HOOFDSTUK 19 • Overzicht van CGM
19.1 CGM-systeemoverzicht
Dit deel van de gebruikershandleiding
bevat instructies voor het gebruik van een
CGM met uw t:slim X2-pomp. Het
gebruik van een CGM is optioneel, maar
om een geautomatiseerde functie voor
insulinedosering te gebruiken, is CGM
vereist. Bij gebruik van CGM kunnen
de waarden van uw sensor op het
pompscherm worden weergegeven.
Om behandelingsbeslissingen te nemen
tijdens de opstartperiode van een nieuwe
sensor hebt u een normale, in de handel
verkrijgbare bloedglucosemeter nodig
voor gebruik met uw systeem.
Een voorbeeld van een CGM is het
Dexcom G6 CGM-systeem, dat uit een
sensor, zender en ontvanger bestaat.
OPMERKING
Apparaataansluitingen: de Dexcom G6 CGM
kan slechts met één medisch hulpmiddel tegelijk
worden gekoppeld (de t:slim X2™-pomp of de
Dexcom-ontvanger), maar u kunt de Dexcom G6
CGM-app en uw pomp tegelijkertijd met
dezelfde zender-ID gebruiken.
De Dexcom G6-sensor is een
wegwerphulpmiddel, dat onder de huid
184
wordt ingebracht om de
bloedglucosespiegel continu te meten.
De Dexcom G6-zender wordt met de
sensor verbonden via Bluetooth
draadloze technologie-communicatie
en stuurt elke 5 minuten waarden naar
het scherm van de pomp. Het
pompscherm toont
sensorglucosewaarden, een
trendgrafiek en pijlen voor de
veranderingsrichting en -snelheid. Ga
voor informatie over het plaatsen van
een Dexcom G6 CGM-sensor, het
plaatsen van een Dexcom G6-zender
en de productspecificaties voor
Dexcom G6 naar de website van de
fabrikant voor de betreffende
gebruikershandleidingen.
U kunt uw pomp ook programmeren
om u te waarschuwen wanneer uw
CGM-waarden boven of onder een
bepaald niveau komen, of snel stijgen
of dalen. Als de CGM-waarden tot
3.1 mmol/L of lager dalen, klinkt de
vaste waarschuwing bij lage
bloedglucose. Deze waarschuwing
kan niet aangepast worden.
Anders dan bij de waarden van een
standaard bloedglucosemeter kunt u
met CGM-waarden onmiddellijk trends
zien. Ook kunt u waarden registreren
op momenten waarop u niet in staat
bent om uw BG te controleren,
bijvoorbeeld wanneer u slaapt. Deze
informatie kan nuttig zijn voor u en uw
zorgverlener wanneer u overweegt om
wijzigingen aan te brengen in uw
behandeling. Bovendien helpen de
programmeerbare waarschuwingen u
om mogelijk lage of hoge bloedglucose
eerder op te merken dan wanneer u
alleen een bloedglucosemeter gebruikt.
19.2 Overzicht ontvanger (t:slim
X2-insulinepomp)
Zie
deel 18.4 CGM-startscherm
informatie over de pictogrammen en
bedieningselementen die op het
startscherm worden weergeven als
CGM is ingeschakeld.
19.3 Overzicht zender
Dit deel bevat informatie over CGM-
apparaten met een afzonderlijke
zender. De informatie in dit deel geldt
specifiek voor de Dexcom G6 CGM en
dient als voorbeeld. Ga voor informatie
over de Dexcom G6-zender naar de
voor