• Achteruitzoemer: Wanneer de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar in ACHTERUIT (R) staat, geeft de
achteruitzoemer een waarschuwingssignaal.
• Besturing: Het voertuig moet gemakkelijk te besturen zijn, zonder speling op het stuur.
• Algemeen: Luister of u geen ongewone geluiden, zoals geknars of geratel, hoort. Controleer het rijgedrag
en de prestatie van het voertuig. Laat alle afwijkingen controleren door uw Club Car-distributeur/-dealer of
een getrainde monteur.
Elektrische voertuigen
• Gaspedaal: Wanneer het contactslot op AAN staat en de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar op
VOORUIT (F), moet bij het indrukken van het gaspedaal de motor starten en het voertuig vlot zijn maximum-
snelheid bereiken. Bij het loslaten van het pedaal moet het naar de oorspronkelijke stand terugkeren en de
motor moet vrij draaien. Alle Club Car-voertuigen hebben in achteruit een lagere snelheid.
• Uitsluitend IQ System-voertuigen: Bij het loslaten van het pedaal moet het naar zijn oorspronkelijke stand
terugkeren en moet de motor vrij draaien of overgaan op remmen met de motor. Zie Motorrem met 'niet-
ingedrukte pedaal' hieronder.
IQ System-voertuigen
• Zero Speed Detect (nulsnelheiddetectie): Terwijl het voertuig op vlak terrein geparkeerd is, met de par-
keerrem uitgeschakeld, plaatst u de slepen-/rijdenschakelaar op RIJDEN en probeert u het voertuig te
duwen. De motorrem moet inschakelen en weerstand tegen het rijden veroorzaken (het voertuig gaat niet
sneller dan 1,5 tot 4,8 km/u [1 tot 3 mph]), ongeacht de stand van de vooruit-/achteruitschakelaar. Wanneer
de motorrem met nulsnelheiddetectie is ingeschakeld, hoort de achteruitzoemer een duidelijk waarschu-
wingssignaal uit te zenden. Zie volgende WAARSCHUWING.
ý
WAARSCHUWING
• Nulsnelheiddetectie beperkt de voertuigsnelheid niet tot 1,6 km/u (1 mph) op zeer steile hellingen.
Gebruik het voertuig niet op hellingen met een hellingspercentage van meer dan 20%.
• Motorrem met 'niet-ingedrukt pedaal' (regelbaar op IQ System-voertuigen): Laat het voertuig op volle
toeren draaien en neem uw voet van het gaspedaal. De motorrem moet het voertuig snel en zonder
schokken afremmen tot een snelheid van ongeveer 17,7 km/u (11 mph). De motorrem ontkoppelt wanneer
de snelheid van het voertuig tot 17,7 km/u (11 mph) is gedaald. Deze functie kan alleen bij voertuigen met
het IQ System worden ingeschakeld. Neem contact op met uw lokale Club Car-dealer/distributeur voor infor-
matie over dit verstelbare kenmerk.
• Motorrem met 'ingedrukt pedaal': Versnel op een dalende helling met het gaspedaal ingedrukt. Wanneer
het voertuig de maximumsnelheid bereikt, moet het afremmen op de motor worden ingeschakeld en de snel-
heid van het voertuig tot deze maximumsnelheid worden beperkt. Op bijzonder steile hellingen is het moge-
lijk dat het voertuig een beetje sneller rijdt dan de maximumsnelheid waarvoor het is ontworpen; gebruik in
dat geval het rempedaal.
Benzinevoertuigen
• Gaspedaal: Wanneer het contactslot op AAN staat en de vooruit-/achteruithendel op VOORUIT (F), moet bij
het indrukken van het gaspedaal de motor starten en moet het voertuig vlot zijn maximumsnelheid bereiken.
Bij het loslaten van het pedaal moet deze naar de oorspronkelijke stand terugkeren, terwijl de motor stopt.
Alle Club Car-voertuigen hebben in achteruit een lagere snelheid.
• Gaspedaal voor key-start-voertuig: Wanneer de motor is gestart m.b.v. het contactslot en de vooruit-/ach-
teruithendel op VOORUIT (F) is geplaatst, moet bij het indrukken van het gaspedaal het voertuig vlot ver-
snellen en zijn maximumsnelheid bereiken. Bij het loslaten van het gaspedaal moet het naar de
oorspronkelijke stand terugkeren en moet de motor stationair draaien.
• Toerenregelaar: Controleer de maximumsnelheid van het voertuig. De Carryall 1 moet op vlak terrein op
19-24 km/u (12-15 mph) rijden. De Carryall 2 en de Carryall 6 moeten op vlak terrein op 23-26 km/u (14-
16 mph) rijden. De Carryall 2 Plus moet op vlak terrein op 27-29 km/u (17-18 mph) rijden.
pagina 28
2005 Carryall-voertuigen – handleiding voor de eigenaar
Voorbewerking en dagelijkse veiligheidscontroles