitjumper 1 Modbus RTU-terminals 3 Bus-afsluitjumper (J18) 2 Moederbord...
  • Pagina 34: Modbus Tcp/Ip (Ethernet) Aansluiten

    Installatie 5.3.8 Modbus TCP/IP (Ethernet) aansluiten Als de optionele Modbus TCP/IP-module in de analyser is geïnstalleerd, configureert u de Modbus-module en sluit u de module aan op een Modbus-masterapparaat. Zie de onderstaande paragrafen. De Modbus TCP/IP-module is gemarkeerd met "MODBUS" en bevindt zich onder de klemmen voor de netvoeding, analoge uitgang en relais.
  • Pagina 35 Installatie Als de analyser twee Modbus TCP/IP-connectors heeft, is volledig redundante datatransmissie mogelijk. Zie Afbeelding 10voor het aansluiten van een analyser op twee Modbus-masterapparaten. Afbeelding 8 Modbus TCP/IP-connector 1 Modbus TCP/IP-connector Afbeelding 9 Normale Modbus TCP-bedrading 1 Analyzer 2 Modbus-master...
  • Pagina 36: Aansluiten Op Waterleiding

    Installatie Afbeelding 10 Redundante Modbus TCP-bedrading 1 Modbus-master 1 3 Analyzer 2 Modbus-master 2 5.4 Aansluiten op waterleiding 5.4.1 Slangaansluitingen De richting van de klemringen die worden gebruikt om de slangen aan te sluiten is belangrijk. Onjuiste plaatsing van de klemring kan lekken en/of luchtbellen in de analyserleiding veroorzaken.
  • Pagina 37: De Monsterstroom/Stromen En Handmatige Stroom Aansluiten

    Installatie Afbeelding 11 Richting klemring 1 PFA- en PVDF-koppelingen 5 Klemring achter 9 CTFE-ring 2 Roestvrijstalen koppelingen 6 Moer 10 PFA-ring (SS-316) 3 Klemring voor 7 Aansluitingen voor zuur- en basepomp 4 Snijring achter 8 Swagelok PFA T-aansluitstukken met blauwe moeren 5.4.2 De monsterstroom/stromen en handmatige stroom aansluiten Specificaties op pagina 3voor de monsterspecificaties.
  • Pagina 38 Installatie Installeer de monsterslang in een open kanaal of een leiding zoals weergegeven in Afbeelding 12 Afbeelding 13. Gebruik een Swagelok-verkleinstuk (bijv. SS-400-R-12) om de monsterslang aan te sluiten op een metalen pijp. De lengte van de monsterslang, tussen het wateroppervlak en de SAMPLE-aansluiting, moet 2,5 m (8,2 ft) zijn.
  • Pagina 39 Installatie Afbeelding 13 Monsterslang in een pijp 1 Bodem van analyser 4 Roestvrijstalen buis, 1/4-inch 7 Vuil beweegt onder de monsterslang buitendiameter x 1/8-inch binnendiameter 2 Monsterslang, 1/4-inch 5 Afstand tussen analyser en pijp 8 Grotere pijp (1,5 tot 2 keer grotere buitendiameter x 1/8-inch diameter) dus de druk neemt niet toe binnendiameter, PFA...
  • Pagina 40: Een Monsteroverloopkamer Installeren (Optioneel)

    Installatie 5.4.4 Een monsteroverloopkamer installeren (optioneel) Voor monsterstromen onder druk installeert u de optionele monsteroverloopkamer (19- BAS-031) in de monsterslang voor monstertoevoer met omgevingsdruk. Afbeelding 14 Installatie van de monsteroverloopkamer 1 Monsterinlaatpijp (debiet 0,7 tot 4 Ontluchtingsbuis 7 Afvoerslang 1,7 L/min) 2 Dop 5 Monsteroverloopbuis 8 Handbediende aftapkraan...
  • Pagina 41: Instrumentlucht Aansluiten

    Installatie Zorg ervoor dat de open afvoer die voor de analyser wordt gebruikt, in een geventileerde ruimte staat. Zuurstof en zeer kleine hoeveelheden kooldioxide, ozon en vluchtige gassen kunnen aanwezig zijn in de afvalvloeistoffen die naar de afvoer stromen. • Zorg ervoor dat de afvoerslangen zo kort mogelijk zijn.
  • Pagina 42: De Uitlaat Verwijderen

