Toegang tot de auto
Anti-overvalsysteem
Vergrendelen tijdens het rijden
Het systeem vergrendelt de portieren en
deuren zodra een snelheid van 10 km/h
wordt bereikt. U kunt de sloten dan horen
vergrendelen. Het lampje in de knop op het
centrale bedieningspaneel op het dashboard
gaat branden.
Als tijdens het rijden één van de portieren of
deuren wordt geopend, wordt de auto volledig
ontgrendeld.
Activeren/deactiveren van het
systeem
Druk bij aangezet contact op deze knop en
houd deze ingedrukt om de functie te activeren
of deactiveren.
Controleer als dit lampje brandt of de
portieren, achterklep, achterdeuren,
schuifdeuren en motorkap goed zijn
gesloten.
34
Alarmsysteem
Als uw auto met dit systeem is uitgerust, biedt
het twee beveiligingstypen.
-
exterieurbeveiliging: klinkt als een van
de portieren of deuren, of de motorkap
geopend wordt.
-
interieurbeveiling: klinkt als het volume in
het interieur verandert (ingeslagen ruit of
beweging in de auto).
Als uw auto is uitgerust met een tussenschot,
is de interieurbeveiliging niet actief in de
laadruimte.
Vergrendelen van de auto
met volledig alarm
Inschakelen van het alarm
F Zet het contact af en verlaat de auto.
F Schakel het alarm binnen vijf minuten na het
verlaten van de auto in door vergrendeling
of supervergrendeling van de auto via de
afstandsbediening. De rode LED op de
knop knippert één keer per seconde.
Uitschakelen van het alarm
F Ontgrendel de auto via de
afstandsbediening of zet het contact aan.
De rode LED gaat uit.
Vergrendelen van de auto met
alleen externe beveiliging
Als u uw auto even verlaat en een ruit
gedeeltelijk open wilt laten of een huisdier in de
auto laat, dient u alleen de externe beveiliging
in te schakelen.
F Zet het contact af.
F Druk binnen tien seconden op de knop tot
de rode LED blijft branden.
F Verlaat de auto.
F Schakel het alarm binnen vijf minuten na het
verlaten van de auto in door vergrendeling
of supervergrendeling van de auto via de
afstandsbediening (de rode LED op de knop
knippert één keer per seconde).
Afgaan van het alarm
De sirene klinkt, de richtingaanwijzers
knipperen ongeveer 30 seconden en de rode
LED knippert snel.
F Steek de sleutel in het contactslot en zet het
contact aan om het afgaan van het alarm te
stoppen.