Klem
Beschrijving
13
Relais 1, NC
14
Relais 2, NO
15
Relais 2, COM
16
Relais 2, NC
17
Relais 3, NO
18
Relais 3, COM
19
Relais 4, NO
20
Relais 4, COM
21
Relais 5, NO
22
Relais 5, COM
23
Relais 6, NO
24
Relais 6, COM
31
Digitale ingang 1, 24 VDC
32
Digitale ingang 1, 0 VDC
33
Digitale ingang 2, 24 VDC
34
Digitale ingang 2, 0 VDC
35
Digitale ingang 3, 24 VDC
36
Digitale ingang 3, 0 VDC
37
Digitale ingang 4, 24 VDC
38
Digitale ingang 4, 0 VDC
5.3.7 Modbus RTU (RS485) aansluiten
Tabel 12 Beschrijving aansluitklemmen (vervolg)
* = optioneel
Voor Modbus RTU-gegevensoverdracht sluit u de Modbus RTU-terminals in de analyser
als volgt aan op een Modbus-masterapparaat:
1. Schakel de voeding naar de analyser uit. Zie de geïllustreerde stappen in
Afbeelding
5.
2. Steek een 4-draads, getwiste kabel door een kabeltrekontlasting aan de linkerkant
van de analyser. Gebruik een draaddikte van minimaal 0,2 mm
3. Sluit drie van de draden aan op de Modbus RTU-terminals in de analyser. Zie
Afbeelding 6
en
Tabel 13
Zie
Afbeelding 7
voor de locatie van de Modbus RTU-terminals in de analyser.
4. Sluit de afschermingsdraad van de kabel aan op klem 73 van de analyser. Zie
Afbeelding 6
en
Tabel 13
Opmerking: Als alternatief kunt u de afschermingsdraad aansluiten op de aardingsklem van
het Modbus-masterapparaat.
5. Draai de kabeltrekontlasting vast.
6. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een Modbus-masterapparaat. Zie
Afbeelding
6.
Klem
Beschrijving
46
RS232-uitgang: TX
(niet gebruikt)
47
RS232-uitgang: RX
(niet gebruikt)
48
RS232-uitgang: Massa
(niet gebruikt)
51
4-20 mA signaal in 1+
52
4-20 mA signaal in 1-
53
4-20 mA signaal in 2+
54
4-20 mA signaal in 2_
71
Modbus D + *
72
Modbus D - *
73
Modbus-massa *
74
Modbus-vermogen *
61
4-20 mA signaal uit 1+
62
4-20 mA signaal uit 1-
63
4-20 mA signaal uit 2+
64
4-20 mA signaal uit 2-
65
4-20 mA signaal uit 3+
66
4-20 mA signaal uit 3-
67
4-20 mA signaal uit 4+
68
4-20 mA signaal uit 4+
voor meer informatie.
voor meer informatie.
Installatie
2
(24 AWG).
29