Een instrument stemmen (Tuner)
Als de rechter stemaanwijzer bijvoorbeeld brandt, geeft
dit aan dat de toon van de snaar hoger (of scherper)
klinkt dan de correcte toon, en dat u de
corresponderende snaar losser moet draaien. Wanneer
daarentegen de linker stemaanwijzer gaat branden, geeft
dit aan dat de toon van de snaar lager (of minder scherp)
is dan de correcte toon. Nu moet u de corresponderende
snaar wat vaster draaien.
Als de toon hoger is dan de afgebeelde noot
Als de toon gelijk is aan de afgebeelde toon
Als de toon lager is dan de afgebeelde toon
6. Herhaal stappen 4 en 5 om alle snaren van het
instrument te stemmen.
7. Als u alle snaren hebt gestemd, drukt u op [TUNER
ON/OFF] of op [EXIT/NO].
De tuner gaat uit.
Voorzorgen voor het gebruik van de tuner
• Zolang u de tuner gebruikt kunt u niets weergeven
of opnemen. De effecten zijn evenmin actief.
• Speel alleen het te stemmen geluid. Als de input
andere geluiden bevat, kunt u de tuner niet correct
gebruiken.
• De tuner kan tonen niet op de juiste manier bepalen
als het niveau van de invoerbron te hoog of te laag is.
Als u problemen hebt met het stemmen van een
instrument, probeer dan het input-volume aan te
passen met de corresponderende INPUT SENS-
draaiknop.
276
Als u het geluid dat gestemd wordt, niet naar de
LINE OUT of de hoofdtelefoonuitgang wilt sturen,
kunt u de INPUT LEVEL-knop dicht zetten of de
MASTER-fader omlaag schuiven. Let op: als de
INPUT SENS-knop dicht staat, kunt u mogelijk niet
stemmen.
Als u een gitaar stemt met een tremolo, dan kan het
stemmen van één snaar de stemming van de andere
snaren doen "zwerven". Als dit gebeurt, dient u eerst
grof te stemmen zodat voor elke snaar de correcte
toon wordt afgebeeld. Daarna kunt u herhaaldelijk
elke snaar fijnstemmen, tot ze allemaal gestemd zijn.