Toegang tot de auto
Bij het parkeren
van de auto met de
achterdeuren 90° geopend,
bedekken de deuren de
achterlichten. Gebruik een
gevarendriehoek of een
andere signalering die door
de regelgeving en wetten
van uw land voorgeschreven
is om andere weggebruikers,
die in dezelfde richting rijden
en anders niet opmerken dat
u stilstaat, te waarschuwen.
Van binnenuit
32
F Indien uw auto hierover beschikt, kunt u aan
deze hendel trekken om de linkerdeur te
openen.
Dakklep
De dakklep aan de achterzijde is alleen
compatibel met achterdeuren.
Openen van de dakklep:
F beweeg de zwarte hendel van het scharnier
omhoog,
F duw de dakklep voorzichtig naar beneden
en ontgrendel vervolgens de haak,
F beweeg de dakklep omhoog,
F breng de dakklep voorbij het
weerstandspunt om deze te vergrendelen
met de steunen.
Rijd nooit zonder geblokkeerde steunen.
Sluiten van de dakklep:
F controleer of de steunstang stevig is
vergrendeld,
F beweeg de dakklep omlaag,
F druk de dakklep omlaag, houd de twee
veerringen vast en plaats de haak in de
behuizing,
F beweeg de zwarte hendel omlaag om de
dakklep te vergrendelen.
Vergrendelen van de dakklep zorgt voor stevig
contact met de afdichting en garandeert een
geluidsloze afdichting.
Steunstang
Er is een steunstang beschikbaar voor het
transporteren van lange ladingen na het
openen van de dakklep.