    Installatie 5.4.7 De uitlaat verwijderen Gebruik een slang met buitendiameter 1/4" om de EXHAUST-fitting te verbinden met een geventileerde ruimte. De maximale slanglengte is 10 m. Als langere slangen nodig zijn, gebruik dan een slang of buis met een grotere interne diameter. Zorg ervoor dat de slang een constante neerwaartse afloop vanaf de analyser heeft, zodat condensatie of vloeistof aan de uitlaat van de slang niet kan bevriezen.
  • Pagina 43 Installatie 5. Monteer de doppen op de reagenscontainers. • Basereagenscontainer - Installeer de dop met een poort aan de zijkant van de fitting. De poort wordt gebruikt om het meegeleverde CO -filter aan te sluiten. Als alternatief voor de meegeleverde buisfitting gebruikt u een roestvrijstalen fitting.
  • Pagina 44 Installatie Afbeelding 16 Installatie reagens 1 Basereagens 3 CO -filter 2 Zuurreagens 4 Gewicht...
  • Pagina 45: Gebruik Een Roestvrijstalen Koppeling Voor Het Basereagens (Optioneel)

    Installatie Tabel 14 Verbruik van reagens Reagens Containergrootte 0–25 0–100 mgC/L mgC/L Zuur 19 L 239 dagen 171 dagen Voetstuk 19 L 239 dagen 171 dagen 5.4.8.1 Gebruik een roestvrijstalen koppeling voor het basereagens (optioneel) Als alternatief voor de meegeleverde kunststof buiskoppeling voor de reagenscontainer voor de base gebruikt u een roestvrijstalen koppeling.
  • Pagina 46: Breng De Slang Van De Monsterpomp Aan

    Installatie 5.4.9 Breng de slang van de monsterpomp aan Volg de volgende afgebeelde stappen.
  • Pagina 47: Interne Slangen Aansluiten

    Installatie 5.4.10 Interne slangen aansluiten Volg de volgende afgebeelde stappen. Opmerking: De slangen van de reagenspomp bevatten gedeïoniseerd water, dat moet worden afgevoerd.
  • Pagina 48: De Luchtzuivering Aansluiten

    Installatie 5.4.11 De luchtzuivering aansluiten Sluit de luchtzuivering aan om overdruk in de analyser te leveren als een of meer van de volgende beweringen waar is: • Er zijn corrosieve gassen aanwezig in het gebied. • De analyser wordt geleverd als een "purge ready"-systeem Een "purge ready"-systeem heeft een luchtzuiveringsinlaat (¼-inch Swagelok-aansluiting) aan de linkerkant van de analyser en geen ventilator.
  • Pagina 49: Hoofdstuk 6 Opstarten

    Hoofdstuk 6 Opstarten 6.1 Inschakelen 6.2 De taal instellen Stel de taal in die op het display wordt weergegeven. 1. Druk op om naar het hoofdmenu te gaan en selecteer vervolgens MAINTENANCE (onderhoud) > SYSTEM CONFIGURATION (systeemconfiguratie) > LANGUAGE (taal). 2.
  • Pagina 50: Schermhelderheid Instellenen Contrast

    Opstarten 6.4 Schermhelderheid instellenen contrast 1. Druk op om naar het hoofdmenu te gaan en selecteer vervolgens OPERATION (bediening) > LCD ADJUST (LCD aanpassen). 2. Selecteer een optie. Gebruik de pijltoetsen omhoog en omlaag om een waarde te wijzigen. Optie Beschrijving CONTRAST Hiermee stelt u het schermcontrast in (standaard:...
  • Pagina 51: De Kleppen Controleren

    Opstarten b. Sluit de reagenscontainers. c. Plaats de dompelbuisjes in een kleine container met gedeïoniseerd water of kraanwater. d. Houd de container met water hoger dan de analyser. e. Voer stap opnieuw uit. Plaats de dompelslangen in de reagenscontainers. g. Voer stap opnieuw uit.
  • Pagina 52: De Reagensvolumes Instellen

