Audio van verschillende sporen naar een stereospoor mixen (Bounce)
LOW:
Deze parameter stel het geluid van het lage bereik in.
U kunt hem gebruiken om de impact van basgitaar,
drums en andere ritmische instrumenten bij te stellen.
Onthoud dat lageband-EQ weinig effect zal hebben op
meer heldere instrumenten, zoals snaren en cymbalen.
De parameters voor het hoge, midden- en lage bereik
kunt u ook met respectievelijk de VALUE1-, VALUE2-
en VALUE3-toetsen instellen.
4. Druk op [EXIT/NO] om naar het startscherm terug te keren.
Als u de instellingen buitensporig hoog zet, zal het
volume van het corresponderende bereik te hoog
zijn en kan dit uw gehoor beschadigen. Bovendien
zal het geluid vervormd zijn en kan het externe
apparatuur, zoals een koptelefoon, beschadigen.
Daarom is het belangrijk deze parameter extra
zorgvuldig in te stellen, eventueel met het volume
laag gezet.
• Behalve de cursor kunt u ook de bijbehorende
spoorknoppen gebruiken om direct het spoor te
kiezen waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Wanneer u de knoppen van sporen 1 en 2, sporen 3
en 4, sporen 5 en 6 of sporen 7 en 8 tegelijkertijd
indrukt, kunt u de instellingen van de twee
geselecteerde sporen tegelijkertijd wijzigen.
Deze functie is bijzonder handig wanneer u de
EQ-instellingen van stereosporen op elkaar wilt
afstemmen. Door in deze staat de EQ-instellingen
te veranderen, kunt u alle parameters dezelfde
waarden geven. Deze werkwijze in stereo noemen
we "Stereo Link".
• Sporen 9/10 en 11/12 zijn permanent ingesteld als
stereosporen. De parameters voor de linker- en
rechterkant van deze sporen zullen dus altijd op
dezelfde wijze veranderen. U kunt de instellingen
voor de linker- en rechterkant niet apart wijzigen.
• Behalve de op het scherm weergegeven parameters
bevatten de equalizers ook andere gedetailleerde
parameters voor geluidsinstellingen. Raadpleeg
voor meer informatie "Spoorspecifieke equalizers
gebruiken (Track EQ)" (p. 130).
84
Het geluid verbeteren
(Loop-effecten)
De mixer van de BR-1200CD bevat CHORUS/DELAY/
DOUBLING en REVERB als loop-effecten. Bij een juiste
toepassing kunnen deze effecten het geluid meer
ruimtelijkheid en diepte geven.
Wat zijn loop-effecten?
Effecten die een verbinding maken tussen het
verzendeffect en het retoureffect in een mixer,
noemen we loop-effecten. Met dit soort effecten kunt
u de mate bepalen waarin het geluid wordt
beïnvloed, door het verzendniveau te wijzigen van
het corresponderende mixerkanaal (of in ons geval,
van het corresponderende BR-1200CD spoor).
Omdat ieder spoor zijn eigen verzendniveau heeft,
kunt u de mate waarin ieder spoor wordt beïnvloed,
eenvoudig wijzigen. U kunt bijvoorbeeld veel reverb
toevoegen aan een zangpartij, weinig reverb toe-
passen bij de drumpartij enz. In tegen-stelling tot de
insert-effecten (p. 116), die een specifiek geluid
beïnvloeden, beïnvloeden loop-effecten de algehele
geluidsweergave.
Reverb toepassen
1. Druk op LOOP EFFECTS [REVERB].
De BR-1200CD geeft nu een scherm (Reverb Send) weer
voor het aanpassen van de hoeveelheid audio die van
ieder spoor naar de reverb wordt gestuurd.
fig.07-50d
2. Beweeg de cursor naar het spoor waarop u de reverb
wilt toepassen.
U kunt ook direct naar een spoor gaan door op de
overeenkomstige spoorknop te drukken.
3. Terwijl u de weergave van het geselecteerde spoor
beluistert, stelt u met de TIME/VALUE-draaiknop de
gewenste hoeveelheid reverb in.
Als het verzendniveau voor de reverb op 0 staat, wordt
geen reverb toegepast; op 100 wordt de maximale
hoeveelheid reverb toegepast.