Inhoudsopgave
Advertenties
ROLBEUGELS (ROPS) EN VEILIGHEIDSGORDELS
De Carryall 294 is met gecertificeerde rolbeugels (ROPS) en een veiligheidsgordel voor iedere inzittende uit-
gerust. Zie volgende WAARSCHUWING.
ý
WAARSCHUWING
• Het ROPS moet correct worden aangebracht, voordat er met het voertuig wordt gereden.
Club Car raadt ten zeerste aan dat de inzittenden te allen tijde de veiligheidsgordels dragen.
Zwangere vrouwen: Vraag uw arts om specifieke aanbevelingen. De veiligheidsriem moet op de juiste wijze
en zo laag mogelijk over de heupen worden gedragen; niet over de middel.
Persoon met letsel: Vraag, afhankelijk van het letsel, eerst uw arts om specifieke aanbevelingen.
Ga rechtop zitten en goed tegen de achterleuningen alvorens de veiligheidsgordel vast te zetten. Trek de vei-
ligheidsgordel uit het oprolmechanisme en klik het lipje in het slot. Er is een klik te horen wanneer het lipje in
het slot vastklikt. Leg de gordelriem zo laag mogelijk over de heupen, niet over de middel. (Figuur 8).
Het oprolmechanisme blokkeert de riem wanneer er plotseling wordt gestopt. De riem kan ook blokkeren
indien de inzittende te snel naar voren buigt. Wanneer langzame, soepele bewegingen worden gemaakt, kan
de riem worden uitgetrokken en kan de inzittende vrij bewegen. Indien de veiligheidsgordel niet uit het oprol-
mechanisme kan worden getrokken, trek dan stevig aan de riem en laat deze los. Deze moet daarna soepel
uit het oprolmechanisme komen.
De veiligheidsriem wordt losgemaakt door op de ontgrendelknop (1) te drukken en de riem te laten oprollen.
Indien de riem niet soepel wordt teruggetrokken, trek hem dan naar buiten en controleer dan of deze gedraaid
is. Let er vervolgens op dat de riem niet verdraait terwijl deze wordt opgerold (Figuur 9).
ý
WAARSCHUWING
• Het ROPS (de rolbeugels) mogen niet worden gewijzigd en er mag niet worden gereden wan-
neer het ROPS is verwijderd. Gebeurt dit wel, dan vervalt de certificatie en kan materiële
schade, persoonlijk of dodelijk letsel worden opgelopen.
• Bedien het voertuig niet indien het ROPS is beschadigd. Vervang het ROPS indien het is
beschadigd. Voer hier geen reparaties aan uit.
• De bestuurder en passagier moeten ten allen tijde de veiligheidsgordels dragen om letsel als
gevolg van plotseling remmen, een botsing of kantelen te helpen voorkomen.
• Indien het voertuig omrolt, probeer dan niet het voertuig te verlaten, ook niet door eruit te
springen. Blijf zitten met de veiligheidsgordel vast en armen en benen in het voertuig.
• Controleer nadat het lipje is ingestoken of het lipje en het slot zijn vergrendeld en of de riem niet
is gedraaid.
• Door losjes aangebrachte veiligheidsgordels wordt het risico voor letsel groter, aangezien de
inzittende bij een plotselinge remactie onder de gordel door kan schieten. Trek de veiligheids-
gordel aan en leg hem zo laag mogelijk over de heupen.
• Gebruik een veiligheidsgordel altijd voor slechts één persoon tegelijkertijd. Gebruik een veilig-
heidsgordel niet voor twee of meer mensen, ook niet wanneer het kinderen betreft.
• Het voertuig mag niet meer dan één persoon per zitting vervoeren. Laat mensen niet plaats-
nemen op plaatsen in het voertuig, waar geen stoel en veiligheidsgordel zijn aangebracht. Laat
een passagier geen kind op zijn of haar schoot houden wanneer het voertuig in beweging is.
• De Club Car is niet ontworpen met het oog op de vereisten voor kinderzitjes. Kinderen die in
een veiligheidsstoeltje moeten zitten, mogen niet in dit voertuig rijden. U dient zich te houden
aan de toepasselijke wetten betreffende de veiligheid van kinderen.
Handleiding voor de eigenaar, 2005 Carryall 294 benzine- en dieselvoertuigen
Rolbeugels (ROPS) en veiligheidsgordels
pagina 17
Advertenties
Inhoudsopgave
