Airconditioning
De airconditioning werkt alleen bij draaiende
motor.
Druk op de toets om de
airconditioning in te schakelen;
het lampje gaat branden. Druk
nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen; het
lampje gaat uit.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is ingesteld op 0.
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
1.
Comfortprogramma AUTO.
2.
Temperatuurregeling bestuurderszijde/
passagierszijde.
3.
Regeling luchtverdeling.
4.
Regeling luchtopbrengst.
5.
Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
6.
In-/uitschakelen van de airconditioning.
Om het interieur maximaal te verkoelen
of te verwarmen is het mogelijk de
minimale waarde 15 of de maximale
waarde 27 te overschrijden door verder te
draaien tot respectievelijk LO of HI wordt
weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij het
instappen veel lager (of hoger) is dan
de ingestelde waarde, heeft het geen
zin om voor een optimale temperatuur
de ingestelde waarde te wijzigen. Het
systeem compenseert automatisch en zo
snel mogelijk het temperatuurverschil.
Automatische werking
Comfortprogramma AUTO
Dit is de normale stand van de airconditioning.
F Druk op deze toets. Het symbool
AUTO wordt weergegeven.
Afhankelijk van het geselecteerde comfortniveau
regelt het systeem de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om het
comfort en de luchtcirculatie in het interieur
optimaal te houden. U hoeft het systeem niet
meer zelf bij te regelen.
Ergonomie en comfort
Om bij koude motor de toevoer van koude lucht
te beperken, wordt de ventilatie geleidelijk op
het optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen van de
airconditioning de volgende keer dat uw auto
wordt gestart, gehandhaafd.
De automatische werking wordt uitgeschakeld
als u handmatig een instelling wijzigt (het
symbool AUTO verdwijnt).
Comfortwaarde bestuurder of
voorpassagier
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op een temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
F Draai deze knop naar links of
naar rechts om deze waarde
te verlagen of verhogen. Een
waarde van rond de 21 zorgt
voor een optimaal comfort.
Afhankelijk van uw wensen is
een waarde tussen 18 en 24
gebruikelijk.
Dek de zonnesensor op het dashboard
niet af.
3
67