Emc-Correcte Installatie - Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Series Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302 Series:
- Bedieningshandleiding (168 pagina's) ,
- Programmeerhandleiding (282 pagina's) ,
- Handleiding (203 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Overwegingen voor elektrisc...
7
8
1 Stroomtransductoren
2 Galvanische scheiding voor de RS485-standaardbusinterface
3 Gatedriver voor de IGBT's
4 Voeding (SMPS) inclusief scheiding van het V DC-signaal, dat
de tussenkringspanning aangeeft
5 Galvanische scheiding voor de 24 V-backupoptie
6 Optische koppeling, remmodule (optioneel)
7 Interne aanloopstroom-, RFI- en temperatuurmeetcircuits
8 Relais klant
Afbeelding 10.28 Galvanische scheiding
10.16 EMC-correcte installatie
10
10
Voor een EMC-correcte installatie moet u de instructies in
de bedieningshandleiding opvolgen. Zie Afbeelding 10.29
voor een voorbeeld van een correcte EMC-installatie.
LET OP
AFSCHERMING MET GEDRAAIDE UITEINDEN
(PIGTAILS)
Gedraaide uiteinden van de afscherming verhogen de
impedantie van de afscherming bij hogere frequenties,
waardoor het afschermingse ect afneemt en de
lekstroom toeneemt. Vermijd montage met een
afscherming met gedraaide uiteinden (pigtails), door
geïntegreerde afschermingsklemmen te gebruiken.
•
Bij gebruik van afgeschermde kabels voor relais,
stuurkabels, signaalinterface, veldbus of rem moet
u de afscherming aan beide uiteinden op de
behuizing aansluiten. Als het pad naar aarde een
hoge impedantie heeft of stroomvoerend is, moet
u de aansluiting van de afscherming aan 1 kant
onderbreken om aardlussen te vermijden.
•
Voer de stromen naar de eenheid terug met
behulp van een metalen montageplaat. Zorg voor
een goed elektrisch contact van de montageplaat,
190
VLT
315-1200 kW
1
6
4
3
5
2
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 302
via de montagebouten, naar het chassis van de
frequentieregelaar.
•
Gebruik afgeschermde kabels voor motoruit-
M
gangskabels. Een andere mogelijkheid is het
gebruik van niet-afgeschermde motorkabels in
een kabelgoot.
LET OP
AFGESCHERMDE KABELS
Als er geen afgeschermde kabels of metalen kabelgoten
worden gebruikt, voldoen de eenheid en de installatie
niet aan de voorgeschreven limieten voor radiofrequente
(RF) emissie.
•
Zorg dat de motorkabels en remkabels zo kort
mogelijk worden gehouden, om het interferentie-
niveau van het totale systeem te beperken.
•
Voorkom dat signaalgevoelige kabels naast
motorkabels en remweerstandskabels worden
geïnstalleerd.
•
Volg de speci eke normen voor communicatie-
protocollen op voor communicatie- en
stuurlijnen. Zo moet u voor USB bijvoorbeeld
afgeschermde kabels gebruiken, terwijl u voor
RS485/Ethernet zowel afgeschermde als niet-
afgeschermde UTP-kabels kunt gebruiken.
•
Zorg dat alle stuurklemaansluitingen voldoen aan
PELV.
LET OP
EMC-STORINGEN
Gebruik afgeschermde motorbedrading en stuurkabels.
Zorg dat u de kabels voor netvoeding, motor en
besturing van elkaar gescheiden houdt. Als deze kabels
niet van elkaar worden gescheiden, kan dit resulteren in
een onbedoelde werking of verminderde prestaties. De
afstand tussen netvoedings-, motor- en stuurkabels moet
minimaal 200 mm (7,9 in) bedragen.
LET OP
INSTALLATIE OP GROTE HOOGTE
Er bestaat een kans op overspanning. De scheiding
tussen componenten en kritische delen is mogelijk
onvoldoende en voldoet mogelijk niet aan de PELV-
vereisten. Beperk de kans op overspanning door gebruik
te maken van externe beschermende apparatuur of
galvanische scheiding.
Neem voor installaties op hoogtes boven 2000 m (6500
ft) contact op met Danfoss in verband met PELV-confor-
miteit.
MG34S310
Advertenties
Inhoudsopgave