    Opstarten 4. Herhaal stap voor de volgende kleppen: • SAMPLE VALVE (monsterklep) (MV4) • EXHAUST VALVE (uitlaatventiel) (MV1) • STREAM VALVE (stroomklep) (MV6) • MANUAL VALVE (handmatig ventiel) (MV5) 5. Als de monster(uitvoer)klep (MV4), de handbediende klep (MV5) of de stroomklep (MV6) niet opent, demonteert u de klep en reinigt u de membraanafdichting.
  • Pagina 53: Analyserbehuizing

    Opstarten c. Meet de BASE pH. Zorg ervoor dat de BASE pH hoger is dan 12. d. Meet de TOC pH. Zorg ervoor dat de pH van de TOC lager is dan 2. e. Meet het gedeïoniseerde water nog twee keer. Raadpleeg stap 2. Voer de stappen in De reagensvolumes instellen op pagina 50 nogmaals uit.
  • Pagina 54 Opstarten Afbeelding 18 Binnenaanzicht 1 Exhaust valve, MV1 (uitlaatklep, MV1) 9 Acid pump, P3 (zuurpomp, P3) 2 Sample (out) valve, MV4 (monster(uitvoer)klep, MV4) 10 NDIR CO analyzer (CO2-analyser) 3 Sample and Manual valve, MV5 (monster- en 11 Ozone generator (ozongenerator) handbediende klep, MV5) 4 Sample 1 and Sample 2 valve, MV6 (klep monster 1 en 12 Cooler (koeler)
  • Pagina 55 Opstarten Afbeelding 19 Open de binnendeur.
  • Pagina 56 Opstarten Afbeelding 20 Binnenaanzicht - binnendeur open 1 Mixer reactor motor, P2 (mixerreactormotor, P2) 8 Kabelbinder (2x) 2 Filter Board (filterbord) 9 Zuurstofconcentrator 3 Cooler fan (koelerventilator) 10 Mass flow controller (MFC) 4 Oxygen Control Board (zuurstofregelkaart) 11 Exhaust filter (uitlaatfilter) 5 Termination Board (aansluitingskaart) 12 Pressure relief valve (overdrukventiel) 6 HEPA filter...
  • Pagina 57 Opstarten Afbeelding 21 Binnenaanzicht - binnendeur open (voor september 2022) 1 Mixer reactor motor, P2 (mixerreactormotor, P2) 8 Oxygen pressure regulator (zuurstofdrukregelaar) 2 Filter Board (filterbord) 9 HEPA filter 3 Cooler fan (koelerventilator) 10 Mass flow controller (MFC) 4 Oxygen Control Board (zuurstofregelkaart) 11 Oxygen concentrator rotary valve, OV2 (zuurstofconcentrator, draaiventiel, OV2) 5 Molecular sieve beds for oxygen concentrator...
  • Pagina 58 Opstarten...
  • Pagina 59: Hoofdstuk 7 Configuratie

    Hoofdstuk 7 Configuratie 7.1 Het meetinterval instellen Stel de tijd tussen reacties in om het meetinterval in te stellen. 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) > REACTION TIME (reactietijd). 2. Selecteer een optie. Optie Beschrijving REACTION TIME Toont de totale reactietijd (minuten en seconden) voor bedrijfsbereik 1 (reactietijd) (standaard: 5m30s).
  • Pagina 60: De Stroomvolgorde En Het Meetbereik Instellen

    Configuratie Optie Beschrijving PUMP FORWARD Start de monsterpomp in voorwaartse richting. TEST (voorwaartse Opmerking: Selecteer eerst PUMP REVERSE TEST werking pomp testen) (achterwaartse werking pomp testen) om de monsterleidingen te legen en selecteer vervolgens PUMP FORWARD TEST (voorwaartse werking pomp testen). Druk op om de timer te stoppen wanneer het monster uit de aansluiting SAMPLE OUT (Monster uit) aan de linkerkant van...
  • Pagina 61: Configureer De Czv- En Bzv-Instellingen

    Configuratie Optie Beschrijving Opmerking: De instelling RANGE LOCKED (bereik vergrendeld) is RANGE LOCKED beschikbaar als een of meer instellingen van de RANGE (bereik) (bereik vergrendeld) voor de stroomreeks is ingesteld op AUTO. Hiermee stelt u in dat het werkbereik automatisch wijzigt (NO (nee)) of dat de instelling voor START-UP RANGE (opstartbereik) (YES (ja), standaard) behouden blijft.
  • Pagina 62: De Instellingen Van Het Dw Program (Dw-Programma) Configureren

