CONTACTSLOT – BENZINEVOERTUIGEN
Het contactslot (2) bevindt zich rechts van de stuurkolom op het instrumentenpaneel (Figuur 4). Het heeft
drie standen : UIT, AAN en START. Om het voertuig te starten, plaatst u de vooruit-/achteruithendel in VRIJ-
LOOP, draait u de sleutel naar START, activeert u de choke (3) wanneer nodig, en houdt u hem in deze stand
totdat de motor start. Indien de motor niet binnen 10-15 seconden start, laat de sleutel dan los en herhaal de
procedure. Laat de sleutel los wanneer de motor start. De sleutel gaat teurg naar de stand AAN. De motor
draait met stationair toerental. De motor blijft stationair draaien totdat de sleutel in de UIT-stand wordt
gedraaid. Zie volgende WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en OPMERKING.
CONTACTSLOT – DIESELVOERTUIGEN
Het contactslot (2) bevindt zich rechts van de stuurkolom op het instrumentenpaneel (Figuur 5). Het heeft vier
standen: VOORVERWARMING, UIT, AAN en START. Draai wanneer het koud weer is de sleutel naar VOOR-
VERWARMING en houd hem 10-15 seconden in die stand vast om de gloeibougies voor te verwarmen. Draai
de contactsleutel helemaal tot aan START en houd hem vast tot de motor is gestart. Indien de motor niet
binnen 10-15 seconden start, draai de sleutel dan naar UIT en herhaal de procedure. Laat de sleutel los wan-
neer de motor start. De sleutel gaat teurg naar de stand AAN. De motor draait stationair wanneer de hendel
op vrijloop staat. De motor blijft stationair draaien totdat de sleutel in de UIT-stand wordt gedraaid. Zie vol-
gende WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en OPMERKING.
Draai de sleutel naar VOORVERWARMING indien de temperatuur tot onder -5 °C (23 °F) daalt. Houd de
sleutel niet langer dan 20 seconden in de stand VOORVERWARMING.
ý
WAARSCHUWING
• Bewegende onderdelen! Blijf uit de buurt van de motorruimte terwijl de motor draait.
VOORZICHT IG
• Wanneer het gaspedaal is ingedrukt, mag u de vooruit-/achteruithendel niet verplaatsen. Ver-
plaats de hendel slechts wanneer het voertuig volledig tot stilstand is gekomen en de motor
stationair draait. Indien u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
OPMERKING: De sleutel kan alleen verwijderd worden wanneer het contactslot in de stand UIT staat.
VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL
De vooruit-/achteruithendel (1) bevindt zich rechts van het instrumentenpaneel. De hendel heeft drie verschil-
lende posities: VOORUIT (A), VRIJLOOP (B) en ACHTERUIT (C) (Figuur 4 of Figuur 5). Duw de hendel
naar boven om het voertuig vooruit te laten rijden en naar beneden om achteruit te gaan. De motor kan alleen
gestart worden wanneer de hendel in de vrijloop (het midden) staat. De motor moet stationair draaien voordat
de vooruit-/achteruithendel mag worden verplaatst. Lees WAARSCHUWING en VOORZICHTIG vanaf
pagina 13.
Alle Club Car-voertuigen hebben in achteruit een lagere snelheid. Wanneer de vooruit-/achteruithendel op
ACHTERUIT (R) staat, geeft de achteruitzoemer een waarschuwingssignaal.
Handleiding voor de eigenaar, 2005 Carryall 294 benzine- en dieselvoertuigen
Bedieningen en aanwijzers
pagina 13