Praktische informatie
Brandstof
Laag brandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau is
bereikt, gaat dit lampje branden.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog
ongeveer 8 liter brandstof in de tank,
afhankelijk van de rijstijl en het motortype.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en
het injectiesysteem beschadigd raken.
Vullen
Het tanken dient met afgezette motor te
geschieden.
126
F Open de brandstofvulklep.
F Steek de sleutel in het slot en draai deze
een kwart omwenteling.
F Verwijder de vuldop en bevestig deze
aan de haak aan de binnenzijde van de
brandstofvulklep.
Een etiket aan de binnenzijde van de tankklep
geeft aan welke brandstof u moet tanken voor
het type motor in uw auto.
Voor een juiste weergave van de
brandstofniveaumeter is het raadzaam
minimaal 5 liter brandstof te tanken.
Bij het openen van de brandstofvulklep kan een
aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is
normaal en komt doordat de afdichting van het
brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt.
Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto
nooit meer dan 3 keer automatisch afslaan.
Indien dit wel gebeurt kunnen er storingen
optreden.
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer
60 liter (53 liter voor de uitvoeringen met een
BlueHDi-dieselmotor).
F Vergrendel na het tanken de dop en sluit de
vulklep.
Tijdens het tanken voorkomt
een mechanisch systeem
dat de schuifdeur aan de
linkerzijde geopend wordt.
Zorg ervoor dat niemand
probeert de schuifdeur te
openen terwijl de tankklep
geopend is.
Na het sluiten van de
klep kan de schuifdeur
geblokkeerd zijn. Duw tegen
de deur om deze te sluiten
en open de deur vervolgens.
Zorg tijdens het tanken
ervoor dat niemand probeert
de schuifdeur te openen
terwijl de tankklep geopend
is.