Tandem t:slim X2 Gebruikershandleiding pagina 244
Verberg thumbnails
Zie ook voor t:slim X2:
- Gebruikershandleiding (350 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (328 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (344 pagina's)
Advertenties
HOOFDSTUK 26 • CGM-problemen oplossen
Dit hoofdstuk bevat handige tips en
instructies om problemen op te lossen
die kunnen ontstaan tijdens het gebruik
van het CGM-gedeelte van uw
systeem.
Neem contact op met de
klantenservice in uw regio als de
stappen voor probleemoplossing in dit
hoofdstuk het probleem niet oplossen.
De volgende tips gelden specifiek voor
het oplossen van problemen met de
Dexcom G6 CGM die met uw pomp is
gekoppeld. Ga voor meer informatie
over het oplossen van problemen met
de Dexcom G6 CGM naar de website
van de fabrikant voor de betreffende
gebruikershandleidingen.
26.1 Problemen koppeling met
CGM oplossen
Mogelijk probleem:
probleem met koppeling van uw
Dexcom G6 CGM met uw t:slim X2™-
insulinepomp.
Tip voor het oplossen van het
probleem:
242
de Dexcom G6 CGM kan slechts met
één medisch hulpmiddel tegelijk
worden gekoppeld. Zorg dat uw CGM
niet is gekoppeld met de Dexcom-
ontvanger voordat u hem met de pomp
koppelt. U kunt nog steeds een
smartphone tegelijkertijd met de
Dexcom G6 CGM-app en uw t:slim X2-
insulinepomp blijven gebruiken als ze
dezelfde zender-ID hebben. Zie
20.2 De koppeling met de Dexcom-
ontvanger
verbreken.
26.2 Kalibratieproblemen oplossen
Volg de volgende belangrijke tips om
voor een goede kalibratie van uw CGM
te zorgen.
Voordat u een BG-waarde voor
kalibratie meet: was uw handen,
controleer of uw glucoseteststrips goed
bewaard zijn en niet verlopen zijn en
controleer of uw meter correct is
gecodeerd (indien vereist). Breng het
bloedmonster voorzichtig aan op de
teststrip en volg hierbij de instructies
van uw bloedglucosemeter of
teststrips.
Voer geen kalibratie uit als u het
symbool Buiten bereik ziet op de plaats
waar uw sensorglucosemetingen
normaliter op het scherm worden
weergegeven.
Voer geen kalibratie uit als u "- - -" ziet
op de plaats waar uw
sensorglucosemetingen normaliter op
het scherm worden weergegeven.
Verricht geen kalibratie als uw BG-
deel
waarde lager dan 2.2 mmol/L of hoger
dan 22.2 mmol/L is.
26.3 Probleem Onbekende
sensorwaarde oplossen
Wanneer uw CGM geen
sensorglucosewaarde kan geven,
wordt "- - -" weergegeven op de plaats
waar uw sensorglucose normaliter op
het scherm wordt weergegeven. Dit
betekent dat het systeem de
sensorwaarden op dat moment niet
begrijpt.
Vaak kan het systeem dit probleem
verhelpen en sensorglucosewaarden
blijven weergeven. Neem contact op
met de klantenservice in uw regio als er
ten minste 3 uur is verstreken sinds de
laatste sensorglucosemeting.
Advertenties
