Download Print deze pagina

Boss BR-1200 CD Handleiding pagina 179

Advertenties

Baspatronen corrigeren
(Microscope)
U kunt de Microscope-functie gebruiken om baspatronen in
detail te corrigeren. Specifiek geeft deze functie de uitvoerings-
data van een baspatroon als een lijst weer, zodat alle bijbe-
horende parameters waar nodig kunnen worden gecorrigeerd.
1. Als u alle stappen van "Voorbereiden voor opname"
hebt uitgevoerd, drukt u op [F2] (REC).
Het Pattern Recording Selection-scherm verschijnt.
fig.20-065d
2. Druk op [F3] (M.SCOPE).
Het Microscope-scherm verschijnt. De uitvoeringsdata
worden in dit scherm als volgt weergegeven.
fig.20-069d
Notenummer
Accent
Locatie
(Velocity)
3. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en
selecteer een nieuwe waarde met de TIME/VALUE-
draaiknop.
U kunt het geluid op de plaats van de cursor bevestigen
door op [ENTER] te drukken.
Om een basgeluid te wijzigen:
1) Ga met de cursor naar het veld "NOTE".
fig.20-069ad
2) Selecteer een nieuw nootnummer met de TIME/
VALUE-draaiknop. De uitvoeringsdata worden met
deze nieuwe nootinstelling vernieuwd.
Om het volume van een basnoot te wijzigen:
1) Ga met de cursor naar het veld "ACC".
2) Stel een nieuwe velocity-waarde in met de TIME/
VALUE-draaikop. Hoe hoger de velocity-waarde hoe
hoger het volume en vice versa.
Gate-tijd
(de tijdsduur vanaf het begin van de
noot tot het einde van de weergave)
Baspatronen creëren
Om de gate-tijd van een bas te wijzigen:
1) Ga met de cursor naar het veld "GATE".
fig.20-069b
2) Stel een nieuwe waarde in met de TIME/VALUE-
draaiknop. De uitvoeringdata worden met deze
nieuwe gate time-instelling vernieuwd.
Om een item uitvoeringsdata te verplaatsen:
1) Druk op [F2] (MOVE).
2) Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de tijds-
positie waarnaar u uitvoeringsdata wilt verplaatsen.
3) Druk [ENTER/YES].
De uitvoeringsdata worden naar de nieuwe positie
verplaatst.
Om een item uitvoeringsdata te verwijderen:
1) Druk op [F3] (DELETE).
Het geselecteerde item uitvoeringsdata wordt verwijderd.
Om een nieuw item uitvoeringsdata in te voegen:
1) Druk op [F1] (INSERT).
Er wordt op de huidige positie een item uitvoerings-
data ingevoegd.
4. Druk op [EXIT/NO] om de Microscope-bewerking te
beëindigen.
Het Pattern Recording Selection-scherm verschijnt opnieuw.
fig.20-151d
5. Druk nogmaals op [EXIT/NO].
Het Bass Pattern Edit-scherm verschijnt opnieuw.
fig.04-0831d
6. Druk op [F3] (WR•CPY•DEL).
Het Write-scherm voor baspatronen verschijnt.
fig.20-054d
179

Advertenties

loading