Hoofdstuk 1 Onderhoud G E V A A R Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van het document beschreven taken uitvoeren. 1.1 Veiligheidsinformatie Lees deze handleiding volledig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert of probleemoplossing voor deze apparatuur doorloopt. Let op alle waarschuwingen. Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot ernstig persoonlijk letsel of schade aan het instrument.
Onderhoud Dit symbool geeft aan dat er een hefgevaar bestaat omdat het voorwerp zwaar is. Dit symbool duidt op een brandgevaar. Elektrische apparatuur gemarkeerd met dit symbool mag niet worden afgevoerd via Europese systemen voor afvoer van huishoudelijk of openbaar afval. Oude apparatuur of apparatuur aan het einde van zijn levensduur kan naar de fabrikant worden geretourneerd voor kosteloze verwerking.
Hach opgeleide operator of door Hach opgeleid onderhoudspersoneel. Om schade aan instrumenten te voorkomen, moeten onderhoud en probleemoplossing om de 6 en 12 maanden worden uitgevoerd door speciaal opgeleid onderhoudspersoneel van Hach. Tabel 1 toont het aanbevolen schema voor onderhoudstaken. Voorschriften van de installatie en bedrijfscondities kunnen de frequentie van sommige taken verhogen.
Onderhoud Taak Doel Controleer of de zuurstofdruk naar de analyser correct is. • Zuurstofconcentrator aangesloten op gefilterde instrumentlucht - 200 L/h bij minder dan 0,6 bar (8,7 psi). Instrumentluchtdruk: 2,1 bar (30,5 psi, 90 L/minuut). De maximale luchtdruk is 2,3 bar (33,35 psi). •...
Onderhoud Vul of vervang de containers met zuur- en basereagens indien nodig wanneer de analyser is gestopt. 1. Selecteer OPERATION (bediening) > START,STOP > FINISH & STOP (afronden en stoppen) of EMERGENCY STOP (noodstop). 2. Vul reagentia bij of vervang deze. 3.
Pagina 10
Onderhoud Afbeelding 1 Locatieschema zekeringen Tabel 2 Zekeringspecificaties Item Naam Aantal Afmetingen Materiaal Aantal Stroom Type Koeler DIN-rail Aansluiting 47 Miniatuur Keramisch 2,5 A (DC) T 2,5 A H250 V 5 x 20 mm Relaisprintplaat 81204001-03 Miniatuur Glas 2,5 A (DC) T 2,5 A L125 V 5 x 20 mm 0,5 A (DC) T 500 mA L 125 V DC...
Onderhoud Tabel 2 Zekeringspecificaties (vervolg) Item Naam Aantal Afmetingen Materiaal Aantal Stroom Type Printplaat voeding 115 VAC 81204030-03 Miniatuur Keramisch — Blanco (printplaat netvoeding) 5 x 20 mm 0,5 A T 500 mA H250 V 1,0 A T 1A H250 V 2,5 A T 2,50 A H250 V 3,15 A...
Onderhoud Taak Initiaal Selecteer OPERATION (bediening) > START,STOP > FINISH & STOP (afronden en stoppen) of EMERGENCY STOP (noodstop). Wacht totdat de melding "SYSTEM STOPPED (systeem gestopt)" op het display verschijnt. Verwijder het reagens uit de reagensslangen voor de veiligheid. Zie Reagensslangen spoelen op pagina 10.
Hoofdstuk 2 Problemen oplossen 2.1 Systeemstoringen Selecteer OPERATION (bediening) > FAULT ARCHIVE (foutenarchief) om alle systeemstoringen te bekijken die zich hebben voorgedaan. Storingen en waarschuwingen die zijn gemarkeerd met een asterisk (*) zijn actief. Wanneer "SYSTEM FAULT (systeemstoring)" wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm Reaction Data (Reactiegegevens) of het scherm Reagent Status (Reagensstatus), heeft zich een systeemstoring voorgedaan.
