Als u voor het beginpunt een tijdswaarde gebruikt en
vervolgens de specificatiemethode in maten of markeringen
wijzigt, kan een plusteken (+) worden weergegeven om u te
waarschuwen dat de aangegeven positie en de werkelijke
positie niet hetzelfde zijn. Als u deze items instelt aan de
hand van maten, kunt u deze afwijking elimineren door in
het Measures-scherm de positie in te stellen met de TIME/
VALUE-draaiknop.
8. Druk op [F3] (GO) als u alles naar wens hebt ingesteld.
De lege ruimte wordt ingevoegd. Aan het einde van het
proces verschijnt de boodschap "Complete!".
9. Druk meermaals op [EXIT/NO] om terug te keren naar het
startscherm.
Een opgenomen uitvoering bewerken (Track Edit)
De volumeniveaus van de spoordata
maximaliseren (Normalize)
Met Normalize zet u het volume van vooraf opgenomen
spoordata op het hoogst mogelijke niveau.
Wat Normalize doet:
De maximale waarden van sinusgolfdata bij digitale
opname zijn vooraf ingesteld. Aangezien bij de
minste overschrijding van deze niveaus vervorming
optreedt, worden de opnameniveaus meestal zo
ingesteld dat het geluid niet vervormt. Hierdoor
verlaagt echter het algemene volume van de
opgenomen data.
fig.sssss
Er is echter een proces dat de opgenomen data
digitaal berekent, zodat de sinusgolven worden
verhoogd tot de maximumwaarden van de
desbetreffende sinusgolfdata. Dit proces noemen we
"normaliseren".
Na het normaliseren ziet de sinusgolf er als volgt uit:
fig.sssss
Zo bent u zeker dat u binnen het toelaatbare bereik
het maximale volume benut voor de data waarmee u
werkt.
Bovendien kunt u deze functie gebruiken om volumes
achteraf te verhogen, zelfs als sommige sporen op
relatief lage volumeniveaus zijn opgenomen.
1. Druk op [UTILITY]
Het Utility-menu verschijnt.
fig.12-12d
105