Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Motorisolatie; Remmen; Keuze Van De Remweerstand - Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Overwegingen voor elektrisc...
A
Een installatie waarbij kabels worden aangesloten op een gezamenlijke verbinding, zoals in A en B, wordt alleen aanbevolen bij
gebruik van korte kabels.
B
Let op de in hoofdstuk 7.6 Kabelspeci caties vermelde maximale lengte van motorkabels.
C
De gespeci ceerde totale lengte van de motorkabel in hoofdstuk 7.6 Kabelspeci caties is van toepassing zolang elke parallelle kabel
korter dan 10 m (32 ft) wordt gehouden.
D
Houd rekening met de spanningsval over de motorkabels.
E
Houd rekening met de spanningsval over de motorkabels.
F
De gespeci ceerde totale lengte van de motorkabel in hoofdstuk 7.6 Kabelspeci caties is van toepassing zolang elke parallelle kabel
korter dan 10 m (32 ft) wordt gehouden.
Afbeelding 10.20 Verschillende parallelle motoraansluitingen

10.7.3 Motorisolatie

Voor motorkabellengtes kleiner dan of gelijk aan de in
hoofdstuk 7.6 Kabelspeci caties vermelde maximale
kabellengte gebruikt u de motorisolatiewaarden uit
Tabel 10.34. Als een motor een lagere isolatiewaarde heeft,
adviseert Danfoss om een dU/dt- of sinus lter te
gebruiken.
Nominale netspanning
Motorisolatie
≤ 420 V
U
Standaard U
N
≤ 500 V
420 V < U
Versterkt U
N
≤ 600 V
500 V < U
Versterkte U
N
≤ 690 V
600 V < U
Versterkte U
N
Tabel 10.34 Motorisolatiewaarden
10.7.4 Motorlagerstromen
Om circulerende lagerstromen te beperken in alle motoren
die met de frequentieregelaar werken, moet u geïsoleerde
NDE (non-drive end) lagers installeren. Om de DE (drive
end) lager- en asstromen tot een minimum te beperken,
moet u zorgen voor een correcte aarding van frequentiere-
gelaar, motor, aangedreven machine en motor voor de
aangedreven machine.
Standaard beperkingsstrategieën:
Gebruik een geïsoleerd lager.
Volg de juiste installatieprocedures.
-
Zorg dat de motor en de motorbelasting
correct zijn uitgelijnd.
-
Volg de EMC-installatierichtlijn op.
-
Versterk de PE zodat de hoogfrequen-
timpedantie in de PE lager is dan in de
ingangvoedingskabels.
-
Zorg voor een goede hoogfrequentaan-
sluiting tussen de motor en de
frequentieregelaar. Gebruik een
afgeschermde kabel met een 360°-
MG34S310
Design Guide
= 1300 V
LL
= 1600 V
LL
=1800 V
LL
= 2000 V
LL

10.8 Remmen

10.8.1 Keuze van de remweerstand

Als vanwege weerstandsremmen aan hogere eisen moet
worden voldaan, is een remweerstand noodzakelijk. De
remweerstand absorbeert de energie, zodat die niet door
de frequentieregelaar wordt geabsorbeerd. Zie de VLT
Brake Resistor MCE 101 Design Guide voor meer informatie.
Als de hoeveelheid kinetische energie die tijdens elke
remperiode wordt overgebracht naar de weerstand, niet
bekend is, kan het gemiddelde vermogen worden
berekend op basis van de cyclustijd en de remtijd
(intermitterende belastingscyclus). De weerstand voor een
intermitterende belastingscyclus is een indicatie van de
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
aansluiting in de motor en de
frequentieregelaar.
-
Zorg ervoor dat de impedantie tussen
frequentieregelaar en gebouwaarde
lager is dan de aardingsimpedantie van
de machine. Deze procedure kan
complex zijn bij pompen.
-
Leg een directe aardverbinding aan
tussen de motor en de motorbelasting.
Verlaag de IGBT-schakelfrequentie.
Pas de golfvorm van de omvormer aan: 60° AVM
vs. SFAVM.
Installeer een aardingssysteem voor de as of
gebruik een isolerende koppeling.
Breng een geleidend smeermiddel aan.
Gebruik zo mogelijk minimale toerentalinstel-
lingen.
Probeer ervoor te zorgen dat de netspanning
naar aarde is gebalanceerd. Deze procedure kan
lastig zijn bij IT-, TT- en TN-CS-systemen of
systemen met één zijde geaard.
Gebruik een dU/dt- of sinus lter.
10
10
®
179

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave