Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 4 Checklist voor installatie en opstarten
Taak
Wandmontage:
Identificeer de juiste installatielocatie. Raadpleeg
Breng de bevestigingssteunen aan. Bevestig de analyser aan een wand. Raadpleeg
op pagina 21.
Elektrische aansluitingen:
Sluit een massakabel aan op de M8-aardingsbout boven de kabelwartels aan de linkerkant van de analyser.
Sluit de analyser aan op het stroomnet. Breng vervolgens het meegeleverde ferriet aan op de voedingskabel.
Raadpleeg
Stroom aansluiten
De analyser is een permanent bedraad apparaat dat is geconfigureerd voor 120 V of 240 V, zoals
aangegeven op het producttypelabel aan de linkerkant van de bovenste behuizing.
Schakel het apparaat niet in.
(Optioneel) Sluit de relais (bijv. storingsrelais) aan op externe apparaten. Raadpleeg
op pagina 26.
(Optioneel) Sluit de 4-20 mA-uitgangen aan op externe apparaten. Raadpleeg
uitgangen
op pagina 27.
(Optioneel) Sluit de digitale ingangen aan op externe apparaten om de analyser op afstand te kunnen
bedienen. Raadpleeg
Voedings-, analoge uitgangs- en relaisklemmen
Sluit de Modbus TCP/IP-optie aan, indien geïnstalleerd. Raadpleeg
op pagina 32.
Sluit de Modbus RTU-optie aan, indien geïnstalleerd. Raadpleeg
op pagina 29.
Controleer of er geen losse elektrische aansluitingen in de analyser aanwezig zijn.
Slangen:
De richting van de klemringen die worden gebruikt om de slangen aan te sluiten is belangrijk. Raadpleeg
Slangaansluitingen
op pagina 34.
Sluit een of meer monsterstromen aan op de SAMPLE-aansluiting(en) op de analyser. Sluit een slang van
2 tot 2,5 m (79 tot 98 inch) aan op de MANUAL-aansluiting. Raadpleeg
handmatige stroom aansluiten
De afvoerslangen aansluiten. Raadpleeg
Sluit instrumentlucht aan op de INSTRUMENT AIR-fitting aan de linkerkant van de analyser. Raadpleeg
Instrumentlucht aansluiten
1,5 bar (21,7 psi) (of 1,2 bar (17,4 psi) is voor de BioTector-luchtcompressor).
Opmerking: Het minimale debiet van de luchttoevoer is 8,4 m
3
en doorgaans 3,6 m
/uur tijdens online gebruik.
Sluit de EXHAUST-fitting aan op een geventileerde ruimte. Raadpleeg
Verbind de reagenscontainers met de aansluitingen aan de linkerkant van de analyser. Raadpleeg
reagentia aansluiten
op pagina 40.
Breng de slangen aan op de monsterpomp. Raadpleeg
op pagina 44.
Sluit de slangen aan die zijn losgekoppeld voor transport. Raadpleeg
op pagina 45.
Gebruik de volgende controlelijst om de installatie en het opstarten te voltooien. Voer de
taken uit in de aangegeven volgorde.
Als de analyser is gecertificeerd voor gevaarlijke omgevingen, lees dan de documentatie
voor gevaarlijke omgevingen die bij de analyser is geleverd. De documentatie voor
gevaarlijke omgevingen bevat belangrijke informatie voor naleving van voorschriften voor
explosiebeveiliging.
Installatierichtlijnen
op pagina 24.
op pagina 35.
De afvoerslangen aansluiten
op pagina 39. Zorg ervoor dat het instelpunt van de instrumentluchtdruktoevoer
op pagina 21.
Aansluiten van de analoge
op pagina 27.
Modbus TCP/IP (Ethernet) aansluiten
Modbus RTU (RS485) aansluiten
De monsterstroom/stromen en
op pagina 38.
3
/uur. Het gemiddelde luchtverbruik is minder dan 5,4 m
De uitlaat verwijderen
Breng de slang van de monsterpomp aan
Interne slangen aansluiten
Wandmontage
De relais aansluiten
3
/uur
op pagina 40.
De
Initiaal
17
Advertenties
Inhoudsopgave
