Spoorspecifieke equalizers gebruiken (Track EQ)
De Track EQ instellen
Raadpleeg "Het geluid van ieder spoor bijstellen
(Equalizer)" (p. 83) voor meer informatie over de
basisfuncties van de equalizer.
De volgende paragraaf beschrijft de details van de
instellingsmethoden van equalizers.
1. Druk op [EQ].
Het Equalizer-scherm verschijnt.
fig.32-03d
2. Druk op [F1] (ON/OFF) om de equalizer in of uit te
schakelen.
3. Druk op [F3] (EDIT).
Het Equalizer Edit-scherm verschijnt.
fig.32-04ad
4. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en
selecteer een nieuwe instelling met de TIME/VALUE-
knop.
U kunt beluisteren hoe uw nieuwe instellingen het
geluid veranderen.
HI GAIN
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de hoge tonen.
HI FREQ
Deze parameter bepaalt de equalizerfrequentie voor de hoge tonen.
MID GAIN
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de middentonen.
MID FREQ
Deze parameter bepaalt de equalizerfrequentie voor de middentonen.
MID Q
Deze parameter stelt het bereik van de gain-wijziging in voor de
frequentie die bij "MID FREQUENCY" is ingesteld. Hoe hoger
deze waarde, hoe smaller het gebied.
LOW GAIN
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de lage tonen.
130
-12–+12 dB
500 Hz–18000 Hz
-12–+12 dB
200 Hz–4000 Hz
0,3–16,0
-12–+12 dB
LOW FREQ
Deze parameter bepaalt de equalizerfrequentie voor de lage tonen.
5. Druk meermaals op [EXIT/NO] om weer naar het
startscherm te gaan.
6. Sla de huidige song op (p. 70) als u de aangepaste
instellingen wilt bewaren.
Er kan per song maar één set equalizerinstellingen
worden opgeslagen.
De equalizers tussen stereo en
mono wisselen (Stereo Link)
Als u een equalizer wilt toepassen op een spoor dat in stereo
is opgenomen, moet u de linker en rechter EQ-instellingen
op elkaar afstemmen om volumeverschillen tussen links en
rechts te voorkomen (Stereo Link).
Gebruik onderstaande procedure om Stereo Link aan en uit
te zetten.
1. Druk op [EQ].
Het Equalizer-scherm verschijnt.
fig.32-03d
2. Gebruik de spoorknoppen of [CURSOR] om één of
beide sporen van een stereopaar te selecteren.
3. Druk op [F2] (LINK ON).
Er wordt gewisseld tussen Stereo Link aan en uit.
• Als Stereo Link is ingeschakeld, gebruiken de equalizers
van beide gekoppelde sporen dezelfde waarden. Als één
van deze parameters wordt aangepast, wordt tevens
dezelfde parameter van het daarnaast liggende spoor
automatisch en gelijktijdig aangepast.
• U kunt Stereo Link aanzetten door tegelijkertijd op twee
aangrenzende spoorknoppen te drukken.
4. Sla de huidige song op (p. 70) als u de aangepaste
instellingen wilt bewaren.
Aangezien sporen 9/10 en 11/12 vast als stereo-
sporen zijn ingesteld, is Stereo Link voor de des-
betreffende equalizers altijd ingeschakeld. U kunt
Stereo Link niet uitschakelen voor deze sporen.
40 Hz–1500 Hz