Bandenreparatieset
De set bevindt zich in een opbergvak onder de
voorstoel.
Auto's geleverd met een bandenreparatieset
zijn niet uitgerust met een reservewiel of het
bijbehorende gereedschap (krik, wielsleutel,
etc.).
De bandenreparatieset bevat een compressor
en een flacon met afdichtmiddel.
Gebruik van de set
1. Flacon met afdichtmiddel, met ingebouwde
slang.
2. Compressor.
A. Startknop
F Vink op de sticker aan welke band
gerepareerd moet worden en plak de sticker
op het stuur zodat u er steeds aan herinnerd
wordt dat u de band slechts tijdelijk kunt
gebruiken.
F Klem de flacon 1 op de compressor 2.
F Sluit de flacon 1 aan op het ventiel van de
lekke band.
F Rol de slang van de compressor uit voordat
deze op de flacon aangesloten wordt.
F Sluit de voedingskabel op een van de
12V-aansluitingen van de auto aan.
F Schakel de compressor in door op knop
A te drukken tot een bandenspanning
van 2,0 bar wordt bereikt. Als deze
bandenspanning niet kan worden bereikt, is
de band niet te repareren.
F Verwijder de compressor en berg deze op.
F Rijd direct een aantal kilometer met lage
snelheid, zodat het afdichtmiddel het lek
kan dichten.
F Pas de bandenspanning met behulp van
de compressor aan tot de aanbevolen
spanning voor de auto en controleer dat het
lek goed is afgedicht (geen verdere afname
van de bandenspanning).
F Rijd niet harder dan 80 km/h. De band moet
zo snel mogelijk worden nagekeken door
een professioneel bedijf.
Na gebruik kan de flacon in een plastic zak
(meegeleverd in de set) opgeborgen worden
om vlekken op uw auto door restanten van de
vloeistof te voorkomen.
Storingen verhelpen
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Buiten het bereik van kinderen houden.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij een CITROËN-dealer of
een officieel inzamelpunt.
Deze flacons met afdichtmiddel zijn
verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk.
Wiel verwisselen
Parkeren van de auto
F Zorg ervoor dat de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige plek
bevinden.
F Zet de auto voor zover mogelijk op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
F Trek de parkeerrem aan, zet het contact af
en schakel de eerste versnelling in.
F Plaats een wielblok achter het wiel
kruislings tegenover het te verwisselen wiel.
8
143