Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dc-Busaansluiting - Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Overwegingen voor elektrisc...
Afscherming van kabels
LET OP
De motorkabel moet afgeschermd zijn. Bij gebruik van
niet-afgeschermde motorkabels wordt niet voldaan aan
bepaalde EMC-vereisten. Gebruik een afgeschermde
motorkabel om aan de EMC-emissiespeci caties te
voldoen. Zie hoofdstuk 10.16 EMC-correcte installatie voor
meer informatie.
Vermijd montage met een afscherming met gedraaide
uiteinden (pigtails). Dat kan het afschermende e ect bij
hogere frequenties verstoren. Als het noodzakelijk is de
afscherming te onderbreken, moet u de afscherming
voortzetten met de laagst mogelijke HF-impedantie.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de ontkop-
pelingsplaat van de frequentieregelaar en de metalen
behuizing van de motor. Gebruik voor aansluitingen op de
afscherming een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem)
door gebruik te maken van de installatievoorzieningen in
de frequentieregelaar.
Kabellengte en dwarsdoorsnede
De frequentieregelaar is getest met een bepaalde
kabellengte volgens de EMC-normen. Houd de motorkabel
zo kort mogelijk, om interferentieniveau en lekstromen te
beperken.
Schakelfrequentie
Wanneer frequentieregelaars in combinatie met sinus lters
worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te
beperken, moet de schakelfrequentie worden ingesteld
volgens de instructies in parameter 14-01 Schakelfrequentie.
Klemmen
96
97
98
99
U
V
W
1)
PE
U1
V1
W1
1)
PE
W2
U2
V2
U1
V1
W1
1)
PE
Tabel 10.1 Aansluiting motorkabels voor behuizing E1-E2 en
F1-F4
1) Aardverbinding (veiligheidsaarde)
MG34S310
Design Guide
Type aansluiting
Motorspanning 0-100% van
netspanning. 3 draden uit
motor.
Driehoekaansluiting.
6 draden uit motor.
Steraansluiting U2, V2, W2.
U2, V2 en W2 moeten
afzonderlijk onderling worden
verbonden.
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
Klemmen
96
97
98
99
U
V
W
1)
PE
U1
V1
W1
1)
PE
W2
U2
V2
U1
V1
W1
1)
PE
Tabel 10.2 Aansluiting motorkabels voor behuizing F8-F13
1) Aardverbinding (veiligheidsaarde)
LET OP
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere
versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met
voedingsspanning, moet een sinus lter worden
aangebracht op de uitgang van de frequentieregelaar.
Motor
U
V
W
2
2
2
U
V
W
1
1
1
FC
96
97
98
Afbeelding 10.5 Aansluiting motorkabels

10.3.2 DC-busaansluiting

De DC-aansluitklem wordt gebruikt als DC-backup, waarbij
de DC-tussenkring wordt gevoed vanuit een externe bron.
Klem
Functie
88, 89
DC-bus
Tabel 10.3 DC-aansluitklemmen
Type aansluiting
Motorspanning 0-100% van
netspanning.
3 draden uit motor.
Driehoekaansluiting.
6 draden uit motor.
Steraansluiting U2, V2, W2.
U2, V2 en W2 moeten
afzonderlijk onderling worden
verbonden.
Motor
U
V
W
2
2
2
V
W
U
1
1
1
FC
96
97
98
161
10
10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave