ý
VOORZICHT IG
• Let erop dat het gordelmateriaal en de gordelbevestigingen niet worden beschadigd.
• Inspecteer de veiligheidsgordels regelmatig. Controleer op insnijdingen, gerafelde randen en
loszittende onderdelen. Beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen. Het
systeem mag niet worden gedemonteerd of gewijzigd.
• Houd veiligheidsgordels schoon en droog. Indien de gordels gereinigd moeten worden,
gebruik dan een sopje van zachte zeep en lauw water. Gebruik geen bleekmiddel, kleurmiddel
of schuurmiddelen, aangezien hierdoor het gordelmateriaal verzwakt kan worden.
• Steek geen munten, klemmen, etc., in het gordelslot, omdat het kan zijn dat het lipje hierdoor
niet goed in het slot kan ingrijpen.
• Indien de veiligheidsriem niet normaal werkt, neem dan onmiddellijk contac top met uw
Club Car dealer/distributeur of getrainde monteur. Maak pas weer gebruik van deze zitplaats
wanneer de veiligheidsriem is gerepareerd.
Figuur 8 Veiligheidsriem vastztten
STOELVERGRENDELING EN AFSTELLING
De zittingen zijn voorzien van scharnieren zodat men gemakkelijk toegang heeft tot de motorruimte. Een
grendel aan de achterkant van elke zitting verhindert dat de zitting op zijn scharnieren beweegt wanneer het
voertuig gebruikt wordt. Neem, om de grendel los te maken, de achterzijde van de zitting vast en trek hem
stevig voorwaarts en omhoog totdat de grendel vrijkomt. Om de stoelvergrendeling vast te zetten, duwt u
stevig op de achterkant van de zitting totdat zij op haar plaats klikt. Zie volgende WAARSCHUWING.
ý
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat de scharnieren en de vergrendeling van de zitting goed vastzitten alvorens
het voertuig te gebruiken.
De kuipzitting aan de bestuurderszijde is verstelbaar en kan naar wens van de bestuurder achteruit en vooruit
worden vesteld. Door tegen de hendel onder de bestuurderszitting te duwen, kan de zitting naar links worden
versteld (naar de buitenkant van het voertuig). Zet de zitting op de gewenste plaats en zet de hendel terug in
de oorspronkelijke stand. Zie volgende WAARSCHUWING.
ý
WAARSCHUWING
• Stel de bestuurderszitting niet af terwijl het voertuig rijdt.
pagina 18
Handleiding voor de eigenaar, 2005 Carryall 294 benzine- en dieselvoertuigen
Stoelvergrendeling en afstelling
1
Figuur 9 Veiligheidsriem losmaken