Pagina 14
Problemen oplossen Tabel 3 Systeemstoringen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 04_NO REACTION Geen TOC (of TC) CO -piek of de CO • Het zuurreagens en/of basereagens hebben een (geen reactie) piek is lager dan de instelling voor onjuiste concentratie. (kan worden ingesteld CO2 LEVEL (CO2-gehalte) bij drie •...
Pagina 15
Problemen oplossen Tabel 3 Systeemstoringen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 11_CO2 ANALYZER De CO -analyser werkt niet naar Controleer de 24V DC-ingangsvoeding naar de CO FAULT (storing CO2- behoren. analyser vanaf het moederbord (draden 101 en 102). analyser) Raadpleeg Onderdelen van de regelkast op pagina 39 voor de locatie van de...
Problemen oplossen Tabel 3 Systeemstoringen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 17_SMPL VALVE NOT De juiste sensorpositie (sensor 1) is niet Vervang relais 4 op de relaisprintplaat. Raadpleeg SYNC (monsterklep niet in de monsterklep aangegeven wanneer Onderdelen van de regelkast op pagina 39 voor de gesynchroniseerd) de monsterpomp in werking is.
Problemen oplossen Tabel 4 Systeemwaarschuwingen Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 21_CO2 ANL LENS Het optische station van de Co2- Reinig de CO -analyser. Reinig de lenzen in de CO DIRTY (lens CO2- analyser -analyser is verontreinigd. analyser. analyser vuil) 22_FLOW WARNING – De zuurstofflow door de uitlaatklep (EX) •...
Pagina 18
Problemen oplossen Tabel 4 Systeemwaarschuwingen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 30_TOC SPAN CAL Het resultaat van de TIC- of TOC- Controleer of de geprepareerde standaardoplossing de FAIL (TOC-span- spankalibratie valt niet binnen de juiste concentratie heeft. Controleer of de instellingen in kalibratie mislukt) waarden van de instelling TIC BAND of het CALIBRATION (kalibratie) >...
Pagina 19
Problemen oplossen Tabel 4 Systeemwaarschuwingen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 44_TN ZERO CAL Het resultaat van de TN-nulkalibratie Zorg ervoor dat de slang voor gedeïoniseerd water is FAIL (TN-nulkalibratie valt niet binnen de opgegeven waarden aangesloten op de koppeling ZERO WATER (nulwater) mislukt) van de instelling TN BAND .
Pagina 20
Problemen oplossen Tabel 4 Systeemwaarschuwingen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 52_HIGH CO2 IN Het CO2-niveau -niveau in het Controleer of het CO -filter van de basereagenscontainer BASE (hoge CO2 in basereagens is hoger dan de waarde bij in goede staat verkeert. Controleer of de base) de instelling BASE CO2 ALARM (CO2- basereagenscontainer geen luchtlekkage heeft.
Pagina 21
Problemen oplossen Tabel 4 Systeemwaarschuwingen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 64_ACID PUMP STOP De zuurpomp is gestopt met de Controleer de rotatie van de zuurpomp. ON (zuurpomp gestopt, rotatiesensor ingeschakeld of de Controleer het sensorsignaal van pomp. Controleer led aan) rotatiesensor werkt niet naar behoren 16 op de signaalplaat en DI05 in het menu DIGITAL...
Problemen oplossen Tabel 4 Systeemwaarschuwingen (vervolg) Bericht Beschrijving Oorzaak en oplossing 81_ATM PRESSURE De waarde van omgevingsdruksensor is Controleer ADC[8] in het menu ANALOG INPUT HIGH (ATM-druk hoog) meer dan 115 kPa. De waarde van de (analoge ingang). Raadpleeg MAINTENANCE omgevingsdruksensor wordt ingesteld (onderhoud) >...
Problemen oplossen linkerbovenhoek van het scherm Reaction Data (Reactiegegevens) of het scherm Reagent Status (Reagensstatus), is er een melding gemaakt. Raadpleeg Tabel Tabel 5 Meldingen Bericht Beschrijving Oplossing 85_LOW REAGENTS (lage De berekende reagensniveaus geven De reagentia vervangen. Zie Reagentia bijvullen of reagentia) (kan worden aan dat het peil in de vervangen...