    Configuratie 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) > COD (CZV)/BOD PROGRAM (BZV-programma). 2. Selecteer COD PROGRAM (CZV-programma) of BOD PROGRAM (BZV- programma). 3. Selecteer een optie. Optie Beschrijving DISPLAY Stelt de analyser in om CZV- en/of BZV-informatie op het scherm Reactiegegevens weer te geven en de CZV- en/of BZV-resultaten (mgO/L) op een 4–20 mA-uitgang weer te geven, indien geconfigureerd (standaard: NO (nee)).
  • Pagina 63: De Cf Program(Cf-Programma) -Instellingen Configureren

    Configuratie 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) > DW PROGRAM (DW-programma). 2. Selecteer een optie. Optie Beschrijving DISPLAY Hiermee stelt u de analyser in op weergave van DW-informatie (drinkwater REMOVAL% (% verwijdering) en PASS (geslaagd)/FAIL (mislukt)RESULT (resultaat)(resultaat geslaagd/mislukt)) op het scherm Reactiegegevens en voor weergave van de resultaten voor REMOVAL% (% verwijdering) op een 4–20 mA uitgang, indien geconfigureerd (standaard: NO (nee) (nee)).
  • Pagina 64: Configureer De Instellingen Voor Het Installeren Van Nieuwe Reagentia

    Configuratie 7.7 Configureer de instellingen voor het installeren van nieuwe reagentia Configureer de analyseropties voor de functie OPERATION (bediening) > REAGENTS SETUP (setup reagentia) > INSTALL NEW REAGENTS (nieuwe reagentia plaatsen). 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) > NEW REAGENTS PROGRAM (programma nieuwe reagentia). 2.
  • Pagina 65: Configureren Van De Analoge Uitgangen

    Configuratie Optie Beschrijving NO REAGENTS Hiermee stelt u het alarm Geen reagentia in als melding, (geen reagentia) waarschuwing of storing. NOTE (opmerking) : Een relais voor meldingen wordt ingeschakeld wanneer er geen reagensalarm optreedt, indien geconfigureerd. WARNING (waarschuwing): Er wordt een relais voor waarschuwingsgebeurtenissen ingeschakeld en een 20_NO REAGENTS (geen reagentia)-waarschuwing treedt op, indien geconfigureerd.
  • Pagina 66 Configuratie Tabel 16 Instellingen voor directe modus Optie Beschrijving CHANNEL (kanaal) Hiermee stelt u in wat wordt weergegeven op de 4-20 mA-uitgangen 1–4 (kanaal 1–4), het volledige 1–4 schaalbereik van elke 4-20 mA-uitgang en wanneer elke 4-20 mA-uitgang verandert. Eerste instelling: Hiermee stelt u in wat de 4-20 mA-uitgang weergeeft. •...
  • Pagina 67 Configuratie Tabel 17 Instellingen stroommultiplexmodus Optie Beschrijving CHANNEL (kanaal) Hiermee stelt u het resultaattype in dat wordt weergegeven op de 4-20 mA-uitgangen (kanalen 1–4 1-4). Opties: TOC, TIC, TC, VOC, CZV, BZV of DW% (drinkwaterverwijdering %). Opmerking: De instellingen CHANNEL (kanaal) # en OUTPUT (uitgang) # geven aan wat kanalen 2 t/m 4 weergeven.
  • Pagina 68: De Relais Configureren

