Download Print deze pagina

Boss BR-1200 CD Handleiding pagina 86

Advertenties

Audio van verschillende sporen naar een stereospoor mixen (Bounce)
6. Terwijl u de weergave van het geselecteerde spoor
beluistert, kunt u het verzendniveau regelen met de
TIME/VALUE-draaiknop tot u tevreden bent met wat
u hoort.
Bij verzendniveau 0 wordt helemaal geen effect
toegepast. Bij 100 wordt het effect maximaal toegepast.
7. Herhaal indien nodig stappen 5 en 6.
U kunt slechts één chorus-, delay- of doubling-effect
selecteren. Verschillende soorten chorus-, delay- en
doubling-effecten kunnen niet gelijktijdig worden
gebruikt.
• Behalve de cursor kunt u ook de bijbehorende
spoorknoppen gebruiken om direct het spoor te
kiezen waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Wanneer u de knoppen van sporen 1 en 2, sporen 3
en 4, sporen 5 en 6 of sporen 7 en 8 tegelijkertijd
indrukt, kunt u de instellingen van de twee
geselecteerde sporen tegelijkertijd wijzigen. Deze
functie is bijzonder handig als u de chorus/delay/
doubling-instellingen van stereosporen op elkaar
wilt afstemmen.
• Sporen 9/10 en 11/12 zijn permanent ingesteld als
stereosporen. De parameters voor de linker- en
rechterkant van deze sporen zullen dus altijd op
dezelfde wijze veranderen. U kunt de instellingen
voor de linker- en rechterkant niet apart wijzigen.
• Behalve de op het scherm weergegeven parameters
bevatten de chorus/delay/doubling ook andere
gedetailleerde parameters voor geluidsinstellingen.
Raadpleeg voor meer informatie "Loop-effecten
gebruiken" (p. 125).
86
De weergavesporen naar één
stereospoor mixen (Bounce)
Als u eenmaal alle in de vorige hoofdstukken besproken
spoorinstellingen hebt gemaakt, dan rest alleen nog om uw
sporen te combineren en deze mix in stereo op te nemen.
Daarbij kunt u de BR-1200CD eenvoudigweg gebruiken om
van het ene spoor naar het andere op te nemen. Dit noemen
we "bouncing".
Als u drum-, bas- of loop-effecten gebruikt, kunt u deze
combineren met de weergave van opgenomen sporen in
de eindmix. Hiervoor moet allereerst meermaals de
spoorknop voor drum-, bas- of loop-effectspoor (sporen
8, 9/10) indrukken, totdat deze gaat branden of begint te
knipperen. Gebruik vervolgens de fader van dit spoor
om het gewenste volume in te stellen, en bounce het
drum-, bas- of loop-effect naar een ander spoor.
Aangezien u uw song later zult willen masteren (p. 146),
zullen we nu bouncen naar spoor 11/12.
1. Druk meermaals op [REC MODE] totdat de BOUNCE-
indicator brandt.
Alle input-bronnen zijn nu automatisch gedempt.
2. Druk op de spoorknop voor spoor [11/12].
Deze knop wordt rood en gaat knipperen, als teken
dat spoor [11/12] is geselecteerd als bestemming voor
bouncing. De spoorknoppen voor sporen die al opnames
bevatten, zijn allemaal groen.
3. Druk op [REC] en vervolgens op [PLAY].
De knoppen [PLAY] en [REC] gaan branden en de
opname (bouncing) begint.
4. Druk aan het einde van de song op [STOP].
[PLAY] en [REC] zullen beide uitdoven, als teken dat de
opname voltooid is.
5. Om de gebouncete opname te beluisteren zet u alle
faders dicht, behalve die van spoor 11/12. Stel de fader
van spoor 11/10 in op het gewenste volume.
6. Druk op [ZERO] en vervolgens op [PLAY].
De audiodata die naar spoor 11/12 werden gebouncet,
worden weergegeven.

Advertenties

loading