Baspatronen creëren via
Real-time recording
Als er een MIDI-keyboard op de MIDI IN-poort is
aangesloten, kunt u dit keyboard gebruiken om een
realtime opname uit te voeren. In dat geval is het niet
nodig om een MIDI-kanaal voor het MIDI-keyboard in
te stellen (p. 254).
1. Als u alle stappen van "Voorbereiden voor opname"
hebt uitgevoerd, drukt u op [F2] (REC).
Het Pattern Recording Selection-scherm verschijnt.
Het Real-Time Recording Standby-scherm verschijnt en
de metronoom start.
fig.20-052d
2. Druk op [F2] (REALTIME).
Het Real-Time Recording Standby-scherm verschijnt en
de metronoom start.
fig.04-0751d
3. Zet de cursor op "BPM" en selecteer met de TIME/
VALUE-draaiknop een geschikt opnametempo.
fig.20-052ad
Let op: hiermee stelt u alleen het opnametempo in – het
baspatroon wordt niet op dit tempo opgenomen (u kunt
voor een baspatroon geen specifiek tempo instellen).
Als u met uw vinger vier of meer keer op [TAP] tikt,
wordt het tempo hierop gebaseerd.
4. Zet de cursor op "METRO" en stel met de TIME/
VALUE-draaiknop het metronoomvolume in.
5. Druk op [PLAY].
Real-time recording begint na aftelling van één maat.
Baspatronen creëren
fig.20-053d
6. Gebruik de spoorknoppen om het gewenste bas-
patroon weer te geven, en gebruik de spoorfaders om
de velocity (dynamiek) van de geluiden in te stellen.
De verhouding tussen de spoorknoppen en de bas-
geluiden is als volgt.
Spoorknop
[V-TRACK]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9/10]
[11/12]
[TRACK MUTE]
U kunt ook CURSOR [
respectievelijk één octaaf te stijgen of te dalen.
U kunt geen meerdere basnoten tegelijkertijd spelen.
Als u een basnoot opneemt op dezelfde positie als een
eerder opgenomen noot, krijgt de recentere noot voor-
rang en wordt alleen deze bewaard (de oudere noot
wordt dus verwijderd). Nadat de oudere noot
verwijderd is, kan het enkele tellen duren voor de
volgende noten worden weergegeven. Dit kan de
opname van uw patroon bemoeilijken. Let op dat u op
deze wijze geen uitvoeringsdata dupliceert.
7. Druk op [F3] (ERASE), als u een fout in het opgenomen
patroon wilt wissen.
Het bericht "ERASE:ON" verschijnt, en de Bass Erase-
functie wordt geactiveerd. Houd nu de spoorknop voor
het te wissen basgeluid ingedrukt. Zolang u de
spoorknop ingedrukt houdt, worden alle basnoten
gewist die in het patroon worden afgespeeld.
Als u de gewenste basgeluiden hebt gewist, drukt u
opnieuw op [F3] (ERASE).
8. Druk op [STOP] wanneer u de opname wilt beëindigen.
Het Pattern Recording Selection-scherm verschijnt
opnieuw.
Nootnummer
C 1 (24)
C#1 (25)
D 1 (26)
D#1 (27)
E 1 (28)
F 1 (29)
F#1 (30)
G 1 (31)
G#1 (32)
A 1 (33)
A#1 (34)
B 1 (35)
] en [
] gebruiken om
175