    Configuratie Tabel 18 Instellingen volledige multiplexmodus (vervolg) Optie Beschrijving SIGNAL HOLD TIME (tijd Hiermee stelt u in hoe lang kanaal 1 en 2 hun signaal vasthouden voordat de kanalen naar signaal blokkeren) 4 mA gaan (niveau wijzigen of niet gedefinieerd niveau) of naar het volgende niveau voor de identificatie van de stroom of het volgende niveau van het resultaattype gaan.
  • Pagina 69 Configuratie Tabel 19 Instellingen RELAY (relais) Instelling Beschrijving Instelling Beschrijving - - - Geen instelling ZERO CAL Het relais wordt ingeschakeld (nulkalibratie) wanneer de handbediende klep wordt geopend tijdens een nulkalibratie of nulcontrole. STOP Het relais wordt ingeschakeld CAL SIGNAL (kal- Het relais wordt ingeschakeld wanneer de analyser wordt signaal)
  • Pagina 70 Configuratie Tabel 19 Instellingen RELAY (relais) (vervolg) Instelling Beschrijving Instelling Beschrijving SYNC Het relais is ingesteld op een 4-20mA CHNG (wijz. Het relais is ingesteld op een synchronisatierelais. Een 4-20 mA) 1–3 4-20 mA-schakelvlagrelais voor synchronisatierelais wordt gebruikt een specifieke monsterstroom om de analyser te synchroniseren (1-2).
  • Pagina 71 Configuratie 3. Configureer de relais ingesteld op ALARM en CO2 ALARM (CO2-alarm), indien geconfigureerd. Optie Beschrijving ALARM 1–3 Hiermee stelt u de inactieve toestand van het ALARMrelais en de voorwaarde in waarbij een ALARMrelais wordt ingeschakeld. Eerste instelling: hiermee stelt u de parameter in (TOC, TC, VOC, CZV, BZV of TIC).
  • Pagina 72: De Communicatie-Instellingen Configureren

    Configuratie Optie Beschrijving VALVE Wordt ingesteld wanneer de multi-streamafsluiter naar de volgende ACTIVATION monsterstroom gaat. (klepactivering) SPF (monsterpomp vooruit, standaard)-Stelt de klep in op de volgende stroom wanneer de monsterpomp naar voren komt om het monster uit de volgende stroom te halen. SPR (monsterpomp achteruit): Stelt de klep in op de volgende stroom wanneer de omgekeerde werking van de monsterpomp is voltooid of wanneer de stroom voor het eerst aan de analyser wordt geleverd nadat...
  • Pagina 73: De Modbus Tcp/Ip-Instellingen Configureren

    0, communiceert de analyser niet met de Modbus Master. MANUFACTURE ID Hiermee stelt u de fabrikant-ID van het instrument in (fabrikant-id) (standaard 1 voor Hach). DEVICE ID (instrument-id) (Optioneel) Hiermee stelt u de klasse of familie van het instrument in (standaard: 2816). SERIAL NUMBER Hiermee stelt u het serienummer van het instrument in.
  • Pagina 74: De Instellingen Opslaan In Het Geheugen

    Configuratie 7.13 De instellingen opslaan in het geheugen Sla de analyserinstellingen op in het interne geheugen of op een MMC/SD-kaart. Installeer vervolgens de opgeslagen instellingen op de analyser (bijvoorbeeld na een software-update of om terug te gaan naar de vorige instellingen). 1.
  • Pagina 75 Configuratie 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) > INFORMATION (informatie). 2. Selecteer een optie. Optie Beschrijving CONTACT INFORMATION Toont de contactgegevens voor technische ondersteuning. (contactinformatie) SOFTWARE Toont de softwareversie van de analyser. Toont de datum waarop de softwareversie is uitgebracht. IDENTIFICATION (identificatie) Toont het serienummer van de analyser.
  • Pagina 76 Configuratie...
  • Pagina 77: Hoofdstuk 8 Kalibratie

    Hoofdstuk 8 Kalibratie 8.1 Start een nulkalibratie of nulcontrole Start een nulkalibratie na een onderhoudstaak of na vervanging of toevoeging van reagens. Meet na onderhoud tien keer het water voordat een nulkalibratie wordt uitgevoerd om verontreiniging uit de analyser te verwijderen. Met een nulkalibratie worden de nulpuntwaarden ingesteld.
  • Pagina 78: Beschrijving

    Kalibratie Optie Beschrijving RUN ZERO Start een nulkalibratie, waarmee de nulstelwaarden automatisch CALIBRATION worden ingesteld voor elk bereik (1, 2 en 3) voor elke parameter. (nulkalibratie Nulkalibratiereacties hebben het voorvoegsel "ZC". Stop metingen uitvoeren) voordat een nulkalibratie wordt gestart. Opmerking: Op basis van de instelling ZERO WATER (nulwater) in het menu SYSTEM CONFIGURATION (systeemconfiguratie) is een nulkalibratiereactie een reactie zonder monster of met gedeïoniseerd water, en werkt de monsterpomp niet in omgekeerde richting.
  • Pagina 79: Een Span-Kalibratie Of Span-Controle Starten

