Tandem t:slim X2 Gebruikershandleiding pagina 73
Verberg thumbnails
Zie ook voor t:slim X2:
- Gebruikershandleiding (350 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (328 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (344 pagina's)
Advertenties
•
Basaalsnelheid (uw basaalsnelheid
in eenheden/uur)
•
Correctiefactor (de hoeveelheid
waarmee de BG wordt verlaagd
door 1 eenheid insuline)
•
Koolhydratenratio (aantal gram
koolhydraten dat door 1 eenheid
insuline wordt omgezet)
•
Doel-BG (uw ideale
bloedglucosegehalte, gemeten in
mmol/L)
Hoewel u niet elke instelling hoeft
te definiëren, vereisen sommige
pompfuncties dat bepaalde instellingen
worden gemaakt en geactiveerd.
Wanneer u een nieuw profiel aanmaakt,
vraagt uw pomp u om de vereiste
instellingen te maken voordat u kunt
doorgaan.
De bereiken die u kunt instellen voor
Getimede instellingen zijn:
•
Basaal (bereik: 0 en 0.1 tot
15 eenheden/uur)
OPMERKING
Instelling Basale grens: de basaalsnelheid
mag de
Basale grens die is ingesteld in
Pompinstellingen
(Deel 4.11 Basale
niet overschrijden. Als u uw basale grens
instelt nadat u uw persoonlijke profielen hebt
ingesteld, kunt u uw basale grens niet lager
instellen dan uw bestaande basaalsnelheden.
OPMERKING
Control-IQ-technologie en
basaalsnelheden hoger dan 3
eenheden/uur: als de Control-IQ-
technologie is ingeschakeld en de pomp
gedurende 20 minuten geen CGM-waarde
heeft ontvangen, zal het systeem uw
basaalsnelheid automatisch beperken tot
maximaal 3 eenheden/uur. Voorbeelden
van CGM-metingen die niet worden
ontvangen, zijn onder meer wanneer de
pomp en CGM buiten bereik zijn, tijdens de
opstartperiode van de sensor of wanneer
een sensorsessie eindigt. Als u een waarde
voor uw basaalsnelheid invoert die hoger is
dan 3 eenheden/uur, krijgt u in dit scenario
minder insuline dan verwacht.
WAARSCHUWING
De Control-IQ-technologie beperkt de
basaalsnelheid tot 3 eenheden/uur
wanneer de pomp gedurende 20 minuten
geen CGM-meting heeft ontvangen.
Bijvoorbeeld wanneer de pomp en CGM
buiten bereik zijn, tijdens de opstartperiode
van de sensor, wanneer een sensorsessie
grens)
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening
eindigt of wanneer er een zender- of
sensorfout is. Schakel de Control-IQ-
technologie uit om meer dan 3 eenheden/
uur te ontvangen tijdens deze scenario's.
•
Correctiefactor (bereik:
1 eenheid: 0.1 mmol/L tot
1 eenheid: 33.3 mmol/L)
•
Koolhydratenratio (bereik: 1 eenheid :
1 gram tot 1 eenheid:300 gram)
Onder een koolhydratenratio van
1:10 kan de waarde worden
gewijzigd in stappen van 0.1 gram.
Zo kunt u bijvoorbeeld een
koolhydratenratio van 1:8.2
programmeren.
•
Doel-BG (bereik: 3,9 mmol/L tot
13.9 mmol/L)
Bovendien kunt u een of meer van de
volgende bolusinstellingen instellen:
•
Insulineduur (hoelang een bolus uw
BG verlaagt)
•
Koolhydraten (AAN betekent
invoeren aantal gram koolhydraten;
UIT betekent invoeren aantal
eenheden insuline)
71
Advertenties