Pagina 24
Problemen oplossen Optie Beschrijving OZONE PCB FAULT Toont 120 meetwaarden van de ingang naar aansluiting S42 FLT (storing O3 op de signaalplaat. Als er een storing optreedt, wordt het nummer ozonprintplaat) "1" opgeslagen. De meetwaarden worden bewaard in het storingslogboek voor OZONE PCB FAULT (storing ozonprintplaat) totdat een nieuwe storing optreedt.
Hoofdstuk 3 Diagnostiek 3.1 Een druktest uitvoeren Voer een druktest uit om vast te stellen of er een gaslek in de analyser aanwezig is. 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > PROCESS TEST (procestest) > PRESSURE TEST (druktest). 2. Selecteer PRESSURE TEST (druktest) en druk vervolgens op . Er wordt een druktest gestart (60 seconden).
Diagnostiek Item Beschrijving MFC FLOW Toont de flow van de MFC. Als er geen verstopping is, bedraagt de flow (MFC-flow) ongeveer 80 L/uur. STATUS Toont de resultaten van de test. TESTING (testen)- De test wordt uitgevoerd PASS (geslaagd)- De flow van de MFC aan het einde van de test is meer dan 72 L/uur (standaard).
Diagnostiek De analyser verwijdert alle ozon uit de ozontester (30 seconden). De testresultaten worden op het display weergegeven. Item Beschrijving TIME (tijd) Hier wordt weergegeven hoe veel tijd moet verstrijken voordat de O-ring moet breken. STATUS Toont de resultaten van de test. TESTING (testen)- De test wordt uitgevoerd PASS (geslaagd): De tijd voor het verbreken van de O-ring was minder dan 18 seconden (standaard).
Diagnostiek 3.5 Een pH-test uitvoeren V O O R Z I C H T I G Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle veiligheidsvoorschriften van het laboratorium op en draag alle persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de gehanteerde chemicaliën. Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen (MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
Diagnostiek 9. Wanneer 'TEST TIC pH' op het display verschijnt, selecteert u een optie. Optie Beschrijving TAKE SAMPLE Zet de monsteruitvoerklep 0,1 seconde aan. (monster nemen) Selecteer TAKE SAMPLE (monster nemen) vier keer om het oude monster uit de monsteruitvoerslang te verwijderen en neem vervolgens een monster in de glazen beker.
Diagnostiek Optie Beschrijving READ DIW REF TEST Start de referentiemeetcyclus voor gedeïoniseerd water. (referentiemeettest DIW) Tijdens de test wordt de inhoud verwijderd van de TN-meetkuvet. Vervolgens stroomt gedeïoniseerd water de TN-meetkuvet binnen. Het gedeïoniseerde water in de TN-meetcel wordt gemeten in de DCP-module (Dual Cell Photometer). De meting wordt uitgevoerd met dezelfde procedure als bij een normale reactie.
Pagina 31
Diagnostiek Wanneer de toets Terug wordt ingedrukt om het menu te verlaten, voert de analyser een pompsynchronisatieproces uit. 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIMULATE (simuleren) > OXIDATION PHASE SIM (sim oxidatiefase). De status van de analysercomponenten wordt weergegeven. 2.
Diagnostiek Optie Beschrijving SAMPLE OUT VALVE Schakelt de monsteruitvoerklep in of uit. (monsteruitgangsklep) EXHAUST VALVE Schakelt het uitlaatklep in of uit. (uitlaatventiel) CLEANING VALVE Schakelt het reinigingsventiel in of uit. (reinigingsventiel) CALIBRATION VALVE Schakelt het nulpunt- of spankalibratieventiel in of uit. Opties: (kalibratieventiel)(optioneel) ZERO (nul), SPAN of OFF (uit).
