Afbeelding 11 Richting klemring
1 PFA- en PVDF-koppelingen
2 Roestvrijstalen koppelingen
(SS-316)
3 Klemring voor
4 Snijring achter
5.4.2 De monsterstroom/stromen en handmatige stroom aansluiten
5.4.3 Richtlijnen voor monsterslangen
5 Klemring achter
6 Moer
7 Aansluitingen voor zuur- en
basepomp
8 Swagelok PFA T-aansluitstukken
met blauwe moeren
Zie
Specificaties
op pagina 3voor de monsterspecificaties. De monsterdruk bij de
monsterinlaat moet op de omgevingsdruk zijn.
Installeer bij monsterstromen onder druk de optionele monsteroverloopkamer in de
monsterslang voor toevoer van het monster bij omgevingsdruk. Raadpleeg
monsteroverloopkamer installeren (optioneel)
1. Gebruik een PFA-slang met buitendiameter 1/4" x binnendiameter 1/8" om de
SAMPLE -fitting op een monsterstroom aan te sluiten. Zorg ervoor dat de
monsterslangen zo kort mogelijk zijn.
Raadpleeg
Richtlijnen voor monsterslangen
2. Sluit de SAMPLE 2 -fitting aan op een monsterstroom, indien beschikbaar.
3. Sluit PFA-slang(en) met buitendiameter 1/4" en een binnendiameter van 1/8" aan op
de MANUAL-fitting, indien van toepassing. Zorg ervoor dat de slanglengte 2 tot
2,5 (6,5 tot 8,2 ft) is.
Gebruik de MANUAL-fitting voor het meten van steekmonsters of gedeïoniseerd
water indien nodig en voor het meten van de kalibratiestandaard tijdens
meetbereikkalibraties.
4. Wanneer alle slangen zijn aangesloten, controleer dan op mogelijke lekken. Repareer
de gevonden lekken.
Selecteer een goed, representatief monsternamepunt voor de beste prestaties van het
instrument. Het monster moet representatief zijn voor het hele systeem.
Om onregelmatige metingen te voorkomen:
•
Neem monsters van locaties die zich op voldoende afstand bevinden van punten
waar chemische stoffen aan de processtroom worden toegevoegd.
•
Zorg ervoor dat de monsters voldoende worden gemengd.
•
Zorg ervoor dat alle chemische reacties uitgewerkt zijn.
9 CTFE-ring
10 PFA-ring
op pagina 38.
op pagina 35 voor instructies.
Installatie
Een
35