Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Voertuig Starten - Club Car Carryall 1 2005 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Carryall 1 2005:
Inhoudsopgave

Advertenties

HET VOERTUIG STARTEN

1. Zorg ervoor dat de lading goed bevestigd is.
2. Zorg ervoor dat iedereen zit en zich vasthoudt aan de handgrepen van de zitting of de relingen. De bestuurder
moet met beide handen het stuur vasthouden.
3. Zorg ervoor dat de wielen in de gewenste richting gedraaid zijn en dat niets de weg verspert.
4. Start het voertuig:
Elektrische voertuigen en pedal-start-voertuigen met benzinemotor:
4.1. Draai de sleutel in de stand AAN.
4.2. Kies de rijrichting door de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar in de gewenste stand te plaatsen
(F: vooruit, R: achteruit). Wanneer de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar in ACHTERUIT (R) staat,
geeft een zoemer een waarschuwingssignaal.
4.3. Druk langzaam het gaspedaal in. De parkeerrem wordt automatisch uitgeschakeld en het voertuig zet
zich in beweging. Als u het gaspedaal blijft indrukken, gaat het voertuig sneller rijden tot het de maxi-
mumsnelheid bereikt. Zie volgende WAARSCHUWING en OPMERKING.
Key-start-benzinevoertuigen:
4.4. Zorg ervoor dat de vooruit-/achteruithendel in VRIJLOOP (N) staat.
4.5. Druk het rempedaal in en houd het ingedrukt.
4.6. Draai de contactsleutel helemaal tot aan START en laat hem los nadat de motor is gestart. De motor
draait stationair wanneer de vooruit-/achteruithendel in de stand VRIJLOOP (N) staat.
4.7. Terwijl u het rempedaal ingedrukt houdt, plaatst u de vooruit-/achteruithendel in de gewenste stand
(F: vooruit, R: achteruit). Wanneer de ACHTERUIT (R) is ingeschakeld, geeft een zoemer een waarschu-
wingssignaal.
4.8. Laat het rempedaal los en druk langzaam het gaspedaal in. De parkeerrem wordt automatisch uitge-
schakeld en het voertuig zet zich in beweging. Als u het gaspedaal blijft indrukken, gaat het voertuig
sneller rijden tot het de maximumsnelheid bereikt. Zie volgende WAARSCHUWING en OPMERKING.
ý
WAARSCHUWING
• De bestuurder moet bij het afdalen van hellingen de snelheid van het voertuig beperken.
Uitsluitend IQ System-voertuigen:
• Afremmen op de motor met 'ingedrukte pedaal' of met 'niet-ingedrukt pedaal' kan worden gebruikt
om tijdens afdalingen de snelheid te beperken. Het terrein of andere omstandigheden kunnen het
echter nodig maken om niet alleen de motorrem maar ook het rempedaal te gebruiken.
Alleen benzinevoertuigen:
• Schakel het voertuig nooit uit VOORUIT (F) wanneer u een helling afdaalt. U zult niet in
ACHTERUIT (R) en evenmin opnieuw in VOORUIT (F) kunnen schakelen zonder te stoppen.
• Druk bij het afdalen van een helling het rempedaal indien nodig in en druk het gaspedaal gedeelte-
lijk in. Wanneer het gaspedaal gedeeltelijk ingedrukt is, zal de toerenregelaar zorgen dat de motor
de snelheid bij het afdalen helpt te beperken.
OPMERKING: Pedal-start-voertuig: Indien de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar in VRIJLOOP (N) wordt
geplaatst, wordt de stroomtoevoer naar de motor afgesloten en stopt hij met draaien.
Key-start-voertuig: Wanneer het gaspedaal ingedrukt wordt met de vooruit-/achteruithendel in
VRIJLOOP (N), of indien u met ingedrukte gaspedaal van VOORUIT (F) naar ACHTERUIT (R) pro-
beert te schakelen, wordt de stroomtoevoer naar de motor afgesloten en stopt hij met draaien. Om
te zorgen dat de motor blijft draaien, moet u het gaspedaal volledig loslaten voor u schakelt.
pagina 30
2005 Carryall-voertuigen – handleiding voor de eigenaar
Rij-instructies

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Carryall 2 2005Carryall 2 plus 2005Carryall 6 2005

Inhoudsopgave