    Kalibratie Optie Beschrijving RUN ZERO CHECK Start een nulcontrole. Een nulcontrole is hetzelfde als een (nulcontrole nulkalibratie, maar de analyser wijzigt de nulstelwaarden of de uitvoeren) instellingen CO2 LEVEL (CO2-gehalte) niet. Nulcontrolereacties hebben het voorvoegsel “ZK”. Stop metingen voordat een nulpuntcontrole wordt gestart.
  • Pagina 80 Kalibratie Optie Beschrijving RUN SPAN Hiermee wordt een span-kalibratie gestart, waarbij de CALIBRATION (span- instelwaarden voor het meetbereik automatisch worden ingesteld. kalibratie uitvoeren) Meetbereik-kalibratiereacties hebben het voorvoegsel 'SC'. Zorg ervoor dat de metingen zijn gestopt voordat u een kalibratie van het meetbereik start.
  • Pagina 81: De Kalibratiestandaard Aansluiten

    Kalibratie Optie Beschrijving TIC CAL STD (TIC-kal.- Hiermee stelt u de concentraties in van de TIC- en TOC- standaard) kalibratiestandaarden voor span-kalibraties. TOC CAL STD (TOC Voer concentraties in die meer dan 50% van de volledige kal.-standaard) schaalwaarde zijn voor het bedrijfsbereik dat is geselecteerd in de instelling RANGE (bereik).
  • Pagina 82: De Kalibratiestandaard Prepareren

    Kalibratie 8.4 De kalibratiestandaard prepareren V O O R Z I C H T I G Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle veiligheidsvoorschriften van het laboratorium op en draag alle persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de gehanteerde chemicaliën. Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen (MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
  • Pagina 83 Kalibratie 4. Om een TOC-standaard te maken met een concentratie van minder dan 1000- mgC/L, dient u de geprepareerde standaarden te verdunnen met gedeïoniseerd water. Om bijvoorbeeld een standaardoplossing van 50 mg/L te prepareren, plaatst u 50 g van de voorbereide standaard van 1000 mg/L in een schone volumetrische kolf van 1 liter.
  • Pagina 84 Kalibratie...
  • Pagina 85: Hoofdstuk 9 Gebruikersinterface En Navigatie

    Hoofdstuk 9 Gebruikersinterface en navigatie 9.1 Beschrijving toetsenblok 1 Terug-toets – Druk hierop om terug te gaan naar het 3 Display vorige scherm of om wijzigingen te annuleren. Druk 1 seconde in om naar het hoofdmenu te gaan. 2 Pijltoetsen – Druk hierop om menuopties te selecteren of 4 Enter-toets –...
  • Pagina 86: Statusmeldingen

    Gebruikersinterface en navigatie Afbeelding 22 Scherm Reactiegegevens 1 Statusbericht (zie Statusmeldingen op pagina 84) 5 Werkbereik (1, 2 of 3) 2 Begintijd en -datum van reactie 6 Reactietijd sinds start (seconden) 3 Type reactie 7 Totale reactietijd (seconden) 4 Reactiefase 8 Resultaten van de laatste 25 reacties: begintijd, datum, recordtype en resultaten.
  • Pagina 87: Scherm Reactiegrafiek

    Gebruikersinterface en navigatie Tabel 23 Statusmeldingen Bericht Beschrijving SYSTEM MAINTENANCE Het instrument staat in de onderhoudsmodus. De onderhoudsschakelaar is ingeschakeld. (systeemonderhoud) SYSTEM FAULT Er moet onmiddellijk aandacht aan het instrument worden besteed. Metingen zijn gestopt. (systeemstoring) De 4-20 mA-uitgangen zijn ingesteld op FAULT LEVEL (storingsniveau (standaard: 1 mA). Het storingsrelais is ingeschakeld.
  • Pagina 88 Gebruikersinterface en navigatie Afbeelding 23 Scherm Reactiegrafiek 1 Atmosferische druk 6 Onmiddellijk gemeten CO -waarde (i) 2 TIC mgC/L ongekalibreerd (mgu), geen compensatie voor 7 CO -nulwaarde (z) bij het begin van de reactie atmosferische druk 3 CO -piekwaarde 8 Reactietijd sinds start (seconden) 4 Zuurstofflow (L/uur) 9 Totale reactietijd 5 Temperatuur van de analyser ( C)
  • Pagina 89: Hoofdstuk 10 Bediening

