Een opgenomen uitvoering bewerken (Track Edit)
Tussen audiodata een lege ruimte
invoegen (Track Insert)
Met de Track Insert-functie kunt u een lege ruimte op een
bepaalde locatie invoegen. U kunt deze functie gebruiken als
u midden in een geluidsfragment een nieuwe frase wilt
toevoegen. U voegt dan eerst een lege ruimte in met dezelfde
lengte als de nieuwe frase. Vervolgens kunt u hier de nieuwe
frase opnemen.
fig.15-39
Leeg
TO
LENGTE
1. Druk op [UTILITY].
Het Utility-menu verschijnt.
fig.12-12d
2. Zet de cursor op het TRACK-pictogram en druk op
[ENTER/YES].
U kunt ook op [F3] (TRACK) drukken als het TRACK-
pictogram wordt weergegeven.
Het Track-menu verschijnt.
fig.15-05d
3. Zet de cursor op het INSERT-pictogram en druk op
[ENTER/YES].
U kunt ook op [F3] (INSERT) drukken als het INSERT-
pictogram wordt weergegeven.
Het Track Insert-scherm verschijnt. Daar selecteert u het
spoor en de V-Track waar u de lege ruimte wilt invoegen.
fig.15-42d
4. Selecteer met [CURSOR] en de TIME/VALUE-
draaiknop het spoor en de V-Track waar u de lege
ruimte wilt invoegen.
Als het geselecteerde spoor een naam kreeg toegewezen,
wordt die nu weergegeven.
104
Tijd
fig.15-43d
5. Als u een lege ruimte wilt invoegen in andere sporen
met dezelfde instellingen (voor positie, lengte enz.), zet
u de cursor op onderstaande positie en draait u aan de
TIME/VALUE-draaiknop.
fig.15-44d
U kunt nu andere sporen voor het invoegen van een lege
ruimte opgeven. Als u het invoegen voor een specifiek
spoor wilt annuleren, draait u de TIME/VALUE-knop
tegen wijzerzin tot een vraagteken (?) verschijnt.
• Voor elke regel met één of meer vraagtekens wordt het
invoegen niet uitgevoerd.
• Als u dezelfde lege ruimte in alle V-Tracks wilt invoegen,
draait u aan de TIME/VALUE-draaiknop tot "*" is
geselecteerd.
• Met "*-*" selecteert u alle V-Tracks van alle sporen.
• Aangezien sporen 9/10 en 11/12 stereosporen zijn, kunt
u de monosporen hiervan niet afzonderlijk selecteren.
6. Druk op [F3] (LOC).
Het Time Setting-scherm verschijnt.
fig.15-45d
7. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
om positie en lengte van de lege ruimte te definiëren.
Als u op [F1] (DISP) drukt, kunt u selecteren hoe de positie
wordt weergegeven (d.w.z. als maat, tijd of markering).
Stel nu de volgende parameters in.
START (beginpunt):
Met deze parameter geeft u de positie aan vanaf waar de
lege ruimte wordt ingevoegd.
LENGTH:
Met deze parameter geeft u de lengte van de lege ruimte aan.