Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Series Gebruikershandleiding pagina 202
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302 Series:
- Bedieningshandleiding (168 pagina's) ,
- Programmeerhandleiding (282 pagina's) ,
- Handleiding (203 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Elementaire werkingsprincip...
Het signaal (de snelheidsreferentie) wordt na ontvangst onderworpen aan:
•
de geprogrammeerde minimale en maximale begrenzingen van het motortoerental (in tpm en Hz);
•
de aan- en uitlooptijden;
•
de draairichting van de motor.
Vervolgens wordt de referentie doorgegeven aan de motor.
Reference
handling
Remote
reference
Auto mode
Hand mode
Local
reference
scaled to
RPM or Hz
LCP Hand on,
off and auto
on keys
Afbeelding 11.6 Blokschema voor een regelstructuur zonder terugkoppeling
11.2.6 Regelstructuur met terugkoppeling
In een regeling met terugkoppeling gebruik de frequentieregelaar 1 of meer referenties (lokaal of extern) en terugkoppe-
lingssensoren om de motor te regelen. De frequentieregelaar ontvangt een terugkoppelingssignaal van een sensor in het
11
11
systeem. De frequentieregelaar vergelijkt deze terugkoppeling met een referentiewaarde van een setpoint en bepaalt in
hoeverre deze 2 signalen van elkaar verschillen. Vervolgens wordt het motortoerental aangepast om dit verschil op te
he en.
Denk bijvoorbeeld aan een pomptoepassing waarbij het toerental van een pomp zo wordt geregeld dat de statische druk in
een leiding constant blijft (zie Afbeelding 11.7). De frequentieregelaar ontvangt een terugkoppelingssignaal van een sensor in
het systeem. De frequentieregelaar vergelijkt deze terugkoppeling met een referentiewaarde van een setpoint en bepaalt of
en in hoeverre deze 2 signalen van elkaar verschillen. Vervolgens wordt het motortoerental aangepast om dit verschil te
compenseren.
Het statische-druksetpoint is het referentiesignaal naar de frequentieregelaar. Een statische-druksensor meet de actuele
statische druk in de leiding en levert die in de vorm van een terugkoppelingssignaal terug aan de frequentieregelaar. Als het
terugkoppelingssignaal hoger is dan de setpointreferentie zal de frequentieregelaar het toerental verlagen om de druk te
verlagen. Omgekeerd geldt dat wanneer de leidingdruk lager is dan de setpointreferentie, de frequentieregelaar het
toerental zal verhogen om de pompdruk te verhogen.
Er zijn 3 typen regeling met terugkoppeling:
•
Snelheidsregeling. Voor dit type regeling is een snelheids-PID-terugkoppeling naar een ingang vereist. Een correct
geoptimaliseerde snelheidsregeling met terugkoppeling biedt een grotere nauwkeurigheid dan een snelheidsre-
geling zonder terugkoppeling. Snelheidsregeling wordt alleen gebruikt in de VLT
•
Koppelregeling. Wordt gebruikt in uxmodus met encoderterugkoppeling en biedt superieure prestaties in alle 4
kwadranten en bij alle motortoerentallen. Koppelregeling wordt alleen gebruikt in de VLT
302.
De koppelregelingsfunctie wordt gebruikt bij toepassingen waar het koppel op de uitvoeras van de motor de
toepassing regelt voor spankrachtregeling. Het koppel is in te stellen door middel van een analoge, digitale of
200
®
VLT
315-1200 kW
Remote
Reference
Linked to hand/auto
Local
P 3-13
Reference
site
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
AutomationDrive FC 302
P 4-13
Motor speed
high limit [RPM]
P 4-14
Motor speed
P 3-4* Ramp 1
high limit [Hz]
P 3-5* Ramp 2
Ramp
P 4-11
Motor speed
low limit [RPM]
P 4-12
Motor speed
low limit [Hz]
100%
0%
To motor
control
100%
-100%
P 4-10
Motor speed
direction
®
AutomationDrive FC 302.
®
AutomationDrive FC
MG34S310
Advertenties
Inhoudsopgave
