Inhoudsopgave
Advertenties
VOORZICHT IG
• Controleer tijdens de opslag het voertuig en de lader ieder maand en ga dan na of de lader correct
werkt.
HET ELEKTRISCHE VOERTUIG NA OPSLAG WEER IN GEBRUIK NEMEN
1. Sluit zo nodig de accu's aan.
2. Laad de accu's volledig.
3. Pas de bandendruk aan volgens de aanbevolen spanning. Zie Voertuigspecificaties op pagina 54.
4. Volg de Voorbewerking en dagelijkse veiligheidscontroles op pagina 27.
OPSLAG – BENZINEVOERTUIGEN
Zie Algemene waarschuwingen op pagina 15.
ý
GEVAAR
• Tracht nooit benzine af te tappen wanneer de motor warm is of nog draait.
• Ruim alle gemorste benzine op voor u het voertuig gebruikt.
• Bewaar benzine uitsluitend in een goedgekeurd benzineblik. Bewaar benzineblikken in een goed
geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken, open vuur, verwarmingstoestellen en andere
hittebronnen.
• Bewaar benzine buiten het bereik van kinderen.
• Verwijder benzine nooit met een slang uit het voertuig.
ý
WAARSCHUWING
• Draai het contactslot op UIT, verwijder de sleutel en laat de vooruit-/achteruithendel tijdens de opslag
in VRIJLOOP (N) staan. Zo voorkomt u het onbedoelde starten van het voertuig of brandgevaar.
• Draai de brandstofkraan in de gesloten stand (Figuur 20).
• Tracht nooit bevroren accu's of accu's met vervormde behuizing te laden. Gooi de accu's weg.
Bevroren accu's kunnen ontploffen.
ý
VOORZICHT IG
• Onvoldoende opgeladen accu's zullen bij lage temperatuur bevriezen.
BENZINEVOERTUIG VOORBEREIDEN OP LANGDURIGE OPSLAG
1. Ontlaad het voertuig zodat de banden uitsluitend het gewicht van het voertuig dragen.
2. Sla het voertuig op een koele, droge plaats op. Zo wordt zoveel mogelijk vermeden dat de accu vanzelf leeg-
loopt. Indien de accu zwak lijkt, moet u deze door een getrainde monteur laten opladen. Gebruik een 12 V
acculader voor auto's, met een stroomsterkte van 10 A of lager.
3. Maak de carburateur leeg en verzegel de benzinetank.
3.1. Plaats de vooruit-/achteruithendel in VRIJLOOP (N) en de vrijloopvergrendelingsnok in de ONDER-
HOUDSSTAND. Draai de brandstofkraan in de gesloten stand (Figuur 20) en laat de motor draaien tot
de in de carburateur en brandstofleidingen achtergebleven benzine verbruikt is en de motor stilvalt.
Plaats de vrijloopvergrendelingsnok in de GEBRUIKSSTAND.
3.2. Draai de carburateur-aftapschroef los (verwijder deze niet) en laat de rest van de benzine uit de carbu-
rateurkom in een blik lopen. Giet deze vervolgens uit het blik in de brandstoftank van het voertuig. Draai
de carburateur-aftapschroef vast.
pagina 36
2005 Carryall-voertuigen – handleiding voor de eigenaar
Opslag – benzinevoertuigen
Advertenties
Inhoudsopgave