    Hoofdstuk 10 Bediening 10.1 Metingen starten of stoppen 1. Druk op om naar het hoofdmenu te gaan en selecteer vervolgens OPERATION (bediening) > START,STOP. 2. Selecteer een optie. Optie Beschrijving REMOTE Een optionele digitale ingang wordt gebruikt om de analyser in stand-by op STANDBY afstand te zetten (bijv.
  • Pagina 90: Meten Van Een Momentaan Monster

    Bediening 10.2 Meten van een momentaan monster De instellingen van het momentaan monster kunnen worden gewijzigd terwijl de analyser in bedrijf is, tenzij: • Er is een reeks in de handmatige modus (momentaan monster) gepland is om te starten wanneer de laatste reactie is voltooid. •...
  • Pagina 91: Bediening

    Bediening Optie Beschrijving RESET MANUAL Hiermee worden de instellingen voor MANUAL PROGRAM PROGRAM (handmatig programma) teruggezet naar de fabrieksinstellingen. (handmatig programma resetten) MANUAL Stelt het aantal reacties en het meetbereik in voor elke handmatige (handmatig) x, x (momentane) stroom. RANGE (bereik) x MANUAL (handmatig) –...
  • Pagina 92: Beschrijving

    Bediening Optie Beschrijving SEND REACTION Verzendt de inhoud van het reactiearchief naar het ARCHIVE (reactie-archief uitvoerapparaat. Stel de begindatum en het aantal te verzenden verzenden) items in en selecteer START SENDING (verzenden starten). OUTPUT ITEMS (uitgangsitems) geeft het aantal verzonden items weer.
  • Pagina 93 Bediening Optie Beschrijving SEND ALL DATA (alle Stuurt het reactiearchief, het foutenarchief, de gegevens verzenden) analyserinstellingen en diagnosegegevens naar het uitvoerapparaat. Selecteer START SENDING (verzenden starten). De gegevens worden in het Engels verzonden. Als PAUSE SENDING (verzenden pauzeren) is geselecteerd, worden items gedurende 60 seconden niet verzonden of totdat PAUSE SENDING (verzenden pauzeren) opnieuw wordt geselecteerd.
  • Pagina 94 Bediening Tabel 24 Reactiearchiefgegevens - Standaardmodus Item Beschrijving TIME (tijd) Tijdstip waarop de reactie is gestart DATE (datum) Datum waarop de reactie is gestart S1:2 Reactietype (bijv. Stream 1) en meetbereik (bijv. 2) TCmgC/L Gekalibreerde TC-waarde in mgC/L. (TC is TIC + NPOC + POC) TICmgC/L Gekalibreerde TIC-waarde in mgC/L TOCmgC/L...
  • Pagina 95 Bediening Tabel 25 Reactiearchiefgegevens - Engineering-modus (TIC + TOC-analyse) (vervolg) Item Beschrijving SMPL PUMP (monsterpomp) De vijf items, die nummergecodeerde gegevens of nummergegevens zijn, geven als volgt informatie over de monsterpomp: 1) Bedrijfsmodus (0 = tijdmodus of 1 = pulsmodus) 2) Aantal pulsen tijdens bedrijf (bijv.
  • Pagina 96 Bediening...
  • Pagina 98 Tel. +49 (0) 2 11 52 88-320 SWITZERLAND Fax (970) 669-2932 Fax +49 (0) 2 11 52 88-210 Tel. +41 22 594 6400 orders@hach.com info-de@hach.com Fax +41 22 594 6499 www.hach.com www.de.hach.com © Hach Company/Hach Lange GmbH, 2022, 2024. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Ierland. ...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Biotector b3500s

Inhoudsopgave