Inhoudsopgave
Advertenties
GASPEDAAL
Het gaspedaal (1) bevindt zich aan de rechterkant (Figuur 6).
Wanneer de motor draait en de vooruit-/achteruithendel in VOORUIT (F) of ACHTERUIT (R) staat, loopt de
snelheid van het voertuig op wanneer het gaspedaal wordt ingedrukt. Bij het loslaten van het gaspedaal keert
het naar de oorspronkelijke stand terug en draait de motor stationair. Lees WAARSCHUWING en VOOR-
ZICHTIG op pagina 13.
REMPEDAAL
Het rempedaal (2) bevindt zich links van het gaspedaal (Figuur 6). Druk het rempedaal in om de snelheid te
verminderen of het voertuig te stoppen.
4
3
Figuur 6 Pedalen
PARKEERREM
Het parkeerrempedaal (3) bevindt zich links van het rempedaal (Figuur 6). Om de parkeerrem in te schakelen,
drukt u eerst op het rempedaal en daarna stevig op het parkeerrempedaal tot deze vastklikt. Voor het ontkop-
pelen trekt u aan de ontgrendelhendel voor de parkeerrem (Figuur 7). Zie volgende WAARSCHUWING.
ý
WAARSCHUWING
• De parkeerrem heeft verschillende blokkeerstanden en moet stevig geblokkeerd worden om te
beletten dat het voertuig wegrolt.
WAARSCHUWINGSLAMPJE
Het waarschuwingslampje voor laag oliepeil (8) bevindt zich links van de stuurkolom (Figuur 4 or Figuur 5).
Indien het waarschuwingslampje brandt, moet u de olie controleren en zo nodig olie bijvullen voor u het voer-
tuig verder gebruikt. Er mag niet met het voertuig worden gereden wanneer het waarschuwingslampje con-
stant brandt. Als het waarschuwingslampje aan en uit gaat, mag u blijven rijden maar moet u zo snel mogelijk
olie bijvullen. Als het oliepeil correct is maar het waarschuwingslampje blijft branden, laat u het voertuig dan
even nakijken door een getrainde monteur. Zie volgende VOORZICHTIG.
VOORZICHT IG
• Als het waarschuwingslampje blijft branden, moet u onmiddellijk olie bijvullen, anders kunt u
de motor voorgoed beschadigen.
Handleiding voor de eigenaar, 2005 Carryall 294 benzine- en dieselvoertuigen
1
2
Bedieningen en aanwijzers
Figuur 7 Ontgrendeling parkeerrem
pagina 15
Advertenties
Inhoudsopgave