Diagnostiek De status van de analysercomponenten wordt weergegeven. Daarnaast worden de signaalintensiteit (S) en referentie-intensiteitswaarden (R) voor stikstof en de signaal- naar-referentie-verhouding (S/R) voor stikstof weergegeven op het display. Opmerking: Nieuwe intensiteit- en verhoudingswaarden worden alleen op het display weergegeven wanneer de detectoren in de dubbelcelfotometer worden gebruikt. 2.
Pagina 34
Diagnostiek 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIGNAL SIMULATE (signaal simuleren). 2. Selecteer een optie. Optie Beschrijving COMMON FAULT (algemene Schakelt het FAULT (storing) in. Opmerking: Raadpleeg de instelling COMMON FAULT storing) (algemene storing) in Configure the relays (De relais configureren) in de Installation and Operation Manual (Installatie- en bedieningshandleiding) om te bepalen of het storingsrelais is ingesteld op normaal bekrachtigd...
Diagnostiek 3.10 De in- en uitgangsstatus weergeven U kunt de signalen bij digitale in- en uitgangen en analoge in- en uitgangen weergeven om hun werking te onderzoeken. 1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > INPUT/OUTPUT STATUS (in-/uitgangsstatus). 2. Selecteer een optie. Optie Beschrijving DIGITAL...
Opmerking: Als dit aantal 65.535 is, wordt het aantal door het volgende ontvangen bericht weer ingesteld op MANUFACTURE ID (fabrikant- Toont de fabrikant-ID voor het instrument (bijv. 1 voor Hach). DEVICE ID (instrument-id) Toont de klasse of serie van het instrument, indien ingevoerd (standaard: 1234).
Pagina 37
Diagnostiek b. Controleer of de Ethernet-kabelconnectors zich volledig in de Ethernet-poorten bevinden. c. Controleer of de LED voor de TCP/IP-connector (RJ45) van de Modbus groen is.
Hoofdstuk 4 Analyserbehuizing Afbeelding 2 toont de pompen en componenten in de analyserbehuizing. Afbeelding 3 toont de kleppen in de analyserbehuizing. Afbeelding 2 Analyserbehuizing—Pompen en componenten 1 NF300 circulation pump, P2 (Nf300 circulatiepomp, P2) 8 CO -analyser 2 Reactor 9 Monsterpomp 3 Cooler (koeler) 10 Geoxideerde monsteropvangpot/reinigingsvat 4 Ozone generator (ozongenerator)
Hoofdstuk 5 Onderdelen van de regelkast Afbeelding 4 Onderdelen van de regelkast 1 Voeding, voor mainboard/moederbord 8 Opening om helderheid van LCD-scherm aan te passen 2 Voeding, voor pompen en kleppen 9 SD/MMC-kaartslot 3 Printplaat (PCB) voor netvoeding 10 Signaalprintplaat 4 Hoofdschakelaar 11 Relaisprintplaat 5 Klemmen voor klantaansluitingen...
Pagina 42
Onderdelen van de regelkast Afbeelding 5 Onderdelen van het moederbord 1 Moederbord 2 Batterij (CR2430, Lithium, 3 V, 285 mAh)
Hoofdstuk 6 Reserveonderdelen en -accessoires W A A R S C H U W I N G Gevaar voor letsel. Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan leiden tot letsel, beschadiging van het instrument of onjuiste werking van apparatuur. De reserveonderdelen in dit hoofdstuk zijn goedgekeurd door de fabrikant. Opmerking: Product- en artikelnummers kunnen verschillen per regio.
Pagina 44
Reserveonderdelen en -accessoires Reservedelen (vervolg) Hoeveelheid Beschrijving nodig in Artikelnr. voorraad PTFE-ring en PEEK-borgringset, 1 x 1/8 inch 10-EMT-118 PTFE-ring en PEEK-borgringset, 1 x 3/16 inch 10-EMT-136 PTFE-ring en PEEK-borgringset, 1 x 1/4 inch 10-EMT-114 Monsterpomp, WMM60 19-MAX-004 Montage van veiligheidsbordhouder 20-OZN-001 Slangen, PFA, 1/8 inch buitendiameter x 1/16 inch binnendiameter binnendiameter, Lengte 5 m...