Sub Equalizer
Hiermee stelt u de toon als subequalizer in. Er wordt voor
het hoge en lage middengebied een parametrisch type
aangenomen.
Effect On/Off
Deze parameter schakelt het sub equalizer-effect in of uit.
Low Gain
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de basequalizer.
Low-Mid Gain
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de equalizer van het lage middengebied.
Low-Mid Freq
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor de equalizer van het lage
middengebied.
Low-Mid Q
Deze parameter bepaalt de bereik van de wijziging in gain voor de
frequentie die bij "Low-Mid Freq" werd ingesteld. Hoe hoger deze
waarde, hoe smaller het gebied.
Hi-Mid Gain
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of
verzwakking) voor de equalizer van het hoge middengebied.
Hi-Mid Freq
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor de equalizer van het
hoge middengebied.
Hi-Mid Q
Deze parameter bepaalt het bereik van de wijziging in gain voor de
frequentie die bij "Hi-Mid-Freq" werd ingesteld. Hoe hoger deze
waarde, hoe smaller het gebied.
High Gain
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of verzwakking)
voor de equalizer van het hoge gebied.
Level
Deze parameter bepaalt het volume na de equalizer.
Tremolo
Tremolo is een effect dat een cyclische volumeverandering creëert.
Wave Shape
Hiermee stelt u de wijzigingen in volumeniveau in.
Rate
Hiermee regelt u de frequentie(= snelheid) van de variaties.
Depth
Hiermee regelt u de diepte van het effect.
OFF, ON
-20–+20 dB
-20–+20 dB
100 Hz–10,0 kHz
0,5–16
-20–+20 dB
100 Hz–10,0 kHz
0,5–16
-20–+20 dB
-20–+20 dB
0–100
0–100
0–100
Insert effect-parameterfuncties
Tremolo/Pan
Tremolo is een effect dat een cyclische wijziging in het
volume creëert, en pan verplaatst de stereopositie cyclisch
van links naar rechts (als een stereo-output wordt gebruikt).
Effect On/Off
Hiermee schakelt u het tremolo/pan-effect in/uit.
Mode
Hiermee selecteert u tremolo of pan, en selecteert u ook hoe het
effect wordt toegepast.
TRM-TRI:
Het volume wijzigt cyclisch en er worden vloeiende overgangen
geproduceerd.
TRM-SQR:
Het volume wijzigt cyclisch en er worden abrupte overgangen
geproduceerd.
PAN-TRI:
Het volume wordt cyclisch bewogen van links naar rechts.
Er worden vloeiende overgangen geproduceerd.
PAN-SQR:
Het volume wordt cyclisch bewogen van links naar rechts.
Er worden abrupte overgangen geproduceerd.
Rate
Hiermee bepaalt u hoe snel het effect werkt.
Depth
Hiermee regelt u de diepte van het effect.
Uni-V
Hoewel dit geluid lijkt op een phaser-effect, creëert dit effect
een uniek golvend geluid, dat u niet kunt bereiken met een
gewone phaser.
Rate
Hiermee stelt u het tempo van het Uni-V-effect in.
Depth
Past de diepte van het Uni-V-effect aan.
Level
Hiermee regelt u het volume.
OFF, ON
0–100
0–100
0–100
0–100
0–100
309